de regen boog Ds. Wouters woont dichtbij het Vondelpark, het groene hart van Amsterdam, dat een magische klank is geworden in de oren van vele jon geren uit de hele wereld. 'Ik heb een opgroeiend gezin. Zo mers gaan we weieens een boter ham in het park eten. Dan zie je al die jonge toeristen je ziet de be dreiging en verlokking die de drugs voor zulke mensen betekenen Op een dag kwam er een jeugdwer ker bij me die vroeg of hij een lokali teit van de kerk mocht gebruiken om daar een koffiebar te houden. Ik heb toen gezegd, nee ga maar eens met een paar mensen in het park zitten. Die jongeren hebben dat gedaan ik zelf kwam er ook meer mee in aanraking ook met echte verslaafden ik heb een jongen meegemaakt die bijna dood ging. Toen ben ik wat gaan doen. Ik kreeg verantwoordelijkheidsgevoel voor deze mensen Zo is De Regenboog begonnen. Douwe Wouters, gereformeerd predikant in Amsterdam-Centrum, is geen blikken dominee; hij vertelt er ons heel rustig over in een bistro aan de rand van don ker Amsterdam. Als je met hem praat, met zijn hervorm de vroegere collega ds. Aalders, met de heer Philips van de Vincentiusvereniging aan de Kloveniersburgwal, met de staf leden van De Regenboog Jelle van Veen, Harry van Strien, Freek en Maaike Noordzij, met de student Peter van Fiel den, met dokter Theo Bruin, besef je hoe moeilijk het werk is dat zij op zich heb ben genomen. Wij met ons baantje in de maatschappij, die dan nog de handen vol hebben aan onze eigen problemen, menen al gauw dat we via krant en TV overvoerd worden met de ellende van de drugproblemen. Praat je met mensen als die van de Regenboog, dan merk je direct, dat er inderdaad een enorme kloof bestaat tussen je eigen ervarings wereld en dat klimaat waarin verslaving en bedreiging met verslaving zich af speelt. Dat was onze ervaring, en we kregen er diep respect voor dat er men sen zijn die die kloof willen overbruggen om de ander te helpen. Brug over de kloof Nu ik iets over het werk van deze men sen ga schrijven, voel ik een innerlijke beperking, die dezelfde is als die welke De Regenboog zelf ervaart. Deze moet tot op zekere hoogte wel wat aan de weg timmeren, want ze drijft op giften, Onze Stichting Steun door Rabobanken schonk een aantal maanden geleden honderdduizend gulden aan de Stichting De Regenboog te Amsterdam. Daar deze Stichting nog maar kort bestaat en werkt op een terrein, dat de meesten van ons onbekend zal zijn, vertellen wij er hier wat over. dotaties, werk van vrijwilligers en mis schien straks wel subsidies. Maar in het eerste tussentijdse verslag 1974/1975 wordt heel duidelijk gezegd: 'het werk onder jeugdige toeristen, randgebruikers en hard-drugsverslaafden vraagt om een rustig klimaat, niet om belangstellende ogen die door alle vensters kijken.' Daar om, verwacht hier geen aangrijpende verhalen over de ontstellende gevolgen van heroïne- of perfetine-gebruik. Ze zijn er, al deed men er bij ons bezoek opmer kelijk terughoudend over. Een voorbeeld kan deze terughoudendheid verduidelij ken. Het was de bedoeling dat wij bij ons be zoek aan het Vincentiushuis een deel van een z.g.. 'huiskameravond' zouden meemaken. Eenmaal per week wordt die huiskamer opengesteld voor echte harddruggebruikers. Dat is tot nu toe iets unieks voor Amsterdam. De bedoe ling is om in die gewone huiskamer van het Vincentiushuis 'de mensen te laten ruiken aan leven, waarvan ze verwach ten dat ze eraan mee willen doen'. Het is een brug tussen maatschappij en drug wereld, zegt ds. Wouters. De mensen die hier komen, doen dat uit zichzelf. We gaan niet naar hen op zoek, maar we hebben er door ons 'veldwerk' wel een soort relatie mee gekregen of een ge sprek mee gehad We weten wat we aan ze hebben, anders zou je de kans lo pen dat er nog in de huiskamer geslikt of gespoten zou worden. Dat moet in ieder geval buiten de huiskamersfeer blijven. We hebben de huiskamer gezien, ge woon gezellig, platen aan de muur, stel schemerlampen, pick-up en wat snacks waren al klaar gezet voor de gasten - wie zouden er komen? - en het groepje gastheren en gastvrouwen. Maar toen we 's avonds later terugkwamen, bleek het toch verstandiger te zijn niet naar binnen te gaan. Er waren op dat mo ment nogal veel gasten, onder wie ook een aantal, dat nogal aggressief rea geerde op mensen uit het 'establish ment', waar ze naar hun gevoel geen en kele band mee hebben. Daar heb je dan de kloof. Je merkte hem zelf ook en was blij dat die huiskamer voor jou niet doorging, omdat je jezelf op zo'n moment als een soort 'pottekij- ker' of 'gluurder' zou voelen. Ons werk begint aan de telefoon, vertel de Jelle van Veen. Ouders, vrienden, predikanten bellen ons op. Dan proberen wij contact te zoeken. We proberen de druggebruiker te motiveren. Als ze ons accepteren nodigen we ze uit om de huiskamer te bezoeken. We werken op de straat, in de kamertjes, bij gebruikers die thuis wonen (het hele gezin wordt er bij betrokken), in ziekenhuizen en gevan genissen. We kijken dan of er vanuit ons veldwerk gewerkt moet worden of dat een speciaal centrum de behandeling kan geven. Momenteel is er contact met 70 verslaafden, allemaal Nederlanders, en met een klein aantal buitenlanders. Het aantal echt verslaafden is moeilijk vast te stellen. Dokter Theo Bruin, die als een van de drie artsen De Regen boog adviseert en daadwerkelijk helpt en verbonden is aan de GGD van Am sterdam, schatte het landelijke aantal op ongeveer 5000, waarvan het grootste aantal op Amsterdam aantrekt. Er is heel veel nood in deze stad, zegt dokter Bruin, en De Regenboog doet met haar speciale functie uitstekend werk. Oecumenische basis De Stichting De Regenboog is nog heel jong, in maart vorg jaar opgericht. We gaan maar voorbij aan alles wat daaraan vastgezeten heeft. Maar over het karak ter van de Stichting moet toch iets ge zegd worden. Haar identiteit is bewust gelegd in de meest oecumenische for mulering, die te vinden was. In De Re genboog, bestuur en de diverse secties, werken vertegenwoordigers van vrijwel alle christelijke kerken, protestantse en rooms-katholieke, samen. Men sluit zich zo nauw mogelijk aan bij de formulering van de Raad van Kerken in Nederland, en wil door getuigenis en dienst het verlorene, dat wat voor ons besef al over de grens is heengegaan, trachten te be-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 19