13 De kat sturen Voor de bespreking van de voorstellen van de heer Lar- dinois voor de beperking van de melkstroom was het klimaat deze zomer niet erg gunstig. In juli presenteer de de Europese Commissie een actieprogram, waarin naast voorstellen ter vergroting van de afzet en het op schorten van structuurverbeterende (en daarmee pro- duktieverhogende) subsidies ook een heffing op de melk werd voorgesteld waarmee de kosten van het zui velbeleid ten dele opgevangen zouden worden. De landbouworganisaties wilden aanvankelijk wel meedenken over een grotere financiële verantwoorde lijkheid van de producenten. Toen echter de droogte onrustbarend lang aanhield, waren de Europese land bouworganisaties van mening, dat het wereldvreemd zou zijn om in deze omstandigheden over maatregelen ter vermindering van de produktie te spreken. Vooral in Frankrijk was er verontwaardiging over het feit dat de heer Lardinois ondanks de droogteproblemen doorging met het naar voren brengen van zijn plannen. De Fran se minister van landbouw kondigde zelfs aan dat wan neer in de Raad van de Europese Gemeenschap over het actieprogram voor de zuivel zou worden gesproken, hij niet zou verschijnen en 'de kat zou sturen'. Zover is het niet gekomen. De Raad van de Europese Gemeenschap heeft voor de vakantie een eerste globa le bespreking gewijd aan de commissievoorstellen voor de zuivel. Men schoof de discussie echter door naar september wanneer er wellicht meer concrete voorstel len ter tafel liggen en er ook meer aandacht zal zijn voor dit probleem van langere termijn dan dat van de droogte. In eigen vlees In de voorstellen van de heer Lardinois wordt ook de mogelijkheid van een importheffing op plantaardige oliën en vetten genoemd. Hiermee werd een discussie opgerakeld welke in de Europese Gemeenschap jaren lang zorgvuldig in de ijskast is gehouden. Het zijn voor al de Verenigde Staten die tegen een dergelijke heffing bezwaar hebben omdat daarmee de import van soja- olie wordt gehinderd. Het motief voor het eventueel opleggen van een hef fing zou zijn, dat wanneer de melkveehouders een hef fing zouden moeten betalen er een gelijke last gelegd zou moeten worden op het produkt dat direct met bo- tervet concurreert, namelijk de ingevoerde plantaardige oliën. Overigens zou een heffing op de plantaardige olie ook een effect hebben op de prijs van de grondstof in het algemeen, in dit geval de sojaboon. Aangezien deze van belang is bij de samenstelling van het krachtvoer zou dit ook door een heffing duurder worden. In Frank rijk, dat steeds een voorstander van een heffing op soja is geweest, ziet men geen bezwaar in een verhoging van de prijs van krachtvoer, maar in ons land wordt meer krachtvoer gebruikt en zal de veehouder daarvan wel nadelige gevolgen ondervinden. Vandaar dat de Nederlandse landbouw niet erg enthousiast is voor een dergelijke belasting, waarmee in eigen vlees gesneden zou worden. Ook lijkt het een weinig geschikt tijdstip om over een dergelijke heffing te spreken wanneer men nu reeds weet dat Europa de komende winter in meer dere mate afhankelijk zal worden van import van vee voer uit onder andere de Verenigde Staten. Ook hierbij is het moeilijk om de problemen van korte en lange ter mijn goed uit elkaar te houden. Ik heb soms het ellendige gevoel enigszins achterlijk te zijn als ik gesprekken beluister in wat grotere gezel schappen. Loop ik in de pauze van een vergadering tus sen pratende groepen mensen of sta ik tijdens een re ceptie naast een plukje sherry of sju drinkende per soonlijkheden dan word ik onmiddellijk getroffen door het gemak waarmee men converseert over de allerin gewikkeldste zaken. 'Maar beste Frans, vanuit jouw multidisciplinaire en so- ciaalpsychologische verwachtingspatroon valt toch wel te destilleren, dat deze approach van het moderne ma nagement nooit kan beantwoorden aan de relevan teDan ben ik buiten het gehoor en kijk om. leder een staat zeer positief te knikken of neemt een be dachtzame slok. Ik echter loop verdwaasd verder en weet dat ik het weer niet heb begrepen. Er zijn gelukkig meer mensen zoals ik en u en voor ons is een hulpmiddel bedacht, dat ik, enigszins in onze ei gen richting omgebogen, graag aan u voorleg. Ik noem het een bankblablagram en het gaat zo. U leert het navolgende rijtje woorden uit het hoofd: bancaire, statutaire, structurele, functionele, geïnte greerde, systematische, normatieve, geobjectiveerde. Ook het tweede reeksje dient u perfect te beheersen: ontwikkeling van, relatie tot, verbreding binnen, coördi natie van, benadering vanuit, prognose van, begelei ding bij, continuïteit van. Ten slotte memoriseert u: ei gen vermogenspositie, dienstverleningsproblematiek, winstmaximalisering, rentabiliteitsverwachting, solva- biliteitsverhoudingen, prioriteitenbepaling, communica tiemethoden en informatiesystematiek. Door nu geheel willekeurig achtereenvolgens uit de eerste, tweede en derde kolom een woord te kiezen kunt u voortaan aan elk gesprek deelnemen met ruim vijfhonderd begripsverduisterende mogelijkheden. U gaat in zo 'n praatkringetje staan en zegt als er net even een stilte valt: Bent u overigens ook niet van mening dat een geobjectiveerde verbreding van de prioriteiten bepaling zeer belangrijk kan zijn. Sommigen beginnen al te knikken en u vervolgt: Vanuit een bancaire benadering van de dienstverleningspro blematiek immers, moet je wei op systematische wijze een prognose stellen, die aan de rentabiliteitsverwach- tingen beantwoordt. Nu knikt iedereen overtuigend of kijkt peinzend over het glas. Een man doet nog een zwakke poging terug met: Maar wat bedoelt u daar nou eigenlijk mee Hij wordt echter onmiddellijk afgestraft door uw overbuur man, die zich onvervaard in de strijd stort met: Dat is toch duidelijk, meneer hier vindt een normatieve bena dering vanuit de informatiesystematiek verstandiger. In deze spreker nu herkent u uiteraard een medestu dent in de blablagrammatica. Veel succes en laat eens wat van u horen. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 15