het toekomst
perspectief voor de
zelfstandige
ondernemer
algemene
vergadering
Rede uitgesproken door
de Staatssecretaris van
Economische Zaken, de
heer Th. M. Hazekamp,
ter gelegenheid van de
Algemene Vergadering
op 3 juni 1976
te Utrecht.
Als gevolg van de noodzakelijke aanwezigheid van Minister Lubbers in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft hij mij verzocht u mede te delen
hoezeer het hem spijt, thans niet voor u over het aangekondigde belangrijke
onderwerp te kunnen spreken.
Tevens verzocht hij mij in zijn plaats de toekomst van de zelfstandige onder
nemer te willen bezien. Ik heb dat graag toegezegd. Ongetwijfeld zou hij in
meer algemene termen over het ondernemerschap hebben gesproken. Het
is logisch dat ik zijn concept in de richting heb gebogen van de typische
situatie van de ondernemer in het midden- en kleinbedrijf.
U zult bij mij wel ervaren dat in mijn betoog het accent buiten de agrarische
sector komt te liggen. Dat lijkt mij voor u toch wel belangrijk aangezien in
de loop van dit jaar ook de garantiekredieten voor het midden- en klein
bedrijf via uw bankinstelling zullen kunnen worden verstrekt, hetgeen in
houdt dat ook moeilijker situaties aan u worden voorgelegd. Bedrijfssitua
ties waar de beoordeling van vestigingsplaats en marktpositie, vakman
schap in de betrokken branche, en ondernemerscapaciteiten een rol van be
tekenis spelen omdat de normale zakelijke zekerheden niet toereikend zijn.
Wat is een zelfstandige
ondernemer?
De eerste vraag die opkomt is, wat nu
wel in de huidige tijd onder zelfstandig
ondernemer moet worden verstaan.
Het zal geachte aanwezigen, u uiteraard
niet ontgaan zijn dat de economie vol
gens het 'laissez-faire'-model van Adam
Smith in de loop der tijd nogal wat ver
anderingen heeft ondergaan, zowel door
fundamentele wijzigingen in de (deel-)-
markten en het marktgedrag van de
economische subjecten als door veran
deringen van sociaal-economische en
institutionele aard. Ons huidige econo
mische systeem zou kunnen worden
aangeduid als een 'geamendeerde
markteconomie': het primaat vrije on
dernemingsgewijze produktie ten be
hoeve van de markt bestaat nog altijd en
is nog immer 'leitmotiv' van onze econo
mische orde. Het aantal randvoorwaar
den dat gesteld wordt is echter aanzien
lijk toegenomen en neemt geleidelijk
verder toe. Deze voorwaarden zijn deels
gedicteerd door de particuliere sector
zelf, bijv. het ontstaan van machtscon
centraties met als gevolg geheel of ge
deeltelijke marktbeheersing, de veel ho
gere organisatiegraad van de factor ar
beid, de mogelijkheden van technologi
sche ontwikkeling e.d., maar deels ook
door de noodzaak om als gemeenschap
via de overheid corrigerend op te treden
in de werking van dat marktprincipe,
doordat dit niet die ordenende werking
bezit die daaraan destijds door met
name de economen van de 'klassieke
school' werd toegeschreven. Het markt
principe, gebaseerd dus op de reactie op
prijzen, begunstigt uit de aard van het
systeem de dingen die geprijsd kunnen
worden. Daardoor is er een systemati
sche voorkeur voor materiële goederen
boven diensten. Voor zover die diensten
toch noodzakelijk of gewenst zijn drijft
het marktsysteem deze in de richting
van de relatief dure sector ofwel naar de
gesubsidieerde en collectieve sector.
Sprekend voorbeeld is bijv. het open
baar vervoer en de goedkope woning.
De resultaten van dit proces zijn bekend.
De afgelopen dertig jaar is het aandeel
van goederen en diensten die collectief,
dat wil ook zeggen niet marktconform,
wordt aangeboden zeer sterk gestegen.
Te zamen met de sociale verzekeringen
nemen de collectieve uitgaven thans ca.
de helft van ons nationale produkt in be
slag, zoals kan worden afgeleid uit de
belastingdruk en premiedruk sociale
verzekeringen.
Ondernemersschap heeft zich
gewijzigd
Deze ontwikkelingen zijn uiteraard niet
ongemerkt aan de ondernemer voorbij
gegaan. De moderne ondernemer ziet
zich voor de taak gesteld in het proces
van combinatie van produktiefactoren
ter verkrijging van een bepaald produkt,
met een enorme veelheid van dikwijls
zeer gecompliceerde factoren, rekening
te houden. Daarbij zijn naast het streven