tot de daadwerkelijke functie-inhoud. Voorts zal de salariëring van de verschil lende functies in verhouding tot elkaar meer verantwoord en dus ook recht vaardiger zijn dan anders het geval zou zijn. Onrechtvaardigheden in de salarisstruc tuur kunnen aldus meer dan voorheen vermeden worden, temeer daar door de bespreekbaarheid van het functieclassi ficatiesysteem het overleg over de sala riëring positief zal worden beïnvloed. Door deze aspecten kan een gezonde salarisverhouding binnen de bank ont staan, respectievelijk kan deze verhou ding worden verbeterd. Drs. J. G. A. Dorresteijn, hoofd Directoraat Personeel Aangesloten Banken Bovendien is de tendens waarneembaar dat salariëring op basis van bijvoorbeeld leeftijd verschuift naar een vooral op functiezwaarte en ervaringsjaren geba seerd salarissysteem. Daardoor ligt het voor de hand bij het functieclassificatie- onderzoek tevens het salarissysteem aan een onderzoek te onderwerpen. Mogelijk misverstand inzake de relatie tussen salariëring en functieclassificatie geeft nogal eens aanleiding tot onjuiste interpretaties. De specifieke betekenis van beide beleidsinstrumenten wordt soms in een te direct verband met elkaar gebracht. Daarom lijkt het zinvol door middel van enige kanttekeningen te wij zen op de specifieke doelstellingen van zowel functieclassificatie als salarisbe- leid. Functieclassificatie beoogt het rangor- denen van functies in klassen. Het gaat er hierbij niet zozeer om een uitspraak te doen over de absolute waarde van een functie maar meer om de relatieve waarde. Over een rechtvaardige salarië ring doet een functieclassificatiesy steem dan ook geen uitspraak. Zo'n sy steem geeft dus slechts de relatieve functiewaardering aan door middel van een functievergelijking. Als zodanig heeft functieclassificatie wel gevolgen i voor de beloningsverhoudingen maar niet voor de absolute loonhoogte en ab solute loonverschillen. Nadere motivering van invoering van functieclassificatie Er zijn diverse redenen die pleiten voor de invoering van een functieclassifica tiesysteem bij de aangesloten banken. Eén daarvan, de primaire functie ten be hoeve van het salarisbeleid, vermeldden wij reeds. Er gelden echter nog diverse andere be langrijke motieven. De belangrijkste zul len wij thans achtereenvolgens de revue laten passeren. Werving en selectie: Inzicht in de con- crete functie-eisen is van belang voor de werving en de selectie van medewer kers. Een personeelsadvertentie dient I een weergave te zijn van de concrete functie-inhoud en zal dus de noodzake- lijke duidelijkheid aan de sollicitant i moeten verstrekken. Voor de bank wordt de uiteindelijke keu ze van de geschikte kandidaat gemakke lijker naarmate de aard van de functie en de eisen, die aan de kandidaat wor den gesteld, duidelijker zijn omschreven. Het is bovendien in een selectieproce- j dure, waarbij gebruik wordt gemaakt van een psychotechnisch onderzoekbu reau, van essentieel belang, dat de psy choloog over een zo volledig mogelijk i functie-eisenpakket beschikt. Dit komt de waarde van het onderzoek ten goede en biedt meer waarborgen voor de tot standkoming van een gefundeerde eind- 1 conclusie. Juist omdat er de laatste ja ren op steeds grotere schaal gebruik i wordt gemaakt van de psychologische j test, is het noodzakelijk dat een dergelijk i onderzoek, mede uit kostenoverwegin gen, als een effectief hulpmiddel kan worden aangewend. Personeelbeoordeling: Beoordelen van het feitelijke functioneren van een me dewerker houdt in dat deze wordt 'ge wogen' tegen de achtergrond van de j functiecriteria. Het op een verantwoorde manier 'wegen' c.q. beoordelen van een medewerker dient te zijn gebaseerd op de bekendheid met duidelijke functie- eisen. Er kan een nieuwe dimensie aan de bespreekbaarheid van een beoorde- j ling worden toegevoegd als zowel be oordelaar als beoordeelde de functiebe schrijving als 'kompas' in het beoorde lingsgesprek kunnen hanteren, j De vraag in hoeverre de medewerker aan de functie-eisen voldoet, geeft vrij concrete aanknopingspunten om tot taakstellende afspraken te komen op onderdelen van het functioneren, die verbetering behoeven. Loopbaanplanning en promotiebeleid: Een functieclassificatie geeft een duide lijk beeld over de opbouw van functieni veaus. Mede vanuit het beoordelingsge sprek, waarin ook belangstelling en ca paciteiten van de medewerker aan de orde komen, kan een bank, beter dan voorheen, vaststellen op welke wijze de 'groeilijnen' (de persoonlijke ontwikke ling door ervaring en opleiding) van de medewerkers kunnen worden afge stemd op de diverse functieniveaus bij de aangesloten banken. Opleidingsbeleid: Elk pakket van functie- eisen stelt feitelijk vast, welke kennis- en vaardigheidsaspecten van belang zijn voor een juiste uitoefening van de func tie. Gelet op het reeds bereikte ervarings- en opleidingsniveau van de medewerkers, is een afstemming met specifieke functie-eisen noodzakelijk met het oog op de vraag, welke oplei dingen een wenselijke aanvulling bieden voor verbetering van de uitoefening van de desbetreffende functie. Organisatorische aspecten: Een functieclassificatie-onderzoek toont de feitelijke inhoud van functies en functie verhoudingen aan. Als zodanig krijgt men middelen beschikbaar om de inter ne organisatie nog eens kritisch te be zien. Taken zullen qua inhoud en niveau misschien evenwichtiger kunnen wor den samengesteld, waardoor deze wel licht ook beter zullen aansluiten bij het niveau van de medewerker. Het signale ren van lacunes kan bovendien op het juiste moment geschieden, waardoor te kortkomingen in het functioneren van de bank, zoals bijvoorbeeld een verminder de serviceverlening aan de balie, kunnen worden voorkomen. Het waarderen en classificeren van functies Het object van de functiewaardering is de functie. Van belang is dat wordt uit gegaan van taken, die verricht worden en niet van de kwaliteit, waarmee deze worden uitgevoerd. Ogenschijnlijk in tegenspraak met het voorgaande wordt niet zelden opge merkt, dat de 'man de functie maakt'. Elk bedrijf, en dat geldt zeker voor een bank, ontwikkelt zich onder invloed van vele op elkaar inwerkende factoren. De veranderingen in het dienstenpakket voor de cliënt, de marketingbenadering, de marktbewerking en niet op de laatste plaats de mechanisatie en automatise ring van vele bedrijfsprocessen leiden ertoe, dat de banken zich permanent ontwikkelen. Ook de functies zijn dientengevolge on derhevig aan ontwikkeling. Deze zijn mede afhankelijk van de wijze waarop de medewerker kan reageren en antici-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 43