uit onze historie
den gevonden in Friesland, in Lyon en op
het eiland Sylt!
Religieus middelpunt, maar ook een stad
waar godsdienstige verdraagzaamheid
heerste. De vroedschap, bestaande uit
katholieken en protestanten was voor
vrede, orde en rust en zo, zij het onder
gesmoord protest, kon een garnizoens-
trompetter in de Jezuïetenkerk spelen en
kon een Hervormd trommelslager de
trom roeren in een processie. Men
meende zelfs eens de echtgenote van de
militaire gouverneur bij 'den carnaval'
herkend te hebben. Men zei 'foei', maar
meende dat niet zo erg. Lastige predikers
liepen altijd de kans dat zij weggepromo
veerd werden. Officieren en magistraten
waren gelukkig bijzonder 'rekkelijk'. Er
werden zelfs nog kloosters en katholieke
kerken bijgebouwd in het 'Hollandse',
dus protestantse tijdvak.
Enfin, dit waren zo maar enkele 'grepen'
uit de historie van een stad die zichzelf
bleef, in weerwil van de vele gezagswis-
selingen die niet konden uitblijven in een
stad die zo dicht bij vele grenzen gelegen
is op een belangrijk knooppunt van
wegen.
Boerenleenbank Sint Pieter
De bank die nu 'Maastricht' heet, werd
opgericht als Boerenleenbank te Sint
Pieter op 9 april 1905. Teneinde de zaken
fors te kunnen aanpakken werd besloten
tot aankoop van 4 brochures en twee
'Handleidingen van Georgius' (met de
laatste wordt Pater van den Eisen be
doeld).
Maar er was méér aangekocht want in
juli 1905 bleek 'de opname der kas,
zoowel als het onderzoek der boeken, die
voor het eerst plaats hebben na het in
gebruik nemen eener soliede brandkast,
geven de overtuiging dat een en ander in
orde is'.
Het ontbrak niet aan initiatieven, maar
dientengevolge ook niet aan teleurstel
lingen.
'Het denkbeeld om meerdere vergaderin
gen te houden en vreemde sprekers te
laten optreden, vindt in beginsel wel
instemming, evenwel met de opmerking
dat de toestanden hier van dien aard zijn
dat er vooralsnog van meerdere sociale
actie niets dari teleurstelling is te wach
ten, zooals de ervaring steeds heeft
geleerd' schrijft de notulist op 9 de
cember 1906.'
Dit sluit aardig aan bij de aanhef van het
Verslag over den toestand en de werking
der Boerenleenbank over het jaar 1905:
'Met een onverdeeld genot heb ik me er
toe gezet dit jaarverslag op te maken en
met u een blik te werpen op het afgelo
pen jaar in zoo verre het ons heeft
geschonken eene instelling die dan toch
- naar zoo vele gunstige teekenen te
oordelen - werkelijk levensvatbaarheid
toont en - laten we het maar eerlijk
bekennen - dat wil wat zeggen in onze
gemeente, waar zoo herhaalde malen
pogingen tot gemeenschappelijk samen
werken schipbreuk hebben geleden
Wie dit leest krijgt nóg meer respect
voor onze pioniers die, in weerwil van
lauwheid en tegenwerking toch maar
hebben doorgezet!
Wat St. Pieter betreft geldt het spreek
woord: 'Veel weten is veel begrijpen'.
Daarom lezen wij ook in ditzelfde verslag:
'Wij weten het allen dat de eigenaar
dige en geïsoleerde ligging onzer bij
Duitse Poort voor het verkeer naar Aken,
romantisch beeld uit Maastricht, om
streeks 1850.
uitstek vruchtbare en schoone gemeente
op haar een bijzonderen stempel drukt...
geheel afwijkende van andere plaatsen.
De hevige sociale bewegingen en her
vormingen die rondom ons woeden
bereiken ons weinig of niet Die
nadelige zijde is, dat men ongemerkt
genoopt wordt tot berusten in bestaande
ongunstige toestanden
Een mild klinkende, doch desalniettemin
scherpe kritiek, maar toch bewees eene
algemeene toejuiching de ingenomen
heid van de vergadering met al het
gehoorde.
Ook wel teleurstelling
De verzamelde leden kregen nog al eens
iets te horen over onderwerpen die
eigenlijk niets met de bank uit te staan
hadden, zoals propaganda voor de Boe
renbond, ouderlijke macht, gezag en
plicht terzake van opvoeding, het beheer
en het gebruik van gemeenteweiden,
huisvlijt en de wenselijkheid van een
cursus daarin. De secretaris geeft alsdan
naar aanleiding van de rede van den
Geestel. Adviseur eenige inlichtingen ter
zake van de leerplicht en doet als on
derwijzer een beroep op hulp der ande
ren die zeer veel te wenschen overlaat,
daar het met het intellectueel peil van
aanleg der kinderen zoo bijzonder treurig
is gesteld
Maar dat alles had niet ten gevolge dat
de geest van willoosheid, gebrek aan
initiatief en alles wat zoo velen tot een
kwijnend bestaan brengt in het tegen
deel verkeerde.
Het lag niet aan de bestuurders of aan de
geestelijk adviseur. In elk jaarverslag
vindt men tussen de regels door de
teleurstelling maar ook de steeds weer
vernieuwde pogingen om door optimis
me de leden te activeren.
Het verhaal over St. Pieter zou zeer lang
kunnen worden. Daardoor verandert
niets aan het feit dat het daar met de
bank niet best ging. Zelfs nam in 1913 de
kassier ontslag omdat hij het helemaal
niet eens was met de handelwijze van
sommige bestuursleden. Hieraan werd
uiteraard een zeer gespannen vergade
ring besteed.
Uit het inspectierapport van maart 1915
blijkt dat door geen van de leden een
lopende rekening werd aangehouden. Bij
die inspectie bleek ook dat een lid, dat
het ledenregister met een kruisje had
getekend, op een schuldbekentenis zijn
volle handtekening had geplaatst.
'Volgens mededeeling van den Kassier is
bij het teekenen der schuldbekentenis
zijn hand vastgehouden'.
In november 1917 bleek het de inspectie
dat vier voorschotten niet waren genotu
leerd.
'Deze werden verleend in den tijd van
het huwelijk van den Kassier'.
De geschiedenis van Sint Pieter maakte
Tb. nogal mismoedig, maar toch kregen
de 'volhouders' gelijk, zij het dan op een
wijze die men niet had kunnen voorzien.
De bank was en bleef een zwak kasplan
tje (om in geëigende termen te spreken)
met een gering aantal - nogal passieve -
leden. 'Maastricht' was echter voor ons
nog 'braakliggend land'. Daarheen werd
het zwaartepunt van de activiteiten ver
legd.
Tot ongeveer 1957/58 werd de oude
naam behouden en werd gepoogd deze
naam of de naam 'Sint Petrus' naar
Maastricht over te brengen.
Daarvan is echter op goede gronden
afgezien. Dus werd St. Pieter herdoopt in
Boerenleenbank Maastricht. Deze nieu
we sterke loot is zoals voldoende
bekend uitgegroeid tot een zeer grote
bank met vele bijkantoren. Aldus keerde
alles zich uiteindelijk nog ten goede.
Volgende keer trekken we in de richting
van de Achterhoek oftewel De Graaf
schap.
Tb.