dreschler van de vereniging van directeuren I Begin deze maand is de heer A. Dresch ler afgetreden als voorzitter van de Ver eniging van Directeuren van Raboban- ken. Hij deed dat enkele dagen nadat hij wegens pensionering afscheid had ge nomen van 'Sloten Badhoevedorp', de bank waarbij hij 40 jaar in dienst is ge weest en waarvan hij sinds 1939 direc teur was. De heer Dreschler, die ook in onze orga nisatie vele functies bekleed heeft, halen wij hier vooral even naar voren vanwege zijn werk voor de landelijke Vereniging van Directeuren. Vijf jaar is hij daarvan voorzitter geweest, twee jaar vóór en drie jaar na de fusie van de beide Cen trale Banken. Als de eerste voorzitter van de ene vereniging, die uit de vroege re twee afzonderlijke verenigingen ont stond, heeft hij de spannende, vaak ver warde tijd van onze fusieperiode meege maakt en een groot aandeel gehad in het scheppen van het profiel dat de Ver eniging nu vertoont. Die Vereniging heeft bijgedragen tot de eenheid van onze organisatie, zoals die uit de fusie naar voren is gekomen. De heer Dresch ler heeft zich daarvoor met zijn hele per soon ingezet. Vooral in dat opzicht komt hem nu bij zijn afscheid de dank en waardering van onze organisatie toe. In een kort gesprek met de redactie toont de heer Dreschler zich in eerste aanleg tevreden over hetgeen er in de vijf jaar van zijn voorzitterschap bereikt is. Enkele citaten uit ons gesprek: 'In onze unieke organisatie heeft de Vereni ging een unieke plaats gekregen. Dat is gebeurd op basis van vrijwilligheid, want de Vereniging is geen orgaan van de Rabobankorganisatie. Maar er is een heel goede overlegsituatie tot stand ge komen. Juist omdat wij het belang van de organisatie voorop stellen, kunnen wij op alle niveaus binnen de organisatie tot goed overleg komen.' Belangenbehartiging is de doelstelling van de Vereniging. Dat betreft natuurlijk de directeuren als groep (nagenoeg alle directeuren zijn lid), maar ook komt het eens wat gebotst tussen Eindhovenaren en Utrechtenaren. Het ging echter om het welslagen van de fusie en dat heeft de Vereniging eigenlijk van twee kanten aangepakt en we zijn er uitgekomen. Gelukkig is het geen kleurloze eenheid geworden, want Utrechtenaren en Eind hovenaren hebben binnen die eenheid hun eigen aard kunnen bewaren.' Als taak voor de toekomst ziet de heer Dreschler voor de Vereniging vooral het investeren in de kennis van directeuren, stafleden en personeel. Ook kan de Ver eniging meehelpen om onze coöperatie ve ondernemingsvorm, die helemaal niet verouderd is, verder aan de moder- Ter gelegenheid van zijn afscheid werd de heer Dreschler benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. Een welver diende onderscheiding, waarmede wij hem graag gelukwensen. voor dat voor individuele directeuren op de bres wordt gestaan. 'Belangrijk is ook,' vervolgt de heer Dreschler, 'dat in onze ingewikkeld ge worden bedrijfsstructuur de lokale ban ken in de eerste rij blijven staan. We tie ren het beste in onze organisatie als er een soort evenwichtssituatie is tussen Centrale Bank en aangesloten banken. De Vereniging probeert daarop voor haar deel vanuit de praktijk in te spelen. Ze kon daarom ook weieens wat tegen spel tegen de Centrale Bank leveren. Na tuurlijk waren we het binnen de Vereni ging over dat inspelen of tegenspel niet altijd eens. Maar we zijn er met elkaar altijd in geslaagd zonder conflicten één koers te varen. In het begin, toen de fusie gestalte moest krijgen, heeft het ook bij ons wel ne inzichten aan te passen. Hij denkt aan de democratisering van de onderne mingen. Dat mag onder ons geen vage term blijven. Zeker niet nu de lokale banken in alle opzichten volwassen ge worden zijn. 'Directeur zijn betekent verantwoorde lijkheid; een zware last. Maar een last, die als je goed leiding geeft door ande ren mee wordt gedragen. Want een goed leider hoort open te staan voor ini tiatieven van zijn medewerkers en moet hen door delegeren van verantwoorde lijkheid tot het meedragen daarvan we ten te motiveren.' In dit verband juichte de heer Dreschler ook zeer nadrukkelijk het ontstaan van de Vereniging Perso neel Rabobanken toe. Dit jonge zusje van de oudere Vereniging van Directeu ren verdient onverdeelde steun en be langstelling van allen die bij de Rabo bankorganisatie betrokken zijn. Persoonlijk, niet als scheidend voorzit ter, had de heer Dreschler nog een wens voor de structuur van onze organisatie. Hij zou de Centrale Kringvergadering wat minder log willen, zodanig dat er

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 14