landbouwbeleid staat niet alleen had daarvoor alleen een iets striktere formulering dan de meerderheid. Milder Over het andere voorstel van de regering, dat over het voorkeursrecht van gemeente gaat, is het oordeel van de vertegenwoordigers van de georganiseerde land bouw milder. De meerderheid wilde echter met dit voorstel niet in zee, zolang de onteigeningswaarde minder zou zijn dan de werkelijke waarde. De minder heid zou tevreden zijn wanneer de band tussen beide wetsontwerpen zou worden doorgesneden en dus niet zoals nu in het wetsontwerp gebeurt de onteigenings waarde als maatstaf wordt genomen voor de prijsbepa ling wanneer de gemeente van zijn voorkeursrecht ge bruik maakt. Door al deze meningsverschillen heeft het Landbouwschap een nogal geschakeerd advies aan de Tweede Kamer verzonden. Misschien dat daarin deze en gene iets van zijn gading aantreft. Regeren per nota De nota over de landinrichting, welke voor eind vorig jaar werd toegezegd, is nu verschenen. Tegen het 're geren per nota' wordt wel bezwaar gemaakt omdat het overheidsbeleid minder grijpbaar wordt dan in het ge val van wetsontwerpen. Met het uitbrengen van een nota verandert er formeel niets, maar de overheidsin stanties hebben de neiging om bij de uitvoering van de bestaande regels met nieuwe regeringsplannen reke ning te houden. Dat wil zeggen met hun interpretatie daarvan, want de nota's zijn meestal ten aanzien van de punten waarop het aankomt nogal vaag. Temidden van de andere departementen, ligt het De partement van Landbouw en Visserij met 11 nota's over de afgelopen tien jaar iets onder het gemiddelde. In het afgelopen parlementaire jaar zijn van het agrari sche departement vier nota's verschenen. Het gaat hierbij om de milieunota's zoals de relatienota en de nota over de intensieve veehouderij en ook om de nota over de inkomenssituatie in de land- en tuinbouw. Men kan niet alle nota's over één kam scheren. De nota over de landinrichting (zeer voorzichtig 'interim-nota' genoemd) is bedoeld als discussiebasis voor allen die bij de landinrichting betrokken zijn. Het uitgangspunt hierbij is dat de Wet op de Ruilverkaveling van 1954 verouderd is omdat daar gesproken wordt van het be hartigen van het agrarisch belang als hoofddoelstelling. Andere belangen zullen in de toekomst in gelijke mate moeten worden behartigd en degenen die meer in het bijzonder natuur en milieu willen beschermen wordt dan ook om advies over de voorstellen in de nota ge vraagd. Kwestie van voortmaken De uit ambtenaren bestaande commissie, die hiervoor reeds in 1972 werd ingesteld, beschrijft in het interim rapport de procedure welke bij de vaststelling van z.g. landinrichtingsplannen gevolgd kan worden. De advise rende instanties zullen er nog een hele kluif aan heb ben. Een andere nota, welke binnenkort gepubliceerd zal worden, betreft de toepassing van de pachtwet. Ook hier dus nog geen concrete voorstellen maar een weer gave van wat de ministers van plan zijn te gaan doen. Het kabinet zal voort moeten maken om al zijn voorne mens nog voor de verkiezingen te kunnen realiseren. Boven een wankele stapel papieren staarde ik door het raam naar het prille groen buiten en vroeg me niet ge heel ter zake doende af waar toch het chlorofyl was ge bleven. Ik bedoel niet dat van de plantenwereld, maar het groene goed, dat ooit in onze eigentijdse maat schappij zo'n overheersende rol speelde. Overal moest het in, tot de tandpasta en de inlegzolen toe. Je hoort er niet meer van, maar het was tenminste universeel. Tegenwoordig heeft de diversificatie ook in dit opzicht toegeslagen en kent elk produkt een eigen geheim in grediënt. Een witmakertje hier, een smaakje in de hap klare brokken daar, meervoudig onverzadigde transis- toren in de tévé en nog meer sleuven in de scheerkop- pen. Het aanbod is groot, overwoog ik, ook op het gebied van de vrijetijdsbesteding. Dat gaat van bloemschikken tot transcedentale meditatie en van het nabouwen van modelauto's tot trimmen. Ik zie ze 's avonds weieens lopen, een groep voor het grootste deel geïmporteerde dorpsmannen. Ze draven in felgekleurde trainingspak ken langs de dijk en pakken daarna in ons plaatselijke uitgaanscentrum een pilsje met een frikadel extra spe ciaal mét Trimmen. Ach, ze hebben het mij ook gevraagd, maar het gaat allemaal zo erg hard. Ik herinnerde mij een aardig boekje, waarin stond hoe je fit en fris kon blijven door zittend achter je bureau van die kleine oefenin getjes te doen. Mijn blikken dwaalden terug naar de in-bak. Veel, erg veel. Klapstuk werd gevormd door een viertal kloeke delen kunstleder. Achter de plastieken raampjes zaten kaartjes, waarop stond gedrukt Handleiding Admini stratieve Systemen. Hoewel de kleur van de boeken psychologisch knap was gekozen - want hemelsblauw geeft toch een zekere belofte - vrolijkte het vooruitzicht me niet op. Op de kast rechtsboven ligt een versleten boekje. Een handboekje, waarin alles staat wat in de dertiger jaren ooit de kassier ener boerenleenbank diende te weten. Alles, letterlijk alles bij elkaar in één klein boekje, dat je met gemak in je binnenzak bij je kon dragen. Hoe on voorstelbaar eenvoudig moet het leven toen geweest zijn. Ik zuchtte eens diep, ging er voor zitten en greep naar het eerste deel, waarvan de inleiding me beloofde dat een volledige beschrijving van de materie was nage streefd. Nou, dat kon je duidelijk zien en voelen ook. Ik hief het even boven m'n hoofd en strekte de armen. Even naar achteren, wat verend en toen terug, een, twee. Toen weer omhoog, strekken en terug, een, tweei Zo ging dat toen met die oefeningetjes ook. Om hoog, strekken en terug, een, twee het gaf me een relaxed en prettig gevoel om zo even in beweging te zijn en daarbij lekker naar buiten te kijken. Maar wie zou me nu geloven als ik zei, dat ik me zo heerlijk had ontspannen met de uitvoerige behandeling van onze geautomatiseerde systemen. U soms Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 18