klank
en
weerklank
-
Binnenkort houden we weer onze
Algemene Vergadering. Die mag
dan formeel niet meer (maar ook
niet minder) zijn dan een jaarlijkse 'ge
wone algemene ledenvergadering' van
de Centrale Bank, onder ons heeft ze
van ouds een veel grotere dimensie.
Want op die bijeenkomst zien we tel-
kenjare onze organisatie als geheel naar
voren komen. Voor ons bankbedrijf val
len de boekjaren samen met de kalen
derjaren, maar het verenigingsjaar - ook
een kant van onze coöperatieve vorm -
loopt veeleer van algemene vergadering
tot algemene vergadering.
Ik stip dit even aan, omdat weer eens
gebleken is dat onze organisatorische
opbouw lang niet iedereen bekend is.
Toen bekend werd, dat de heer Lardi-
nois als opvolger van de heer Verhage
voorgesteld zou worden, kwam je be
richten tegen, dat de benoeming door
de 'jaarvergadering', ja zelfs door de
'aandeelhoudersvergaderingmoest
worden gedaan of goedgekeurd.
Nu hoeven we aan zulke kleine misver
standen niet al te zwaar te tillen - al
strijkt dat 'aandeelhoudersvergadering'
wel tegen je haren in - je vindt het toch
jammer als het beeld, dat je als organi
satie aan de buitenwereld dacht te to
nen, vertekend blijkt over te komen.
X ledereen kent die ervaring wel: je
maakt een andere indruk, dan je
zelf wilt. En omdat in eigen ogen
de zelf gewilde indruk altijd de beste is,
ga je je vanzelf inspannen om die indruk
toch vooral en overal te vestigen. Zor
gen voor je imago heet dat met een mo
derne term. Je moet als bedrijf een goed
imago zien te krijgen en dus, nog mo
dieuzer uitgedrukt, aan 'image-building'
doen.
Imago, een mooi woord, ontleend aan
de insectenwereld, waarin het eitje zich
via de rups en de pop ontwikkelt tot de
'imago', d.i. de vlinder, die ieders be
wondering trekt. Geen wonder dat ieder
bedrijf zo'n imago nastreeft, want het is
per definitie de beste verschijningsvorm
waaronder men zich kan laten zien.
Niets op tegen je daarvoor in te span
nen, mits je maar werkelijk iets te tonen
hebt. Met een kunstvlieg, hoe fraai ook,
val je toch door de mand. En wie aan
'image-building' doet bedenke, dat hij
hoogstens zijn eigen imago kan laten
zien. De vraag is dan ook niet of het
imago goed of slecht is, maar of je ima
go bij anderen goed of slecht opvalt.
Mooier of beter dan je eigen imago kun
je niet zijn!
Ik had liever dat imago rustig een vak
term laten blijven van de entomologie,
de insectenleer. We hebben het woord
niet nodig, omdat we in onze taal allang
een kernachtige uitdrukking hebben: de
goede of slechte naam! Het spraakge
bruik voelt heel goed wat er achter zit; je
kunt naam hebben of niet, verliezen of
winnen, krijgen of vestigen. Zelf kun je
er heel veel aan doen, maar je hebt ook
weer niet alles in de hand, omdat de
buitenwacht mee de inhoud van je
naam bepaalt. Die invloed is voor een
deel ongrijpbaar en soms zelfs on
naspeurbaar. Want de buitenwacht is
onze hele 'Umwelt', dus de samenleving,
waarin we ons bewegen. Niet alleen je
klanten behoren er toe, maar ook je po
tentiële klanten, ook de concurrenten,
de pers, de 'man in the street', de politici
en de regeringsinstanties.
Om in die samenleving een naam
te vestigen en te krijgen - let op
het verschilI - is altijd een werk
van lange adem. De vroegere boeren
leenbanken en raiffeisenbanken hebben
in driekwart eeuw hun naam bevestigd
gezien. Daaronder waren zij herkenbaar.
Toen we vijf jaar geleden ons als Ra bo
banken gingen presenteren, dreigde
even een caesuur. De klank werd an
ders. Was dezelfde 'naam'gebleven?
Ja en neen. Ja, omdat vanuit het gewor-
dene met dezelfde intentie werd door
gegaan. Neen, omdat de ontwikkeling in
een veel hogere versnelling kwam. Ont
wikkeling heeft altijd, ook vroeger, in
vloed - vaak onmerkbaar - op je 'naam'.
Omdat ten gevolge van onze fusie die
ontwikkeling zo stormachtig was en om
dat ze juist samenviel met het bekend
worden van de naam Rabobank, hebben
ook wij wel eens wat 'naamsverwarring'
gemerkt. Sommigen bleven staren op de
oude 'naam', anderen concludeerden uit
de ontwikkelingen veel te vlug tot een
heel nieuwe 'naam'. Dat kon je zowel in
onze eigen kring als daarbuiten opval
len.
Zelfs in deze tijd kun je dat nog merken.
Sommigen kunnen het maar moeilijk
plaatsen, dat voor een zo groot gewor
den coöperatieve bankinstelling de
winst in zo heel veel cijfers uitgedrukt
moet worden. Of dat de Rabobanken
niet (meer) alleen van en voor de boeren
zijn. Daar schreven we de vorige keer al
over. Maar in een vooraanstaand lande-
lijk avondblad kom je toch ook weer de
kop tegen: 'Boerenbankier' (Lardinois).
Ook de persoonlijke benadering van de
cliënt, die men terecht juist van de
Rabobank verwacht, was getuige ons
maartnummer al in discussie: de wil is
onveranderd, maar de praktijk maakt het
wet moeilijker. In de WOB-rubriek van
dit nummer kan men lezen dat het
woord dumping aan onze naam werd
geplakt. Ook wordt ons groeiende inter
nationale bedrijf, hoe vanzelfsprekend
voortvloeisel ook van onze basisactivi
teiten, soms nog als een oneigenlijke
ontwikkeling gezien.
XDie voorbeelden - je kunt er veel
meer ontdekken - zijn echt niet
verontrustend. Als er beweging
zit in een bedrijf of organisatie, is het ge
woon normaal dat dat van invloed is op
de indruk die je naar buiten of naar bin
nen maakt. Dat doet zich altijd voor, al
wordt het effect in ons geval versterkt
doordat na de fusie de uiterlijke naams
verandering en de grote ontplooiing sa
menvielen.
Uiteindelijk is de 'naam' een zaak van
vertrouwen wekken en tegelijk van ver-
trouwenswaardig blijken. De 'Umwelt'
en je eigen mensen moeten weten wat
ze aan je hebben. Je 'identiteit' moet
herkenbaar zijn, dus concreet onze
plaats in het bankwezen, bijvoorbeeld
straks tegenover de Postbank. In onze
WOB-rubriek hebben we in het kort
weer eens de aandacht op onze identi
teit gevestigd. Want die identiteit die
naar het beroemde gezegde 'a rose is a
rose is a rose' nooit precies in woorden
is te vatten - is de basis van onze
'naamEn al wordt die 'naammee ge
vormd door de publieke opinie, indirect
hangt dat toch weer in belangrijke mate
van ons zelf af: hoe we ons in allerhand
kleine en grote dingen opstellen en
vooral hoe we het geschonken vertrou
wen waardig blijken. Kortweg, op lau
weren mag je niet gaan zitten, want je
zakt er gemakkelijk doorheen.
J.R.H.