voedings- en genotmiddelen industrie nader bekeken Er zijn nog maar enkele produkten van land- en tuinbouw die de consument in onbewerkte vorm bereiken. Het is daarom van belang dat de positie van de voedings- en genotmiddelen nader is bekeken. heeft georganiseerd. Handel en industrie zijn te onder scheiden naar de omvang van de investering, welke im mers bij de industrie groter is dan bij de handel. Dat in de praktijk het onderscheid moeilijk is door te voeren en wellicht achterhaald is, moge blijken uit het feit dat de grotere ondernemingen (particuliere en coöperatie ve) zowel lid zijn van verenigingen van handelsonder nemingen als van een z.g. industriebond. Drs. M. L. de Heer In het begin van het jaar heeft een commissie, in 1974 ingesteld door de Minister van Landbouw, een rapport uitgebracht over de voedings- en genotmiddelenindus trie. Blijkens de inleiding van het rapport is het de be doeling geweest om de positie van deze tak van indus trie t.o.v. de rest van de nationale economie en de over heid te markeren. Men kan zich afvragen waarom men deze bedrijvigheden onder één noemer heeft gebracht. Gezien vanuit de Nederlandse land- en tuinbouw is er immers een groot verschil tussen de positie van een slachterij en een chocoladefabriek. Wat betreft de pro- duktieprocessen is er soms moeilijk een onderscheid te maken met andere industriële bedrijfstakken: men den- ke bijvoorbeeld aan de zetmeelindustrie welke voor een deel het aanzien van een chemisch bedrijf heeft. Marktpositie Het werkelijke verschil, waarover het rapport zich ove rigens niet uitspreekt, moet worden gezocht in de marktpositie van het overgrote deel van de eindproduk- ten van de voedings- en genotmiddelenindustrie. Deze produkten vormen dat deel van het door de consument gebruikte pakket van goederen, waarvan hij zich met korte tussenpozen exemplaren in dezelfde vorm aan schaft. De dagelijkse gang naar bakker, slager, melk boer en eventueel sigarenhandelaar maakt dat deze be drijfstak met andersoortige afzetproblemen te doen heeft dan de leverancier van radio, televisie en ijskast. De problemen die uit deze bijzondere marktpositie voortvloeien, gelden zowel voor de verwerking van voedings- en genotmiddelen als voor de handel in deze produkten. Het rapport van de studiecommissie heeft echter nadrukkelijk tot onderwerp, ook al rekenen de ondernemingen welke enkele mensen voor de commis sie ter beschikking stelden, zich in enkele gevallen ook een belangrijke handelstaak toe. Dat deze scheiding is aangebracht, zal wel samenhan gen met het feit dat de handel zich tot nog toe apart De betekenis van de voedings- en genotmiddelenin dustrie wordt in het rapport afgemeten naar het aan deel daarvan in de Nederlandse industriële produktie. Zo wordt vermeld dat deze sector in 1973 29,1 van de totale Nederlandse industriële produktie voor zijn re kening nam. Wat de werkgelegenheid betreft is dit aandeel 15 en voor de investeringen 16,5 Daarme de is de plaats in de Nederlandse industrie aangegeven. Gaat men een vergelijking maken met de totale Neder landse economie dan worden de cijfers wat bescheide ner: zo zorgt de voedings- en genotmiddelenindustrie voor 4,8 van de werkgelegenheid in ons land. Van de kant van het overheidsbeleid wordt de voedings- en genotmiddelensector apart benaderd. In tijden van schaarste, zoals tijdens en na de jongste we reldoorlog is de voorziening van de produkten uit deze sector een punt van grote zorg voor de overheid. Maar ook bij een goede voorziening blijft deze sector uit een oogpunt van prijsbeleid een kwetsbaar onderwerp. Hoewel het aandeel van de consumentenuitgaven be steed aan voedings- en genotmiddelen gestaag achter uit is gegaan, tilt de consument zwaar aan prijsveran- deringen van deze goederen welke hij dagelijks koopt en waarvan hij al snel aanneemt dat hij er niet buiten kan. Het is tegen deze achtergrond geen toeval, dat de over heid zich reeds vroeg met deze sector heeft bemoeid: de crisisorganisaties uit de dertiger jaren werden ge sticht in een tijd dat overheidsbemoeienis in ons land bepaald niet werd toegejuicht. Het zou interessant zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 38