functieclassificatie 40 In dit artikel plaatst drs. J. G. A. Dorresteyn, hoofd van het Direc toraat Personeel Aangesloten Banken, het functieclassificatie systeem in een breder kader van het personeelbeleid. De invoering van dit systeem bij de aangesloten banken vraagt om een nadere beschouwing en oriëntatie. De maatschappelijke arbeidsverdeling heeft er toe geleid, dat de diversiteit aan werkzaamheden vrij omvangrijk is geworden. Er ontstaan gespeciali seerde werkeenheden en binnen elke werkeenheid ontstaat weer een ver dere arbeidssplitsing. Op deze wijze komt voor elke medewerker een sa menstel van taken tot stand, die als zodanig een functie vormen, al dan niet van gelijk niveau als een andere functie. Het is duidelijk dat elke functie een andere combinatie van taken omvat en derhalve heeft elke functie een eigen gewicht. Dit is het geval bij elke indi viduele bank maar in nog sterkere mate geldt dit als twee functies, bij ver schillende banken, ook al hebben deze functies dezelfde naam, vergeleken worden. Het inzicht in de functiestructuur van een bedrijf kan meestal in sterke mate verbeterd worden door een systeem van functieclsificatie. Als begripsbepaling kan gesteld worden, dat functieclassificatie zich bezig houdt met het systematisch rangordenen van functies in functieklassen, naar vooraf geformuleerde maatstaven. Het kern probleem daarbij is de ontleding van een functie in belangrijke kenmerken. Func tie en medewerker worden hiertoe me thodisch nadrukkelijk gescheiden. Door de kenmerken van de functie, dat wil zeggen de taken die binnen de func tie worden uitgeoefend, in eerste instan tie 'af te zonderen', achtereenvolgens per kenmerk te waarderen en te grade ren, kan het relatieve belang van een functie voor een bedrijf vrij objectief worden vastgesteld. Ook het onderlinge verband tussen functies wordt daardoor beter zichtbaar. De belangstelling voor functieclassifica tie dateert reeds vanaf 1946. De instel ling van een landelijke 'deskundigen commissie voor werkclassificatie', als mede de instelling van de Commissie Werkclassificatie Overheidspersoneel vormden een eerste aanzet om te ko men tot een methodisch bepaalde rang orde van een verscheidenheid aan func ties. Tegelijkertijd groeide de belangstel ling in het bedrijfsleven om zowel func ties van technische als administratieve aard te beschrijven en te waarderen. De totstandkoming van de zogeheten Genormaliseerde Methode van beschrij ving en gradering van werkzaamheden' vormde in deze jaren voor veel bedrijven aanleiding zich met het vraagstuk van de functieclassificatie bezig te houden. Toen in 1952 de toen reeds ontwikkelde 'Genormaliseerde Methode' in een vrij concrete vorm verscheen, hadden vele bedrijven en instellingen dan ook reeds enige ervaring met functieclassificatie opgedaan. Doel van functieclassificatie De groei van de aangesloten banken heeft belangrijke gevolgen voor de per sonele bezetting. Enerzijds is hierdoor het aantal functies sterk uitgebreid en anderzijds zijn vele functies sterk aan verandering onderhevig geweest. Deze ontwikkeling is bovendien nog niet tot stilstand gekomen. Daarnaast kennen wij, vanwege de ver scheidenheid in aard, structuur en om vang van de banken, functies die met dezelfde naam worden aangeduid maar inhoudelijk nogal (kunnen) verschillen. Zowel het inzicht in de afzonderlijke functies als het inzicht in de functiever houdingen laat dan ook aan duidelijk heid te wensen over. Het plaatsen van functies in een rangor de is in eerste instantie van belang voor het salarisbeleid. Het salarisbeleid streeft immers naar een rechtvaardige beloning, waarbij op de eerste plaats wordt uitgegaan van de zwaarte, het ni veau van de functie, en op de tweede plaats van de prestaties van de functio naris. Indien men nu over een zo objec tief mogelijk vastgestelde rangorde van functies beschikt, zal de salarisbepaling in een juiste verhouding komen te staan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 42