33
Verdere tyjzondcriieuon vinden bolangheb- Ilet iK
Hanf
Nederlandsclr Inatituut van Accountants.
Spoorwegdienst.
Soms moet je daarbij een scherp oordeel
uitspreken over nalatigheden van perso
nen en je vraagt je dan af of je dat mag.
Dat is een gewetenszaak, waarbij altijd
richtsnoer is dat het belangvandeonder-
neming gaat boven dat van een bepaald
persoon. Overigens vindt u hierover ook
niets in de wet. Een accountant is for
meel niet verplicht zijn oordeel over het
management te geven.
De gewetensfunctie is ook van groot be
lang voordeadviesfunctievan de accoun
tant. Die laatste functie kan hij des te
beter vervullen als hij ook in de eerste
ingodien<TvoOi\^- -»-jy*,
lilden in dr» it/io te vragerr-
vastgeateld'
Aan dl
ken te
Dordrech)
Vlissinge
en aan
dering
minister'
and na
pens de
«yovfuuoiuouuu viuuuu uuiangueu-
benden ia dö Staatscourant van 17/1S dezer.
Dc voorstellen der commissie samen
gesteld uit de heeren E. van Dien, Mr. E. J.
Korthals Altes, C. J. Theuuisse, E. W.
Schallenberg en ,T. G. Ch. Volmer belast
p>et het redigeeren der statuten zijn in eene
Zaterdagavond te Rotterdam gehouden ver
gadering besproken. De bijeenkomst was
druk bezocht. Uit tal van plaatsen waren
leden opgekomen.
Ten aauzien van de samenstelling van het
bestuur werd bepaald, dat dit zal bestaan uit
ten minste 7 leden, die hunne werkzaam
heden onderling regelen. De voorzitter, uit
het bestuur, wordt echter telkens voor een
jaar gekozen door de algemeone vergadering.
Wat de examens betreft, word bepaald, dat
hoogstens 3 loden van het bestuur benoem
baar zijn tot cxamiuator.
Het bestuur werd gemachtigd in do statuten
de wijziging van redactie to brongen, die door
de Regeoring mocht worden verlangd, als
voorwaarde tot koninklijke goedkeuring.*
Tot leden van hot bestuur werden gekozen
ilo hoeren C. J. Tlieuuisse en E. \V. Scballen-
Herg, te Rotterdam; J. G. C. Volmer, te
Utrecht; Mr. J. E. Korthals Altes en C. Knap
per Kzn., te Amsterdam; J. G. Verroen, te
Rotterdam on G. F. Latorf, te Amsterdam;
tot voorzitter do heer Thcunisse.
Do vergadering hiold zich verder bezig met
de vaststelling van hot cvaraen-programma en
de afdoening van huishoudelijke belangon.
De Raad van Toezicht op de Spoorwegy
.diensten brengt ter kennis van belanghebhejy
Aan.- xbjj !l"-*..college vacant U
Op 1 januari 1895 werd het NIVA sinds
1962 Nederlands instituut van Register
accountants) opgericht. Dit bericht stond
in het Algemeen Handelsblad van 18 fe
bruari 1895.
functie voor een bedrijf optreedt. Natuur
lijk een accountant heeft een hoofdtaak,
die uitloopt op het afgeven van de offi
ciële accountantsverklaring. Hij verzorgt
in een aantal gevallen voor zijn cliënten
ook de belastingaangifte, maar de mo
derne accountant, aldus de heer R. A.,
wil meer. Hij wil ook op andere gebieden
zijn deskundigheid ten dienste van zijn
cliënten stellen.
In dl
avond 2
„Het
meer sp^
leiden dc\
oud-inspel
Verga/
Ncd. P(
alg. verg.:
Holl. Mi
afd. Amst;
Nutsgebo"
Rott/
toor, \V)
t Nlil
vergadert
des voorrj
gende pd
stelling/*'
Imperi'
legger
We*
Dat adviesterrein is volgens de heer R. A.
vrij breed: het bestrijkt fiscale aangele
genheden, administratieve en bedrijfs
organisatorische vraagstukken, verzeke
ringskwesties enz. Sommige accoun
tants hebben een eigen adviesbureau,
dat o.a. deskundig is op het gebied van
de automatisering,wantde computer be
gint een grote rol te spelen. Eigenlijk is
die adviesfunctie vroeger begonnen met
de beiastingadviezen, maar nu hebben
tal van accountantskantoren, o.a, dat van
de heer R. A. zelf, naast de eigenlijke
accountants ook andere specialistische
deskundigen in dienst. Bijvoorbeeld op
het gebied van de economie, de bedrijfs
kunde, de belastingen en soms de actua
riële wetenschap. Dit laatste is dan om
cliënten zelfstandig in individuele of col
lectieve pensioenaangelegenheden te
adviseren. Overigens sluit een accoun
tant zelf geen verzekeringen (hij ont
vangt dus geen provisie), maar wel kan
hij offertes vragen en beoordelen, alles in
opdracht van zijn cliënt.
