heeft gestaan. Zo is bijvoorbeeld de ge memoreerde terugkeer van de Franse frank in de 'slang' inmiddels al weer achterhaald. In de derde en laatste bijdrage doet prof. dr. M.T. G. Meulenberg, hoogle raar in de Marktkunde en het Markton derzoek aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, verslag van zijn onderzoek naar 'De betekenis van de wisselkoersen voor de export van Nederlandse groen ten'. De actualiteit van dit onderwerp behoeft gezien de geringe stabiliteit in de wisselkoersverhoudingen en de om vang van de uitvoer van tuinbouwpro- dukten in 1973 2 062 miljoen kilogram Dr. M. M. G. Fase Dr. L. Levy zelfde niveau gehandhaafd blijft - veran derende exportinkomsten, terwijl sprake is van indirecte gevolgen wanneer de export zich aan koersveranderingen aan past door uitbreiding of inkrimping. Ten aanzien van het econometrische ge deelte van de bijdrage van prof. Meulen berg kan hetzelfde gelden als met be trekking tot het artikel van dr. Fase, na melijk dat de inhoud hiervan de niet ge schoolde econometristen weinig zal zeggen. Beter toegankelijk is wel de conclusie van dit onderzoek die erop neerkomt dat ten aanzien van de export van komkommer, sla en tomaat naar West-Duitsland en het Verenigd Konink rijk geen verschuivingen zijn te consta- Prof. dr. M. T. G. Meulenberg voor een bedrag van f3 448 miljoen - nauwelijks nadere toelichting. Allereerst worden in het verslag een aantal algemene gevolgen van koers schommelingen voor de export van Ne derlandse groenten belicht. Daarna wordt een algemeen kader ontwikkeld om het effect van koersschommelingen te bestuderen. Het effect op de exportin komsten wordt vervolgens in het bijzon der bestudeerd voor de produkten kom kommer, sla en tomaat. Uit het overzicht van de Nederlandse uitvoer van tuinbouwprodukten in de ja ren 1971 tot en met 1973, dat is opgeno men in de paragraaf handelend over de algemene gevolgen, blijkt hoezeer deze uitvoer zich richt op West-Duitsland. Voor veel produkten is het Verenigd Ko ninkrijk een tweede belangrijke impor teur. Het is daarom vooral van belang hoe de koers van respectievelijk de Duit se mark en het pond sterling zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld ten opzichte van de gulden. De koers van de Duitse mark blijkt te zijn gestegen van gemiddeld f 90,52 in 1966 tot f 103,92 in 1974, terwijl in dezelfde periode de koers van het pond sterling is gedaald van f 10,11 naar f6,28. De directe gevolgen van wisselkoersver anderingen voor de export betreffen - aannemende dat de importprijs op het- teren op grond van wisselkoersverande ringen. Volgens prof. Meulenberg illu streert dit dat de Nederlandse exporteur op korte termijn weinig alternatieven heeft voor zijn export en de prijs accep teert in de Engelse en Westduitse markt. De gevolgen van wisselkoersveranderin gen liggen daarom vooral in de sfeer van de directe inkomensderving. Zo kan voor 1973 ten opzichte van 1972, als gevolg van de koersdaling van het pond sterling met 17 een inkomensderving bere kend worden van circa f14,3 miljoen met betrekking tot de export van sla, komkommers en tomaten naar het Vere nigd Koninkrijk. Gezien de actualiteit van de onderwer pen en de wijze waarop deze behandeld worden mag worden aangenomen dat de nieuwe bundel vooral in de kring van economische onderzoekers eenzelfde ruime belangstelling ten deel zal vallen als met de eerste uitgave van Selecte Studies het geval is geweest.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 21