conjunctuurtest
van centraal bureau
statistiek
economische begrippen toegelicht:
meer en beter gelegenheid is tot overleg
en verantwoording. 'Ik zou,' zei hij,
'graag zien dat we er in slagen die Cen
trale Kringvergadering handen en voe
ten te geven.'
De heer Dreschler is dankbaar dat hij die
vijf voorzittersjaren heeft meegemaakt.
'Een geweldige afsluiting van mijn veer
tig dienstjaren. Als ik terugkijk op dat
verenigingswerk heb ik alleen maar
mensen ontmoet die het goede voor
onze organisatie zoeken. Centrale Bank
en lokale banken: wij worstelen samen
om er iets moois van te maken. Zo heb
ben we ook - ondanks af en toe een me
ningsverschil - binnen ons hoofdbestuur
van het begin af aan als vrienden ge
werkt. Dat is - ik wil hem graag uitdruk
kelijk noemen zeker ook te danken aan
de heer Selten, die in mijn jaren enorm
veel heeft gedaan.'
De loopbaan van de heer Dreschler is nu
beëindigd. Wie hem kennen weten dat
hij de oude banden zal willen behouden:
met zijn bank, zijn organisatie en zijn
Vereniging. Ook daarom brengen wij
graag zijn wens over: laten we als Rabo-
bankorganisatie ons eigen gezicht be
waren! Dat dit tot nu toe gelukt is, is
mede aan mensen als de heer Dreschler
te danken.
H. J. G. Meijer
Sinds 1962 wordt door het Centraal Bu
reau voor de Statistiek iedere maand
een enquête gehouden onder een repre
sentatief aantal ondernemingen. De uit
komsten hiervan worden maandelijks
gepubliceerd in de zogenaamde con
junctuurtest en dienen, zoals de naam
aangeeft, een indruk te geven van de
conjuncturele situatie waarin ons land
zich bevindt. Aan enkele uitkomsten van
de enquête, te weten: de beoordeling
van de orderpositie, de beoordeling van
de voorraadpositie en de omvang van de
orderportefeuille, uitgedrukt in aantal
maanden werk, wordt in de pers vrij veel
voor publiciteit gegeven en dit vormde
de aanleiding aan deze CBS-publikatie
eens wat nader aandacht te besteden.
Het meedoen aan een enquête vergt in
de regel van de ondervraagde veel aan
dacht en tijd, dus zeker wanneer dit ie
dere maand dient te gebeuren. Men
heeft daarom het aantal vragen beperkt
gehouden, terwijl door de bedrijven ook
niet veel metingen hoeven te worden
verricht. In een aantal gevallen wordt
naar een oordeel gevraagd.
Een van de vragen luidt bijvoorbeeld:
Hoe beoordeelt u uw voorraadpositie
onverkocht gereed produkt, te groot,
normaal of te klein? Eenzelfde vraag
wordt ook gesteld met betrekking tot de
orderontvangst en de orderpositie. Ten
aanzien van de orderontvangst dient te
vens te worden opgegeven of deze ten
opzichte van de voorafgaande maand
vrijwel gelijk is gebleven, is toegenomen
dan wel is afgenomen. Onderscheid
wordt hierbij gemaakt tussen de totale
orderontvangst, die uit het binnenland
en die uit het buitenland. Een keuze uit
toename, afname of vrijwel gelijk blijven
dient ook te worden gemaakt bij vragen
naar de bedrijvigheid in de afgelopen
maand en in de komende drie maanden.
Ten slotte wordt ook nog gevraagd om
de orderpositie uit te drukken in aantal
maanden werk. De meeste vragen zullen
door de bedrijven vrij gemakkelijk kun
nen worden beantwoord, omdat men op
indrukken mag afgaan. Een nadeel is
wel dat bij het optreden van kleine mu
taties men gauw geneigd zal zijn zijn
antwoorden van de vorige maand te
handhaven, waardoor de uitkomst van
de enquête op den duur een vertekend
beeld kan gaan opleveren.
Interessant is in dit verband te vermel
den dat dergelijke enquêtes ook iedere
maand in andere EEG-landen worden
gehouden. Uit de publikatie waarin de
resultaten van deze enquêtes worden
verwerkt, blijkt hoe de conjunctuur in de
EEG zich ontwikkelt en of de Nederland
se situatie daarvan afwijkt.
Bij het presenteren van de uitkomsten in
de conjunctuurtest maakt het CBS on
derscheid tussen de gehele industrie, de
industrie van consumptiegoederen, die
van investeringsgoederen en die van
overige goederen. De bouwnijverheid
wordt niet tot de industrie gerekend
maar apart vermeld. De vragen die men
de bouwnijverheid stelt luiden ook iets
anders. De sectoren die men hier onder
scheidt zijn woning- en utiliteitsbouw en
grond-, weg- en waterbouwkundige
werken.
Bij het in grafiek brengen van de enquête
resultaten is het gebruikelijk dat men
het verschil bepaalt tussen het percen
tage van de geënquêteerden dat als oor
deel 'te groot' opgeeft en het percenta
ge 'te klein'.
Uit een door ons ingesteld onderzoek is
gebleken dat het saldo van beide per
centages met betrekking tot de orderpo
sitie en de voorraadpositie gereed pro
dukt vanaf 1962 een vrij getrouw beeld
van de conjunctuur weergeeft. Als ver
gelijkingsmaatstaf is hierbij gebruik ge
maakt van een door ons opgestelde
conjunctuurindicator. De enige belang
rijke afwijking, die zich hierbij voordeed
was in 1970, toen de conjunctuur zich in
een neergaande fase bevond maar de
beoordeling van de orderpositie verder
verbeterde.
Uit recente gegevens, ontleend aan de
conjunctuurtest, blijkt dat zowel de or
derpositie als de voorraadpositie medio
1975 hun dieptepunt bereikten en zich
sindsdien in opwaartse richting bewe
gen. Ook de conjunctuurindicator geeft
een dergelijk beeld te zien.