Het komt natuurlijk ook voor dat de
accountant opdracht krijgt tot een een
malig advies, zonder dat hij de accoun
tant van het betrokken bedrijf is. Vele
bedrijven hebben bijvoorbeeld wel een
belastingconsulent of een goed admini
stratiekantoor, maar geen accountant,
die door zijn opleiding op tal van terrei
nen gespecialiseerd is.
Voor de heer R. A. is zo'n deelopdracht
geen bezwaar. Wij hebben op ons kan
toor zo zegt hij, geen specialisatie naar
branche, integendeel er is een grote
spreiding van kennis en ervaringen.
Moeilijkheden van de ene branche leve
ren kennis op die je later in andere bran
ches kunt gebruiken. De overdracht van
ervaringen is binnen je kantoor en naar
buiten, tegenover je cliënten, heel belang
rijk. Met name ook als je een accountant
bent van verenigingen van bepaalde be-
drijfsgenoten. Een accountant moet een
voudig altijd verder kijken dan het bedrijf
van een bepaalde cliënt.
De heer R. A. heeft geen enkel bezwaar
tegen het werk van boekhoudbureaus,
administratiekantoren en belastingcon
sulenten. Daar zijn heel bekwame men
sen onder, zelfs al hebben ze soms geen
specifieke op het vak gerichter opleiding
gehad. Zij hebben een zeer nuttige func
tie, vooral voor de vele agrarische en
niet-agrarische middenstandsbed rijven,
die gewoonlijk toch niet van de diensten
van een echte accountant gebruik ma
ken. Het verschil met de accountant is,
dat het boekhoudbureau veel meer op
eigen kantoor administraties gereed
maakt en de accountant om zo te zeg
gen van buiten geroepen naar het kan
toor van de relatie toekomt om de juist
heid van de administratie vast te stellen.
Omdat de accountant natuurlijk ook de
buiten het bedrijf gevoerde boekhouding
moet controleren, ziet men wel als
moderne ontwikkeling dat accountants
kantoren met eigen administratiekanto
ren gaan werken. Dat doet men dan om
doublures in het controlewerk te voor
komen. Trouwens er komen al minder
boekhouders ter beschikking: de machi
nes nemen het werk over.
Over de toekomst van de middenstand is
de heer R. A. niet al te somber. Ik denk,
zegt hij, dat er betere jaren voor het mid
den- en kleinbedrijf komen. Deze onder
nemers hebben nog een grote mate van
vrijheid behouden en ze blijken zich ge
makkelijk aan andere omstandigheden te
kunnen aanpassen. De rechtsvorm, waar
onder deze bedrijven optreden is erg
belangrijk en vereist vaak zorgvuldige af
weging van allerlei factoren. Ik meen dat
de commanditaire vennootschap voor
middenstandsbedrijven in veel gevallen
de meest geschikte is.
Ook tegenover de bankrelatie van de
cliënt geldt de zwijgplicht van de accoun
tants. Daarvan kan hij alleen door zijn
cliënt ontheven worden. Maar als nu
mijn cliënt mij opdraagt contact met zijn
bank op te nemen, moet ik van hem wel
de vrijheid krijgen om te zeggen wat ik
wil. Ik moet de stukken aan de bank
kunnen overleggen waarin mijn mening
staat. Alleen dan kunnen accountant en
bank samen de beste oplossing voor de
cliënt vinden.
Ook de keuze van een bank - daarover
wilden wij natuurlijk de heer R. A. ook
nog wel even horen - is voor een onder
nemer een zaak van gewicht en conse
quenties. De heer R. A. meent, dat daar
bij drie dingen belangrijk zijn. Het eerste
is dat er een goede menselijke verhou
ding tussen cliënt en bank bestaat. Het
tweede, dat de bank over een goed
service-apparaat beschikt en het derde,
dat de cliënt er op mag vertrouwen, dat
de bank hem als het moeilijk gaat, niet
zonder meer laat vallen. Zonder dat een
bank zijn eigen belang hoeft te verwaar
lozen, moet de bank erop uit zijn de cliënt
te helpen.
Wij waren blij dit te horen van een man,
van wie we als een van zijn laatste op
merkingen optekenen: 'de accountant
dient zich onafhankelijk en objectief op
te stellen, ook als er kans is dat hij daar
door zijn relatie verliest.'
De drie punten van de heer R. A. menen
we alle terug te vinden in onze eigen
bedrijfsfilosofie. Want deze brengt toch
met zich mee, dat onze banken zich bij
hun cliënten, zowel kleine als grote, be
trokken voelen en hen bij hun onder-
nemer-zijn blijvend van dienst willen zijn.
J. R. H.