(tussen partijen) volledige bewijskracht, terwijl andere schriftelijke stukken slechts vrije bewijskracht hebben. Ik stel mij voor, dat enkele begrippen uit deze zin voor niet-juristen enige verduidelij king behoeven. Wat is bijv. een akte in de zin van de wet? Dit is niet alleen de akte in de gebruikelijke betekenis, zoals schuldbekentenis, cessie-akte e.d., doch ieder schriftelijk stuk, dat is ondertekend en tevens is opgemaakt om tot bewijs te dienen. Zo is ook een brief, waarin be paalde afspraken zijn vastgelegd, een akte in de zin van de wet. Essentieel is dus de ondertekening en tevens het doel, namelijk geschreven om tot bewijs te dienen. Een brief aan een goede ken nis daarentegen is wel getekend, doch doel van mijn brief is niet om tot bewijs te dienen. Het is dus geen akte in de zin van de wet, maar natuurlijk wel een schriftelijk stuk. Dat akten in voormelde zin volledige bewijskracht hebben (tus sen partijen) betekent dat de rechter de inhoud bewezen moet achten. Met an dere woorden de rechter moet de in houd als waar aannemen, ook al komt het hem als volstrekt ongerijmd voor. Vrije bewijskracht wil zeggen, dat de rechter aan een schriftelijk stuk die be wijskracht kan toekennen, die hem naar eigen inzicht goeddunkt. Dat kan dus overeenkomen met volledige bewijs kracht. Zoals ik reeds heb aangeduid, geeft een akte niet in alle gevallen absolute zeker heid, omdat de tegenpartij kan stellen, dat met een stuk zelf is geknoeid of om dat de handtekening is vervalst. Dit leidt dan weer tot complicaties, die ik hier niet wil behandelen, omdat deze bijdra ge dan zou ontaarden in een soort proef schrift. Bovendien doen deze complica ties zich in de praktijk slechts sporadisch voor. Ik beperk mij resumerend dan ook ver der tot de hoofdregel: Akten - in de zin van de wet - hebben volledige bewijs kracht en alle andere geschriften heb ben vrije bewijskracht. Aan deze regel kunnen twee conclusies worden verbonden. In de eerste plaats deze, dat een partij, die in een procedure zijn stellingen kan schragen met een 'ak te' in het algemeen in een gewonnen positie ligt. Bij de tweede conclusie moet ik thans weer het gebruik van de microfilm in beeld brengen. Namelijk het volgende: Indien een akte op microfilm wordt vast gelegd en daarna wordt gereproduceerd verliest ze daarmede het karakter van akte in de zin van de wet. Dit is het ge volg van het bepaalde in artikel 1925 BW, waarin is neergelegd, dat de kracht van een schriftelijk stuk is gelegen in de originele akte. Het blijft echter natuurlijk wel een schriftelijk stuk. Hieruit kan op het eerste gezicht geen andere conclu sie getrokken worden, dan dat een bank, die haar archief in zijn geheel op micro film vastlegt, alleen ten aanzien van 'ak ten' haar positie verslechtert. Immers de volledige bewijskracht van het origineel wordt ingeleverd voor de vrije bewijs kracht van de microfilmkopie. Ik wil u niet verhelen, dat ik lang heb ge aarzeld voorgaande stelling op papier te zetten. Het gevaar is namelijk zeer groot, dat hieraan foutieve en ook bij zondere gevaarlijke conclusies worden verbonden. Ik kan me namelijk zeer wel voorstellen, dat iemand uit het voor gaande af zou kunnen leiden, dat het voldoende is alleen de stukken, waarop een handtekening voorkomt, te bewa ren, terwijl de rest zonder enig bezwaar op microfilm kan worden vastgelegd. Bij een dergelijke conclusie zou dan evenwel uit het oog worden verloren, dat de 'vrije bewijskracht' een zeer veel omvattend begrip is, welke het gehele scala van nauwelijks enig bewijs tot het volledige bewijs kan omvatten. In een volgend artikel zal ik hierop nader in gaan. Daarbij zal ik tevens bespreken hoe voorkomen kan worden, dat bij toe passing van microfilmen aan bewijs kracht wordt ingeboet. 'Secretaresse mej. P. L. Oxenaar' stond alweer geruime tijd in de colofon van dit blad onder de naam van de hoofdredacteur. Dat zou zeer spoedig veranderen, wisten we en daarom heeft die regel tweemaal ontbroken in de vorige nummers. Wie nu even terugbladert ziet op de eerste bladzijde weer een secretaresse vermeld. Ja hoor, u heeft gelijk, het is nog steeds dezelfde. Maar wel met dit verschil, dat ze op 12 mei onder grote belangstelling van vele collega's en vrienden in het huwelijk trad met de student economie Arie van Laar. We hopen haar toch nog een tijdje bij ons te houden, die mevrouw Van Laar.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 37