23
besluiten volgens regels en voor een doel
oprichtingsvereisten
Voor de oprichting van onderlinge waar
borgmaatschappijen is eveneens een vol
gens de nieuwe wetgeving notariële akte
vereist.
bestaande verenigingen
zijn aan de verkrijging der goedkeuring op
de statuten van verenigingen zijn gedaald.
Oprichting van vereniging in de toekomst
Het Tweede Boek van het Burgerlijk Wet
boek, waarin de rechtspersonen zullen
worden geregeld, bevat een totaal andere
inrichting voor de vereniging.
Een vereniging ontstaat door een hande
ling, waarbij de leden-oprichters een rechts
persoon tot stand brengen. Er is niet een
koninklijke erkenning of goedkeuring van
de statuten vereist, om de vereniging rechts
persoonlijkheid te verlenen. Zelfs is het niet
nodig, van de oprichting een akte op te ma
ken. Voldoende is het, dat de oprichters
door hen gesteld te willen samenwerken.
Notariële akte
Hoewel de wet niet voorschrijft, dat van de
oprichting een akte wordt opgemaakt, zal
voor de oprichting van een vereniging door
gaans een geschrift worden opgemaakt. Er
zijn zelfs zekere voordelen aan verbonden
om de oprichting van de vereniging bij nota
riële akte te doen plaatsvinden.
1. Een vereniging, waarvan de statuten niet
zijn opgenomen in een notariële akte, kan
geen onroerend goed of schepen verkrij
gen.
2. Een bestuurslid van een vereniging,
waarvan de statuten niet in een notariële
akte zijn vastgelegd, is naast de vereniging
hoofdelijk aansprakelijk voor alle verbinte
nissen, die hij voor de vereniging is aange
gaan.
3. Een vereniging, waarvan de statuten niet
in een notariële akte zijn vastgelegd, kan
niet als erfgenaam optreden.
De verwachting ligt voor de hand, dat na de
inwerkingtreding van het nieuwe Tweede
Boek van het Burgerlijk Wetboek de meeste
verenigingen bij notariële akte zullen wor
den opgericht.
De vereisten voor de oprichting van een
vereniging zijn dus verschillend geregeld in
het huidige recht, vergeleken met het recht
dat zal gelden na het inwerkingtreden van
de nieuwe wetgeving.
Onder de gelding van het huidige recht zal
men de oprichtingshandeling schriftelijk
vastleggen; een notariële akte is daarvoor
niet nodig. Om rechtspersoonlijkheid aan
de vereniging te verlenen moet men een ko
ninklijke erkenning verkrijgen, waartoe
goedkeuring van de statuten noodzakelijk
is.
Volgens het komende recht vervalt de ko
ninklijke erkenning en zelfs het vereiste
van het schriftelijk vastleggen van de op
richtingshandeling, doch het verdient, zoals
werd uiteengezet, de voorkeur om terzake
van de oprichting een notariële akte te doen
opmaken.
Voor de oprichting van naamloze en beslo
ten vennootschappen is volgens het be
staande recht de verlijding van een nota
riële akte voorgeschreven, terwijl daaren
boven nog de verklaring van geen bezwaar
moet worden verkregen van de Minister van
Justitie. Bij naamloze en besloten vennoot
schappen geldt een dubbel oprichtingsver-
eiste. Door de invoering van Boek II van het
Burgerlijk Wetboek zal daarin geen wijzi
ging komen.
Voor de oprichting van coöperatieve ver
enigingen is volgens het huidige recht een
notariële akte vereist; de coöperatieve ver
eniging heeft rechtspersoonlijkheid zodra
de notariële akte in de voorgeschreven
vorm is verleden, zonder dat daarvoor een
ministeriële goedkeuring is vereist. Het ko
mende recht brengt hierin geen wijziging.
Wij willen nu onze aandacht richten op de
z.g. gewone vereniging, d.w.z. de vereniging
die niet is een coöperatieve vereniging en
ook niet een onderlinge waarborgmaat
schappij.
De nieuwe wetgeving, die zojuist werd be
schreven, is niet alleen van belang voor de
oprichting van nieuwe verenigingen, zij is
ook van betekenis voor de bestaande ver
enigingen. Wij moeten daarbij een onder
scheid maken tussen de bestaande vereni
gingen, die door goedkeuring van de statu
ten rechtspersoonlijkheid hebben verkre
gen, en de nu werkzame verenigingen, die
niet als rechtspersoon zijn erkend.
Verenigingen met rechtspersoonlijkheid
Voor de als rechtspersoon erkende vereni
gingen treden geen bijzondere consequen
ties in. Vanaf het tijdstip van inwerkingtre
ding van boek II staat namelijk een vereni
ging, die ingevolge de wet van 1855 is er
kend, gelijk met een vereniging die is opge
richt bij notariële akte. Men moet daarbij
echter op drie bijzonderheden letten.
1. De bestuurders moeten er zorg voor dra
gen, dat de vereniging binnen 3 jaar na het
tijdstip van inwerkingtreden van boek II
B.W. wordt ingeschreven in het speciale re
gister, dat bij de Kamer van Koophandel zal
worden ingericht. Verzuim van inschrijving
heeft tot gevolg, dat de bestuursleden in
eigen vermogen aansprakelijk worden voor
de handelingen, die zij namens de vereni
ging verrichten.
2. De verenigingen, die erkend zijn krach
tens de wet van 1855, zijn alle opgericht
voor een periode, die korter is dan 30 jaar.
Het is zaak, na het inwerkingtreden van
boek II B.W. de desbetreffende bepaling in
de statuten te laten vervallen. De vereniging
geldt alsdan als voor onbepaalde tijd aan
gegaan.
Het verdient overigens aanbeveling, de sta
tuten van zulk een vereniging na het inwer
kingtreden van boek II B.W. aan een alge
hele herziening te onderwerpen, teneinde
deze aan de nieuwe wetgeving aan te pas
sen.
3. Verenigingen die op coöperatieve grond
slag werken, doch niet bij notariële akte zijn
opgericht, kunnen de status van coöpera
tieve vereniging verkrijgen, mits alsnog een
notariële akte wordt verleden. Dit is van be
lang voor een groot gedeelte van de plaat
selijke banken, die vóór de fusie bij „Eind
hoven" waren aangesloten; zij zijn meren
deels geconstitueerd als „gewone" vereni
gingen, die hun rechtspersoonlijkheid ont
lenen aan de goedkeuring van de statuten.
Hierover zullen nog nadere mededelingen
worden gedaan.
Verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid
De verenigingen, die ten tijde van het inwer
kingtreden van boek II B.W. niet als rechts
persoon zijn erkend, zullen op een bijzon
dere wijze de invloed van de nieuwe wet
geving ondergaan. Een op het tijdstip van
inwerkingtreden van boek II bestaande ver
eniging, die geen rechtspersoon was, bezit
van dat tijdstip af rechtspersoonlijkheid.
Zelfs zullen de goederen, die vóór dat tijd
stip ten behoeve van de vereniging waren
verkregen, bij het inwerkingtreden van de
nieuwe wet van rechtswege op de vereni
ging overgaan.
Het spaarbankboekje, dat de penningmees
ter van de vereniging voor haar bij de bank
heeft aangelegd, wordt eigendom van de
vereniging, zonder dat daarvoor nog een
bijzondere handeling behoeft te worden
verricht.