uit onze historie
34
op te geven moeten de beleggers (de ban
ken) namelijk het bedrag en de rente opge
ven. De agent van het Ministerie van Fi
nanciën bepaalt vervolgens door middel
van het vaststellen van de rente welk be
drag aan schatkistpapier zal worden ge-
emitteerd.
naar mechelen
vervolg van pag. 29
deel dai de grote inschrijvers (vooral in
stitutionele beleggers) zeer grote bedragen
tegen deze minimumkoers zullen inschrij
ven, waardoor deze zeer vaak de uiteinde
lijke koers zal worden.
Het is opvallend dat het tot nu toe alleen
de Staat der Nederlanden is geweest welke
door middel van het tendersysteem obliga
ties heeft geëmitteerd. Oorzaak is onder
andere dat het meestal om grotere bedra
gen gaat (de kleinste tenderlening in 1975
was nog 295 miljoen groot) waarbij er
sprake moet zijn van een zeer goede de
biteur. Daarbij loopt deze de kans dat het
tendersysteem uiteindelijk in ongunstigere
voorwaarden zal resulteren dan bij het ge
bruikelijke uitgiftesysteem het geval zou
zijn geweest. Voor de Staat is dit geen be
zwaar aangezien zij dan het bedrag van de
lening zeer beperkt kan houden en de vol
gende keer weer meer zal kunnen lenen.
Het moet niet uitgesloten worden geacht
dat in de toekomst ook andere grote debi
teuren (met name is aan de BNG te denken)
dit systeem zullen toepassen.
Ook voor de afgifte van schatkistpapier is
het tendersysteem de laatste jaren de
meest gebruikte methode geweest. Er is
echter een fundamenteel verschil ten op
zichte van het tendersysteem zoals dit voor
obligaties wordt toegepast. In plaats van
het bedrag en de koers bij de inschrijving
Voor een verdere uitwerking wordt verwe
zen naar Rabobank 1975 nr. 10, pagina 25.
Eerst dan maar een klein beetje Mechelen-
se geschiedenis (met voorbijgaan van oor
logsellende en brandschattingen van het
dorp dat als ,,Machlum" in 1133 voor het
eerst genoemd werd. Dit Dominorum
Machelina is zeer lange tijd bijna een
staatje op zichzelf geweest in bezit van de
Johannieterorde die aldaar kerken en kloos
ters bezat. Omstreeks het eind van de zes
tiende eeuw werd deze Commanderie bij
Aken ingelijfd en werden dus klooster, mo
len en „Herenhof" door de Johannieters ver
laten. Deze „Herenhof" die na vele ver
kopen en verervingen in het bezit kwam van
Jonkvrouwe Von Görschen werd door haar
vermaakt aan de „Protestantse Johannieter
orde" te Eindhoven met als doel een cen
trum te zijn voor activiteiten ten bate van
het welzijn van de „gehele mens" waardoor
dit pand terugkeerde tot de oorspronkelijke
bestemming.
Voor kerkherstel zijn van 1635-1773 lang
durige processen gevoerd over wie kerk en
oren moet herstellen, de Commanderij
of de gemeente Mechelen. Af en toe was
het een bouwval die men in regentijd
niet kon betreden zonder kans door vallend
gesteente getroffen te worden. De vernie
lingen die in oorlogstijd aan klooster, kerk
en hoeve ten deel vielen, zullen zeker niet
helemaal aan het dorp zelf voorbij zijn ge
gaan. Maar iedere keer herrezen behuizin
gen en gebouwen weer uit puin of as en
geven ons heden een allercharmanst dorp
te zien met enige oude huizen, o.a. vak
werkhuizen; hoeve de Pley (1740) met
schuur en bakhuis; in de Hoofdstraat huis
Oud-Mechelen, 300 jaar oud. Verder de
oude brouwerij uit 1782 en Mechelens Pan-
huis. Dit imposante witte huis, werd in de
17e eeuw tegenover de kerk gebouwd. De
Heren van Wittem, die vanuit Wittem o.a.
Mechelen regeerden, bezaten de „banali
teit" van het bier in hun rechtsgebied.
Daarom is in het Panhuis, van waaruit her
bergen en kroegen van Wittem, Mechelen
en Epen bevoorraad werden, eeuwenlang
de officiële bierpan of brouwketel gevestigd
geweest. Zoals vroeger in veel plaatsen ge
bruikelijk was, zal in dit panhuis ook wel
de schepen- of rechtbank vergaderd en
rechtgesproken hebben. Voor de juistheid
van deze veronderstelling pleit wel de aan
wezigheid van ringen met kettingen in de
gewelven van het middelste deel van het
huis, wat dan als gevangenis zou hebben
dienst gedaan.
De notulen van „Mechelen" zijn zo uitvoerig
en prettig leesbaar dat Terugblikker in de
verleiding zou komen, daaruit een lang ver
haal te destilleren. Hij zal zich echter trach
ten te beperken en dus lezen wij dat in 1903
pastoor Vischkens tot directeur, d.w.z. voor
zitter van het bestuur, werd gekozen. Hij
wilde bijdragen aan de bevordering van de
stoffelijke welvaart der parochianen, maar
in de eerste plaats toch ook aan de bevor
dering van hun geestelijk welzijn en de eer
ste kassier, Beuken, wilde alles in het werk
stellen „om de werkzaamheden aan dit
ambt verbonden zoo stipt en nauwgezet
mogelijk te vervullen". Een beter team is
nauwelijks denkbaar. Om dit ambt inder
daad te kunnen vervullen mochten lak en
lakstempel en papier worden aangekocht.
Aanvankelijk „kon niet geloochend worden
dat door de Bank weinig aktief leven werd
ontwikkeld". Gelukkig dacht de Landbouw-
bond in 1903 nog vóór Allerheiligen met een
Rundveeverzekering gereed te zijn en dat
zal dan wel een gunstige invloed op de bank
hebben óók.
De directeur merkte echter „den Leden op
dat alles wat duidt op de Landbouwbond uit
de Statuten is geschrapt. De Leenbank
moet voor alle parochianen toegankelijk
zijn" en hoewel bij het ontstaan van de bank
partijschappen haar leven dreigen te ver
stikken, toch toonde zij levenskracht ge
noeg te bezitten om „dien storm te kunnen
trotseren".
Het jaar 1903 sloot met een tekort van
46,31, waaraan Schade aan Pruisisch
Geld ad 0,07 mede debet was.
Toch optimistisch blijvend heeft de direc
teur „vooruitsnellend op een te nemen be
sluit" een bezoek gebracht aan een brand-
kastenfabriek te Aken en dat was wel nodig
want de Centrale Bank drong aan op het
aanschaffen der „beide mappen; de een
voor het bewaren van Balans en Rekening
en de ander voor het bewaren van Schuld
bekentenissen". Toen in 1905 de directeur
met tevredenheid op het werk van naasten
liefde kon terugzien en de leden van de be
stuurscolleges het tot aller tevredenheid
niet nodig vonden om nogmaals de reke
ningen te •controleren „aangezien ze zijn
opgemaakt door een Inspecteur der Cen
trale Bank" en dies zuchten van verlichting
slaakten kon de kassier een voordracht
houden over tuberculose onder het rund
vee. In een zeer bevattelijke taal besprak hij
het vóórkomen der ziekte, de uiterlijke her
kenningstekenen enz. enz.
Toch moest men zuinig blijven en werd dus
het Huishoudelijk Reglement niet gedrukt
en verspreid, maar zou dit op instigatie van
een lid op elke Algemene Vergadering wor
den voorgelezen. Of dit lang is volgehouden
konden we niet aan de weet komen.