landbouw beleid staat niet alleen Een twintig jaar geleden kon het land bouwbeleid betrekke lijk eenvoudig afgegrensd worden van andere onderdelen van overheidsbeleid. Met de trits: markt- en prijsbeleid, structuurbeleid en onderwijs, onderzoek en voorlichting, was het beleid voor de land- en tuinbouw bijna volledig in zijn onder delen beschreven. Dat is nu niet meer het geval. In het voorstel van het Landbouwschap werd echter Drs. M. L. de Heer Ook in het verleden hebben de beleidvoerders voor de landbouw zich nooit de weelde kunnen veroorloven zich uitsluitend tot de eigen sector te bepalen. Het bui tenlands economisch beleid was voor de exportpositie van de land- en tuinbouw steeds van groot belang. Het binnenlands prijsbeleid stelde voortdurend grenzen aan het prijsbeleid voor agrarische produkten - of probeer de dit althans. Doordat ons land dreigde dicht te groeien, werd het ruimtelijk isolement van de land- en tuinbouw definitief doorbroken Het agrarisch structuurbeleid moest in toenemende mate rekening gaan houden met niet- agrarische belangen. De sterke groei van de collectieve sector, die er ook mee samenhangt dat wij zovelen op zo'n kleine oppervlakte huisvesten, heeft er noodzake lijk toe geleid, dat de belangstelling van de agrarische sector voor het fiscaal en sociaal beleid toenam. Doorregen Nu het beleid voor de land- en tuinbouw in grote mate is doorregen met onderdelen van algemeen beleid, is het er niet eenvoudiger op geworden. Elke maand weer kan gemakkelijk een staaltje gegeven worden van de verwevenheid van het landbouwbeleid met het alge meen beleid en de daarmede samenhangende moeilijk heden. Ditmaal gaat het over de positie van de jongere agra riërs, het grondbeleid en de landinrichting waarbij het beleid voor de landbouw mede bepaald wordt door niet-agrarische belangen. De Minister van Landbouw heeft nu zijn laatste woord gesproken over de voorstellen ter verbetering van de positie van de agrarische jongeren. Deze voorstellen werden een jaar geleden geformuleerd door een studie commissie van het Landbouwschap die bijna twee jaar nodig heeft gehad voor het analyseren van de finan ciële problemen van de jongeren. De voorstellen werden overgenomen door het Bestuur van het Landbouwschap, nadat op verzoek van de jon geren nog een betrekkelijk ondergeschikte wijziging werd aangebracht. Achteloos Aanvankelijk had het er alle schijn van, dat de voorstel len door minister Van der Stee nogal achteloos werden behandeld. Zo sprak hij zich enkele malen uit tegen het invoeren van een rentesubsidie voor de jongeren. geen rentesubsidie zonder meer bepleit, maar werd deze subsidie slechts gezien als een tijdelijke maatregel voor de jongeren die niet ten volle zouden profiteren van de voorgestelde fiscale faciliteiten omdat zij reeds enige tijd geleden een bedrijf overnamen. Ook leden van de Tweede Kamer bleken niet geheel op de hoogte van de preciese inhoud van de voorstellen, die voor een groot deel op fiscaal terrein liggen en ver der te maken hebben met de werking van de Grond bank. Voor de drie organisaties van agrarische jongeren was deze 'communicatiestoornis' aanleiding tot het be leggen van een grote conferentie, waar ten overstaan van een aantal Tweede Kamerleden het programma nog eens uit de doeken werd gedaan en werd toege licht aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Op 12 maart werd deze conferentie met een 1 500 deelnemers in Barneveld gehouden. Klare wijn Deze bijeenkomst van de meest betrokkenen zal er on getwijfeld toe hebben bijgedragen dat kort daarop in de commissie landbouw van de Tweede Kamer door de Minister van Landbouw klare wijn werd geschonken. Overigens betekende dit niet dat de minister van stand punt veranderde. Hij wees de mogelijkheid van het be lastingvrij sparen en de extra zelfstandigenaftrek van de hand, omdat deze consequenties zouden hebben voor alle toekomstige zelfstandigen en daarom teveel in de papieren zou gaan lopen. Bijgevolg viel ook de moge lijkheid van een tijdelijke rentesubsidie weg. De ver mindering van overdrachts- en successierechten gaf hij in studie aan zijn collega van Financiën. Voor het be oordelen van de voorstellen voor een wijziging van de toetredingsnormen van de Grondbank ten behoeve van de jongere agrariërs, had de minister advies gevraagd aan het Bestuur van de Stichting Beheer Landbouw gronden. Deze had een meer algemene herziening van de normen onder handen, waarbij de verlangens van de jongeren nu werden meegenomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 16