'geld, waar het
vandaan komt en
waar het heen gaat'
Drs. H. A. de Werker
Het verschijnsel geld is in de loop der
tijd steeds een geliefkoosd onderwerp
geweest voor uitgebreide beschouwin
gen. Verwonderlijk is dit allerminst. Hoe
verschillend men ook persoonlijk het be
zit van geld mag waarderen, in algeme
ne zin blijft het toch een boeiende zaak
dat er zoiets bestaat als een algemeen
aanvaard ruilmiddel waarvan de waarde
in de regel ver uitgaat boven de waarde
in zichzelf. De metaalwaarde en de pa-
pierwaarde van munten en bankbiljetten
staat in geen verhouding tot de betaal-
kracht hiervan, terwijl bij giraal geld, ge
zien het onstoffelijke karakter, zelfs de
basis voor deze vergelijking ontbreekt.
Het onlangs verschenen boek 'Geld,
waar het vandaan komt en waar het
heen gaat' van John Kenneth Galbraith
vormt de zoveelste bijdrage ter voorzie
ning in de behoefte van een groot pu
bliek om wat meer te weten te komen
over wat geld in wezen nu eigenlijk is.
Galbraith die naar aanleiding van zijn
vroegere publikaties op economisch en
maatschappelijk terrein al een grote
faam geniet, geeft in zijn nieuwe boek
een historisch overzicht van het geld
vanaf het prille begin tot aan de dag van
vandaag. Zijn sterke kant hierbij is voor
al de heldere en prettige manier van
schrijven. Hij beperkt zich niet tot een
strak zakelijke beschouwing maar vooral
door zijn anekdotische betoogtrant weet
hij een levendig beeld op te roepen van
de evolutie ten aanzien van het geld.
Geld is niet zoiets, zoals goud, zilver of
andere bodemschatten, dat ooit is ont
dekt en daarna onveranderd is blijven
voortbestaan. Naar analogie van het ge
zegde dat een volk werd geregeerd op
de wijze die het verdient zou men zelfs
kunnen stellen dat een volk dat geldstel
sel heeft dat het verdient. Tot op grote
hoogte is een gezond geldstelsel name
lijk een morele kwestie. Ten tijde dat
munten uitsluitend nog op basis van hun
gewicht en gehalte aan edele metalen
als betaalmiddel fungeerden vormde
valse munterij en het snoeien van mun
ten een ernstige bedreiging van het
geldstelsel. In de huidige moderne ver
houdingen zijn het vooral de regeringen
en de centrale banken die, door middel
van hun beleid ten aanzien van de om
vang van de geldhoeveelheid, verant
woordelijk zijn voor een goede functio
nering van het monetaire systeem.
Gezien zijn Amerikaans staatsburger
schap is het niet zo verwonderlijk dat
Galbraith in verhouding extra veel aan
dacht schenkt aan ontwikkelingen in de
Verenigde Staten. Een rechtvaardiging
hiervoor is echter tevens dat in de afge
lopen eeuw de Verenigde Staten ook
een toonaangevende rol hebben ge
speeld op monetair terrein. Galbraith is
er de man niet naar om, ook wanneer
het allereerst gaat om een stuk ge
schiedschrijving, zijn persoonlijke me
ning onder stoelen of banken te steken.
Ook persoonlijke kritiek gaat hij nimmer
uit de weg. Typerend voor dit laatste is
bijvoorbeeld de volgende passage uit
zijn nabeschouwing: 'Als uit deze histo
rische terugblik iets duidelijk is gewor
den, dan is het stellig wel dat het behe
ren van geld personen aantrekt met een
zeer laag peil van begaafdheid, die dan
bij het hoogst onvolkomen uitoefenen
van hun beroep ook nog beschermd
worden door het mysterie dat naar men
meent het onderwerp economie in het
algemeen en het geld in het bijzonder
zou omgeven.'
Op grond van de ervaringen in het jong
ste en iets verder terugliggend verleden
vat de heer Galbraith zijn les voor de
toekomst als volgt samen:
'1 De teleurstellende onbruikbaarheid
van een monetair beleid en de frustratie
en gevaren, welke het vertrouwen daar
op met zich meebrengt.
2 De doorslaggevende factor bij het
beheer van de economie zal altijd de na-
De auteur John Kenneth Galbraith
tionale begroting moeten zijn, en daarbij
is de dringendste noodzaak een oplos
sing te vinden voor het huidige fatale
gebrek aan elasticiteit bij het opvangen
van overmatige vraag.
3 Rechtstreeks ingrijpen in lonen en
prijzen is onvermijdelijk waar sprake is
van overheersende invloed op de markt.
4 Het monetaire en economische be
leid vormt een onverbrekelijk onderdeel
van het grotere probleem van de inko
mensverdeling in de moderne econo
mie.
5 Plannen ontwerpen voor het voor
zien in en het behoud van het gebruik
van belangrijke produkten en diensten
zal in toenemende mate een aspect
gaan vormen van het monetaire en eco
nomische beleid.
6 Het probleem van het gebrek aan
stabiliteit in de internationale wissel
koersen zal steeds weer opduiken; on
voorspelbaarheid zal in de toekomst
evenmin als in het verleden als oplos
sing worden aanvaard.'
Gezien de omvang van 352 bladzijden is
het nieuwste boek van Galbraith, dat is
uitgegeven door Agon Elsevier, niet iets
om tussen de bedrijven door vlug even
door te nemen. Daar staat echter tegen
over dat het boek zich gemakkelijk laat
lezen. Voor degenen die iets meer willen
weten over de geschiedenis van het
geld en/of belangstellen in de opvattin
gen van Galbraith ten aanzien van actu
ele monetaire aangelegenheden is het
boek beslist aan te bevelen.