positie-opmaak
binnenland
NK,
739
M. Kingma, hoofd Positie-opmaak Binnenland van de Centrale Bank
1976 Walt Disney Productions
Wellicht herinnert u zich de stripverhalen
van Donald Duck, waarin Oom Dagobert
regelmatig in zijn geldpakhuizen zijn
vermogen zit te tellen. Het lukt hem
echter nooit de omvang daarvan vast te
stellen, omdat er steeds geld in- en
uitstroomt.
Welnu, Positie-opmaak Binnenland van
de Centrale Bank staat min of meer voor
dezelfde opgaaf. Ter ondersteuning van
het liquiditeitsbeleid van het Directoraat
Middelenbeheer, waaronder zij ressor
teert, bepaalt Positie-opmaak Binnen
land dagelijks de beschikbare liquidi
teiten (guldens) van de Centrale Bank. De
bij dit zogenaamde 'passieve liquiditeits-
beheer' toegepaste werkwijze is echter
wel iets effectiever dan die van Oom
Dagobert. Door uit te gaan van de
eindstand van de vorige dag behoeven
slechts de mutaties daarin onder con
trole gehouden te worden om vast te
stellen hoe de positie van de lopende
dag er zal gaan uitzien.
Betalingsstromen
Om welke mutaties gaat het daarbij?
Als de vergelijking met het stripverhaal
nog even wordt voortgezet, dan kunnen
we de Rabobankorganisatie vergelijken
met de geldpakhuizen van Oom Dago
bert en het betalingsverkeer met de in-
en uitstromende gelden. De relevante
betalingsstromen zijn dan die gelden,
welke de Rabobankorganisatie binnen
komen en verlaten. Overboekingen van
de ene Rabobank naar de andere hebben
geen invloed op de liquiditeitspositie van
de totale organisatie, omdat daardoor bij
de ene Rabobank een vermindereing en
bij de andere een vermeerdering van
liquiditeiten ontstaat van dezelfde
grootte.
De volgende - organisatiegrenzen over
schrijdende - betalingsstromen kunnen
daarbij worden onderkend:
1 de chartale geldstromen;
2 het conventionele bankgiroverkeer;
3 het geautomatiseerde bankgirover
keer, via de Bankgirocentrale;
4 het betalingsverkeer via de girodien
sten;
5 het telefonische giroverkeer, binnen
land;
6 het buitenlands betalingsverkeer, zo
wel schriftelijk als telefonisch (guldens);
7 betalingen met betrekking tot effecten,
zoals aan- en verkopen, emissies, cou
pons, lossingen en dividenden;
8 betalingen uit hoofde van valutatrans
acties;
9 betalingen uit hoofde van geld- en
kapitaalmarkttransacties.
Bovendien worden aan het 'passieve
liquiditeitsbeheer' de volgende eisen ge
steld:
a de liquiditeitspositie moet dagelijks zo
exact mogelijk worden bepaald;
b deze dient zo vroeg mogelijk bekend
te zijn;
c het renteverlies moet geminimaliseerd
worden, waarbij het betalingsverkeer on
der alle omstandigheden onbelemmerd
moet kunnen plaatsvinden.
Betalingskanalen
Voor een optimaal werkend 'passief liqui
diteitsbeheer' is een goed inzicht in het
betalingsverkeer een eerste vereiste. Ter
verkrijging van de nodige informatie is
een intensief contact nodig met diverse
activiteiten binnen de Centrale Bank, de
aangesloten banken, de hoofdkantoren
van andere bankinstellingen, de Bank
girocentrale, De Nederlandsche Bank en
grote cliënten van de Centrale Bank.
Om de relevante betalingsstromen vol
doende onder controle te krijgen en te
houden, is tevens een zeer goede be
heersing van de diverse betalingskanalen
essentieel. Het gaat daarbij om de vol
gende kanalen:
- de kassen in de organisatie;
- de rekeningen van de Centrale Bank bij
de girodiensten;
- de rekeningen van de Centrale Bank bij
andere bankinstellingen, de zogenaamde
nostro-rekeningen;
- de rekeningen van andere bankinstel
lingen bij de Centrale Bank, de zoge
naamde loro-rekeningen;
- de rekeningen van de Centrale.Bank bij
De Nederlandsche Bank.
Aan de hand van de diverse betalings
stromen zal ik trachten een en ander te
verduidelijken
Betalingsverkeer
De chartale geldstromen betreffen het
kasverkeer in de organisatie.
Zowel door geldaanvragen bij de Cen
trale Kas als door afstortingen van kas
geld, wijzigt doorgaans de liquiditeits-
positie. Door geldaanvragen vindt een
omzetting plaats van giraal in chartaal
geld, hetgeen resulteert in een onttrek
king aan de liquiditeitspositie van de
Centrale Bank
Afstortingen van overtollig kasgeld vin
den in de meeste gevallen plaats door
opzending naar de Centrale Kas. Omdat
deze gelden daar meestal worden ge
bruikt ter uitvoering van geldaanvragen,
vindt er geen omzetting plaats van char
taal in giraal geld en hebben ze geen
directe invloed op de liquiditeitspositie.
In sommige gevallen wordt afgestort ten
gunste van de rekening van de Centrale
Bank bij De Nederlandsche Bank, het
geen wel van belang is voor de positie.