economische begrippen toegelicht: 29 Drs. B. J, Kruimel In 1975 is het tendersysteem een bekend verschijnsel geworden op de Nederlandse obligatiemarkt. Voor het uitgeven van vier van de in totaal vijf Staatsleningen werd dit systeem gebruikt. Daarnaast werd het ook bij een zevental emissies van schat kistpapier toegepast. Bij het woord tender zullen velen denken aan een wagentje dat beladen met kolen en water achter een locomotief bungelt. Het begrip tendersysteem is uit het Engels afkomstig en betekent eenvoudig „inschrijf- systeem". Bij het inschrijven geeft de be legger aan in welke richting zijn wensen gaan ten aanzien van de inschrijfkoers en het bedrag dat hij wil hebben. Of hij zijn wensen ingewilligd zal krijgen is mede af hankelijk van het handelen van de andere beleggers en van de emittent van de le ning. Voor de emittent heeft dit systeem het voordeel dat hij een duidelijk inzicht krijgt in de verhoudingen zoals die er op een bepaald moment op de kapitaalmarkt zijn en dit inzicht ook volledig kan benut ten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Staat juist in tijden dat haar financie ringstekorten groot zijn geworden dit systeem is gaan hanteren. Het tender systeem is voor de uitgifte van obligatie leningen nog maar weinig toegepast. Alleen in 1967, 1968 en 1972 is het voor de uitgifte van in totaal vijf Staatsleningen gebruikt. De meeste leningen op de Nederlandse obligatiemarkt worden uitgegeven met een van te voren vastgesteld bedrag en rente percentage, terwijl de koers van inschrij ving kort voor de inschrijfdatum bekend wordt gemaakt. De belegger weet derhalve precies welk rendement hij zal verkrijgen. Het enige risico dat hij loopt is dat het door hem ingeschreven bedrag, bij een grote be langstelling voor de lening, slechts in be perkte mate zal worden toegewezen. Dit in Nederland gebruikelijke systeem ver eist derhalve van de kant van de belegger alleen een goede beoordeling van het be drag dat hij zal inschrijven. Daarnaast dient de emittent van de lening bijzonder nauw gezet te zijn bij het vaststellen van de voorwaarden van de lening. Op dit systeem is een aantal varianten denkbaar, met name het openlaten van de rente, van de uitgiftekoers en van het be drag. Het eerste is voor de emittent ris kant. Bij een vaststaande uitgiftekoers en grootte van de lening loopt hij de kans een rente te moeten gaan betalen welke te hoog uitkomt. Ook aan het alleen openlaten van de uit giftekoers is het risico verbonden dat hij in verhouding te duur leent. Bij het openlaten van het bedrag heeft de emittent meer speelruimte. In tegenstelling tot de twee andere gevallen is hij nu niet verplicht de wensen van de markt te ac cepteren, aangezien hij het bedrag van de lening bijzonder laag kan stellen. Dit systeem is toegepast bij de eerste Staats lening in 1975. De voorwaarden hiervan waren toen nogal ruim (rente 9%, uitgifte koers 100%, gemiddelde looptijd 13 jaar). Dit had tot gevolg dat de beleggers, uit angst dat zij te weinig toegewezen zouden krijgen, op grote schaal majoreerden (voor een groter bedrag inschreven dan zij wil den hebben). Bij een reële belangstelling welke geschat werd op circa 600 miljoen werd toen voor 200 miljard ingeschreven (uiteindelijk werd 700 miljoen toegewe zen). Aangezien de toewijzingspercentages zeer gering waren had dit systeem ten ge volge dat een aantal banken en commissio nairs problemen hadden bij hun toewijzin gen aan de cliënten. Men kan natuurlijk ook meer dan één van de voorwaarden van een lening openlaten. Indien zowel het bedrag als de inschrijf koers aan de markt worden overgelaten spreekt men op de obligatiemarkt over het tendersysteem in haar meest zuivere vorm. De beleggers dienen zowel het bedrag van hun inschrijving als de koers waartegen zij dit willen doen bekend te maken. De grotere beleggers geven vaak een scala van bedragen en koersen op. Na de in schrijving stelt de emittent vast welk be drag (tegen welke koers) uit de markt zal worden genomen. Iedere belegger die voor een hogere koers heeft ingeschreven dan de vastgestelde koers krijgt zijn inschrij ving volledig toegewezen, tegen de vast gestelde koers wordt meestal een reductie toegepast. Grafisch kan men dit als in de afgebeelde tabel voorstellen. Op basis van het gehele scala aan inschrij vingen tegen de verschillende koersen kan de emittent de curve tekenen. In dit voor beeld is tegen 100% of hoger 420 mil joen ingeschreven en tegen 100,1 of hoger 360 miljoen. Indien de emittent be sluit 400 miljoen uit de markt te nemen zal de toewijzing volledig zijn voor alle in schrijvingen tegen een koers van 100,1 of hoger en zal op de inschrijvingen tegen 100% 66,6% worden toegewezen. Naast de boven beschreven werking van het tendersysteem is in het verleden ook wel van te voren een minimum uitgifte koers vastgesteld. Dit heeft echter het na- vervolg op pag. 34, kolom 1 101,5 - 101 100,5 - 100 99,5 - 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000 min.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 31