selecte
studies
begrijpen dat het daarbij niet gaat om
Drs. H. A. de Werker
In 1969 werd door de toenmalige
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank de uitgave verzorgd van een
bundel getiteld: 'Selecte Studies
over sparen, omloopsnelheid en
geldvraag'. Dit initiatief heeft thans
een vervolg gekregen door de uitga
ve van een nieuwe bundel Selecte
Studies onder auspiciën van de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank
Selecte studies
Verruiming of verschraling een poging het liquiditeitsbegrip
empirisch af te bakenen 'Dr. M M G. Fase
De ineenstorting van het internationale monetaire
stelsel 'Prof. Dr l tevy
van Nederlandse groenten Prof Di M T G Meulenberg
De nieuwe bundel opent met een ver
handeling van dr. M. M. G. Fase getiteld
'Verruiming of verschraling; een poging
het liquiditeitsbegrip empirisch af te ba
kenen'. De heer Fase ziet zijn opstel als
een poging om voor Nederland te ko
men tot een bezinning op het begrip li
quiditeitenmassa. Wie al eens eerder
kennis heeft gemaakt met publikaties
van deze auteur die als directie
assistent bij De Nederlandsche Bank
N.V. in het bijzonder verantwoordelijk is
voor wetenschappelijk onderzoek, zal
licht verteerbare kost. De verwijzing
naar de slotparagraaf die de heer Fase
zelf geeft voor lezers die zich minder
voor details interesseren is mijns inziens
dan ook niet helemaal ten onrechte.
Overigens zal ook menigeen, die in de
regel details niet zo gauw uit de weg wil
gaan, bij gebrek aan voldoende econo
metrische en/of monetaristische ge
schooldheid zijn aandacht in hoofdzaak
tot de conclusies willen bepalen.
Het onderwerp dat de heer Fase behan
delt staat momenteel binnen het mone
taire onderzoek zowel nationaal als in
ternationaal sterk in de belangstelling. In
de loop van de afgelopen 15 jaar heeft
zich met name onder invloed van de pu
blikaties van de Amerikaanse econoom
Milton Friedman een opleving voorge
daan in de interesse voor en de waarde
ring van monetaire ontwikkelingen. Vrij
algemeen wordt de laatste tijd in het ka
der van de sociaal-economische politiek
ruimer aandacht geschonken aan een
beheersing van de groei van de liquidi
teitenmassa. Minder algemeen is echter
de overeenstemming ten aanzien van de
inhoud van het liquiditeitenbegrip. In
ons land wordt het begrip liquiditeiten
massa gedefinieerd als de som van de
chartale en girale geldhoeveelheid als
mede termijndeposito's, valutategoe
den, kortlopende vorderingen op de
overheid en oneigenlijke spaargelden.
De vraag is of de aldus gedefinieerde
grootheid het beste aangrijpingspunt
vormt voor het voeren van een monetair
beleid. Recente ervaringen met omzet
tingen van spaartegoeden in termijnde
posito's tonen aan dat nader onderzoek
op dit punt alleszins gewenst is. De stu
die van de heer Fase, die zich in het bij
zonder bezig houdt met de kwestie in
hoeverre termijndeposito's en spaarte
goeden uit monetair oogpunt op één lijn
staan, is daarom eens te meer van groot
belang. De voornaamste conclusie waar
het onderzoek toe neigt is dat de ver
schillen tussen termijndeposito's en
spaargelden veel minder scherp zijn dan
de gangbare afbakening aanneemt. Om
op basis hiervan meer definitieve uit
spraken te doen over een wenselijke
aanpassing van het begrip liquiditeiten
massa is het echter nog te vroeg. Daar
voor is verder onderzoek noodzakelijk.
Zoals de heer Fase tot slot ook aangeeft
kan daarbij met name worden gedacht
aan onderzoek op basis van een uitsplit
sing van liquiditeiten naar houderschap:
gezinnen versus bedrijven.
De tweede bijdrage in de bundel Selecte
Studies is van de hand van prof. dr. L.
Levy, buitengewoon hoogleraar aan het
Rijksuniversitair Centrum te Antwerpen.
Zijn beschouwing is gewijd aan 'De in
eenstorting van het internationale mo
netaire stelsel'. Hij bespreekt de tot
standkoming van het na-oorlogse Bret-
ton Woodssysteem en de ineenstorting
hiervan in het begin van de zeventiger
jaren.
Een belangrijke tekortkoming in de func
tionering van het systeem van vaste
wisselkoersen dat ruim 25 jaar stand
wist te houden schrijft prof. Levy toe aan
het feit dat onvoldoende aandacht is ge
schonken aan de bijdrage die ook lan
den met een duurzaam betalingsbalans
overschot dienen te leveren aan de tot
standkoming van meer evenwichtige
internationale betalingsverhoudingen.
Voor wat betreft de terugkeer naar een
stelsel van vaste wisselkoersen in de na
bije toekomst is prof. Levy niet erg opti
mistisch. Niet alleen heeft hij twijfels ten
aanzien van de discipline die de belang
rijkste landen bereid zijn op te brengen
met het oog op hun betalingsbalanspo
sitie, doch ook hoeft men zijns inziens
vooralsnog geen al te grote verwachtin
gen te hebben van het streven om goud
en dollars in de deviezenreserves te ver
vangen door Speciale Trekkingsrechten.
Voor ingewijden bevat de beschouwing
van prof. Levy weinig nieuws. Voor geïn
teresseerden die minder thuis zijn in in
ternationale monetaire aangelegenhe
den biedt zijn bijdrage echter een goed
en gemakkelijk leesbaar overzicht van
de voornaamste ontwikkelingen op dit
terrein sedert de Tweede Wereldoorlog.
Bedacht dient daarbij wel te worden dat
sedert de afsluiting van het artikel in ok
tober 1975 de ontwikkeling niet stil