5
daarover in ons land verscheen, defi
nieerde de heer Adolfse zelf de corpo
rate planning aldus: „een activiteit bij
uitstek voor de topleiding van een bedrijf
om voor een meerjarige periode in con
crete termen doelstellingen te formu
leren voor de onderneming als geheel
en de instrumenten te scheppen om het
bedrijf te sturen naar verwezenlijking
van deze doelstellingen".
Op 1 februari is dr. J. Th. Adolfse bij de
Centrale Bank in dienst getreden en per
die zelfde datum benoemd tot onder
directeur. Hij is belast met de leiding
van de Stafgroep Beleidsplanning.
De heer Adolfse (43 jaar), die van 1956
tot 1960 studeerde aan de Katholieke
Economische Hogeschool te Tilburg en
daar in 1970 promoveerde op een disser
tatie over ,,De Westeuropese nationale
Investeringsbanken voor buitenlandse
ontwikkelingsfinanciering", is o.a. staf
lid geweest van de Europese Investe-
rings Bank in Brussel en was sinds 1971
onderdirecteur commerciële beleids
voorbereiding en corporate planning
van de Mees en Hope Groep N.V. te
Amsterdam.
Ongetwijfeld wacht de heer Adolfse een
mooie en verantwoordelijke taak.
Beleidsplanning, ook corporate planning
genoemd, is zeker voor banken een be
trekkelijk nieuw terrein. In een van de
eerste artikelen, dat een jaar geleden
Je moet, aldus de heer Adolfse, je daar
bij afvragen „hoe ziet onze samenleving
er in de toekomst uit en hoe kunnen wij
die toekomstige samenleving van dienst
zijn". Bedrijfsplanning is nodig voor
goed management en goed management
is nodig om het vertrouwen van het pu
bliek te behouden. Hij heeft dan ook er
gens in een van de vele publikaties van
zijn hand geschreven: „het vertrouwen
van cliënten en van het publiek in de
bank vormt de bromtoon, die door het
gehele koor van doelstellingen en lange
termijnbeleid heen klinkt".
Dat is eigenlijk de kern van mijn filoso
fie, zei ons de heer Adolfse. En dat is
ook de reden, waarom ik mij tot de Rabo-
bankorganisatie aangetrokken weet.
Ik twijfel er niet aan dat ik hier met ple
zier en voldoening zal kunnen werken,
en dat ik me er thuis zal voelen.
De heer Adolfse moge weten, dat wij
hem graag als één der onzen in ons
huis ontvangen hebben en dat wij hem
daar een blijvend „zich thuis voelen"
toewensen.
het welslagen van deze initiatieven te be
vorderen is de betekenis van de op zich
zelf zeer bescheiden te achten hulp van
onze banken in werkelijkheid wellicht veel
groter dan uit de omvang van de bedragen
kan blijken.
Tot de in het eigen land ondersteunde ini
tiatieven behoort een gift aan de Stichting
De Regenboog. Deze jonge stichting - die
een interkerkelijke achtergrond heeft - legt
zich toe op resocialisatie van hen die we
gens verslaafdheid aan verdovende midde
len ten onder dreigen te gaan. In één van
de volgende nummers van ons maandblad
wordt dit project uitvoeriger toegelicht.
Behalve aan de Stichting De Regenboog is
nog aan zeven andere binnenlandse pro
jecten in 1975 hulp geboden of toegezegd.
De verbetering van de levensomstandighe
den van gehandicapten stond daarbij cen
traal. Ook in dit opzicht zal het werk van
onze Stichting moeten worden voortgezet.
De mate waarin dit in 1976 mogelijk zal
zijn, wordt hoofdzakelijk bepaald door de
besluitvorming bij de plaatselijke Rabo-
banken om zo mogelijk 1 van de netto
winst na belasting af te dragen aan de
SSR.
gedaan, vooral vanuit het buitenland (ont
wikkelingslanden). In het afgelopen jaar
werden 34 buitenlandse uitkeringen ver
richt. Al deze projecten zijn door deskun
digen beoordeeld en geschikt verklaard.
Opleidingsprojecten voor de landbouwbe-
oefening en voor coöperatiedoeleinden -
vooral kredietwezen - nemen een ruime
plaats in. Daarnaast kleine investerings
projecten met een groot direct rendement
en projecten ter ondersteuning van het
oprichten van kredietcoöperaties. Een klei
ne greep uit de veelheid:
In Zuid-lndia kon met de hulp van de Stich
ting Steun door Rabobanken een oplei
dingscentrum voor de veehouderij worden
gevestigd;
in Kenia gaf de SSR steun aan vaktraining
van plattelandsjongeren;
in Chili werd hulp geboden aan een project
van land- en tuinbouwonderwijs;
de coöperatieve kredietorganisatie van
Peru, die van Rwanda, Ghana en Uganda,
de organisaties voor bevordering van kre
dietcoöperaties in het Caraïbische gebied,
in de Philippijnen, in Indonesië ontvingen
alle bijdragen van de SSR.
Onze Stichting werkt daarbij vanuit de
zelfde gedachte die de vorige eeuw een
man als F. W. Raiffeisen in beweging heeft
gebracht: de samenwerkingsgedachte.
Door samenwerking verkrijgen zij die in
dividueel zwak staan, mogelijkheden er
door te komen.
Zoals gezegd, wordt op de SSR een steeds
groter beroep gedaan. Wij zijn ons bewust
dat onze hulp maar heel bescheiden kan
zijn. Zij dient er vaak toe initiatieven te
ondersteunen, initiatieven die de landbouw
en het coöperatiewezen in ontwikkelings
landen bevorderen: initiatieven ook die in
eigen land de levensomstandigheden, voor
al van die personen en groepen die in
buitengewone, hulpbehoevende omstandig
heden verkeren, ten goede komen. Door