19
directe belastingen
zaak om aan de BTW-grondslag, dat alle
goederen BTW-vrij de landsgrenzen moeten
passeren, gevolg te geven. Nederlandse
goederen bestemd voor België worden door
de Nederlandse douane-ambtenaren van de
BTW-jas ontdaan en door de Belgische
collega's wordt deze jas weer aangetrok
ken, omdat de BTW-grondslag zulks be
paald. Dit geldt ook voor de tegenoverge
stelde richting van de goederenstroom.
Zelfs particulieren kunnen, indien ze vol
doende op de hoogte zijn van de bepalingen
en de tariefberekeningen en daarnaast vol
doende tijd hebben om de procedure te vol
gen, profiteren van deze grondslag. Indien
een Duitser in Nederland een TV-toestel
koopt voor 1.000,dat in zijn land
1.200,kost, in Nederland 16% BTW te
rugkrijgt en in Duitsland 11 betaald, be
haalt hij een voordeel van 267,
Een niet te onderschatten meevaller: een
kwart van de prijs! Met auto's van Duitsland
naar Nederland en België kunnen eveneens
voordelen worden becijferd, die tot nog ho
gere bedragen oplopen, om nog maar te
zwijgen van luxe jachten.
Indien de BTW-tarieven ééngemaakt wor
den, vervalt er een enorm omslachtig gedoe,
zowel voor de beroepshandel, het bedrijfs
leven, alsmede voor de particulier en zal de
markt doorzichtiger worden; de consument
zal zich dan zonder meer rechtstreeks op
de goedkoopste markten van de Gemeen
schap kunnen bevoorraden. In bescheiden
mate bestaat er reeds een BTW- en accijns-
vrije-verhandeling van goederen, nl. voor
particulieren, zoals Nederlanders die in
België goederen mogen kopen tot 450,
en ze vrij mee naar huis mogen nemen.
HOOGTE VAN DE BTW-TARIEVEN IN DE
LANDEN (IN PROCENTEN)
verlaagd algemeen
tarief
tarief
België
6
18
Denemarken
15
Duitsland
5,5
11
Frankrijk
7
20
Ierland
0
6,75
Italië
1,3 6
12
Luxemburg
2 5
10
Nederland
4
16
Verenigd Koninkrijk
0
8
Harmonisatie van de directe belastingen
staat binnen de Gemeenschap nog op een
lage pit. In 1968 reeds zijn twee belangrijke
voorstellen voor richtlijnen ingediend. De
eerste, een fusierichtlijn, houdt in dat in ge
val van fusie van ondernemingen van ver
schillende lidstaten de realisering van de
fiscale claims, die op het moment van fusie
tot belastingbetaling leiden, wordt uitge
steld tot latere vervreemding van de activa
waarop deze fiscale claim rust. Het tweede
voorstel, een deelnemingsrichtlijn, beoogt
te bevorderen dat in verhoudingen tussen
moeder- en dochtermaatschappijen slechts
OVERZICHT VAN TARIEVEN INKOMSTENBELASTING VOOR 1974 IN EEN AANTAL EEG-LANDEN
EN DE VERENIGDE STATEN, BEREKEND VOOR EEN ECHTPAAR ZONDER
KINDEREN, WAARVAN DE VROUW NIET WERKT (BEDRAGEN IN GULDENS):
Belasting
Tarief
Max. wordt
Gemiddeld
Wordt
Is de
vrije
voet
in °/a
berekend
tarief bij een
vermogens
vermogens
bij inko
belastbaar
belasting
belasting
min.
max.
men rond
inkomen van
100.000,—
in
geheven
aftrekbaar
van
inkomen
België
4320
17
58
334.000
43
nee
Denemarken
5490
36
61
44.000
53
ja
nee
Duitsland
3590
19
57
231.000
36
ja
ja
Engeland
5037
30
75
135.000
44
nee
Frankrijk
6806
4
54
154.000
29
nee
Italië
4320
10
72
2.000.000
29
nee
Nederland
7192
25
71
140.000
49
ja
nee
Ver. Staten
3975
14
70
534.000
28
ja
ja
eenmaal winstbelasting wordt geheven en
wel bij de dochter. Eventuele bronheffing
op winst, die de moeder van de dochter
ontvangt, wordt achterwege gelaten.
Deze twee voorstellen zijn nog niet in be
handeling genomen, omdat deze nauw
samenhangen met de problematiek rond de
harmonisatie van de in de lidstaten gelden
de structuren van heffing van vennoot
schapsbelasting.
De structuur van de vennootschapsbelas
ting; waarin de problematiek van de dub
bele heffing voorkomt, is onverteerbaar
voor vele lidstaten, gezien in de richtlijn
van harmonisatie. Dubbele heffing houdt in,
dat een deel van de winst van een vennoot
schap tweemaal wordt belast. Eerst wordt
de totale winst van een vennootschap be
last met vennootschapsbelasting en vervol
gens wordt over de uitgedeelde winst bij
aandeelhouders inkomstenbelasting ge
heven over de dividenden op aandelen, zo
dat de uitgedeelde winsten door een dub
bele heffing worden getroffen. Er zijn lid
staten, die een belastingstelsel hebben,
waarbij een matiging wordt aangebracht in
de gezamenlijke druk van beide belastingen
en er zijn ook lidstaten, die zulks niet heb
ben, maar steeds nog het klassieke stelsel
voeren, zoals in Denemarken, Luxemburg,
Italië en Nederland.
In Frankrijk, Engeland en Ierland kent men
het stelsel ter verlichting van dubbele hef
fing over uitgedeelde winst in de sfeer van
de inkomstenbelasting. Dit stelsel staat toe,
dat een deel van de op de uitgedeelde winst
rustende vennootschapsbelasting verre
kend wordt met de door de aandeelhouder
verschuldigde inkomstenbelasting, leder
van deze landen heeft echter een eigen
vorm gegeven aan het verrekeningsstelsel.
België heeft wel het klassieke stelsel, waar
in echter aan de aandeelhouders een be
paalde reductie in de inkomstenbelasting
wordt toegekend, welke echter geen direct
verband houdt met de hoogte van de ven
nootschapsbelasting.