de vereniging als
rechtspersoon
vennootschappen,
22
verenigingen en stichtingen
Prof. mr. P. A. Stein
Dit artikel is een vervolg op het artikel „De
invoering van een nieuw rechtspersonen
recht", dat in ons februarinummer werd ge
plaatst.
Binnenkort wordt een nieuw onderdeel van
het Burgerlijk Wetboek ingevoerd. Dat is het
Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek.
Daarin worden de rechtspersonen geregeld.
Tot de rechtspersonen behoort ook de ver
eniging. De aanmerkelijke veranderingen
die op dit terrein zullen worden aange
bracht, zullen hieronder worden besproken.
In boek II van het Burgerlijk Wetboek wor
den met name drie bijzondere types van de
rechtspersonen geregeld:
- de vereniging met inbegrip van de
coöperatieve vereniging en de onderlinge
waarborgmaatschappij;
- de naamloze en de besloten vennoot
schap;
- de stichting.
Tussen deze drie types van rechtspersonen
bestaan fundamentele verschillen. Een
vereniging kent leden, een naamloze of be
sloten vennootschap aandeelhouders. Het
lidmaatschap van de vereniging is opzeg
baar, het aandeelhouderschap van een
N.V. of B.V. daarentegen niet. Bij een ver
eniging is het aantal personen, dat tot de
vereniging kan worden toegelaten, vooraf
niet bepaald; bij een naamloze of besloten
vennootschap is dat daarentegen wel het
geval. Een naamloze of besloten vennoot
schap moet namelijk een in aandelen ver
deeld kapitaal hebben, zodat men van te
voren precies weet, hoeveel personen maxi
maal aandeelhouder kunnen worden. De
aandeelhouders moeten met een verplichte
storting in het kapitaal van de vennoot
schap deelnemen; voor de leden van een
vereniging geldt zulk een voorschrift daar
entegen niet.
Weliswaar komen ook verenigingen en met
name coöperatieve verenigingen voor, die
een in aandelen verdeeld kapitaal hebben,
doch dit kapitaal heeft bij de coöperatieve
vereniging een andere functie dan bij N.V.
en B.V. en de kapitaaldeelneming berust
alsdan niet op een wettelijke verplichting.
Tussen de coöperatieve vereniging en de
naamloze of besloten vernnootschap be
staat buitendien nog een belangrijk verschil,
dat nog kenmerkender is dan alles wat wij
tot nu toe hebben opgemerkt. Een coöpe
ratieve vereniging is een vereniging die zich
ten doel stelt in bepaalde stoffelijke be
hoeften van haar leden te voorzien door met
hen overeenkomsten te sluiten in het bedrijf
dat zij te dien einde ten behoeve van haar
leden uitoefent of doet uitoefenen. In deze
„ledenhandel" vindt de coöperatieve ver
eniging haar eigenlijke bestaansgrond; alle
andere inrichtingen, zoals de ledenaan
sprakelijkheid en het bij sommige coöpe
ratieve verenigingen bestaande aandelen
kapitaal, zijn aan deze doelstelling onder
geschikt.
Een onderlinge waarborgmaatschappij kent
deze ledenhandel eveneens. Daaronder
moet immers worden verstaan een vereni
ging, die zich ten doel stelt met haar leden
verzekeringsovereenkomsten te sluiten in
het verzekeringsbedrijf dat zij te dien einde
ten behoeve van haar leden uitoefent.
Een stichting is weer een figuur met een
eigen karakter. Daaronder is te verstaan
een rechtspersoon, die geen leden kent en
een doel beoogt te verwezenlijken, dat niet
bestaat in het doen van winstuitkeringen
aan de oprichters.
Men zou de stichting dus kunnen omschrij
ven als een afgezonderd vermogen, met
rechtspersoonlijkheid bekleed, doch niet
een vereniging en ook niet een naamloze
dan wel besloten vennootschap. De meeste
stichtingen hebben een cultureel of sociaal
doel.
Uit alles wat wij tot nu toe hebben beschre
ven, kan men opmaken dat er diverse types
rechtspersonen zijn, die ieder een eigen ge
bied bestrijken. Wij zullen hierna onze be
spreking vooral richten op de vereniging.
Vereniging en rechtspersoonlijkheid
De vereniging is nu geregeld in een wet van
1855. Deze wet schrijft onder meer voor, wat
er moet gebeuren om aan een vereniging
rechtspersoonlijkheid te verlenen.
Daarbij moeten wij er op letten, dat vereni
ging en rechtspersoon niet hetzelfde begrip
is. Er zijn verenigingen, die tevens rechts
personen zijn, doch er zijn ook verenigingen
zonder rechtspersoonlijkheid. Ook zijn er
rechtspersonen die geen verenigingen zijn,
zoals de naamloze en besloten vennoot
schappen en de stichtingen.
Koninklijke erkenning; de huidige situatie
Volgens de bestaande wetgeving heeft niet
iedere vereniging rechtspersoonlijkheid.
Wil men een vereniging rechtspersoonlijk
heid geven, dan is daartoe een koninklijke
erkenning vereist. Dat schrijft de wet van
1855 voor. Deze eis komt voort uit het in de
vorige eeuw bestaande verlangen, de op
richting van verenigingen aan preventief
toezicht van de overheid te onderwerpen.
Men had toen nog andere ideeën over de
menselijke vrijheid dan wij nu kennen. De
koninklijke erkenning kan alleen worden
verkregen als de vereniging voor minder
dan 30 jaar wordt opgericht. Nodig is daar
toe de goedkeuring van de statuten door de
overheid. Een notariële akte is voor de op
richting niet voorgeschreven; een onder
handse akte van oprichting wordt voldoende
geoordeeld. Een vereniging, waarvoor de
koninklijke erkenning niet werd verkregen,
mist rechtspersoonlijkheid. Verenigingen,
die niet als rechtspersoon zijn erkend, kun
nen volgens de wet van 1855 als zodanig
geen burgerlijke handelingen aangaan. De
overeenkomsten, die namens zulke vereni
gingen zijn gesloten en de door hen verkre
gen goederen worden geacht de personen
te volgen, welke de overeenkomst gesloten
en de goederen aanvaard hebben, ook als in
de desbetreffende overeenkomst de hande
lende personen slechts als gemachtigden of
beheerders der vereniging zijn aangewezen.
Vereniging zonder rechtspersoonlijkheid
Het is een bekende situatie. Menige sport
vereniging heeft, met het oog op de kosten
welke daaraan zijn verbonden, nagelaten
om op de statuten de koninklijke erkenning
te verkrijgen. De kas wordt gestort op een
spaarbankboekje bij de Rabobank. De bank
heeft dan alleen met de penningmeester te
maken. Stellen wij ons de extreme situatie
voor, dat de penningmeester failliet gaat,
dan valt het tegoed in de failliete boedel en
de bank moet het saldo aan de faillisse
mentscurator uitkeren. Dit is een van de
minder gewenste consequenties van het
ontbreken van de rechtspersoonlijkheid.
Overigens moet worden opgemerkt, dat
enige jaren geleden de Zegelwet is afge
schaft, waardoor de kosten die verbonden