fiscale harmonisatie in europese gemeenschap 17 C. M. van der Jagt Het is een moeizame weg naar fiscale harmonisatie tussen de landen in de Europese Gemeenschap. Slechts 45% van de totale bevolking van de Gemeenschap behoort tot de actieven, zodat een steeds kleinere groep actieve personen de voortdurende welvaartsaanspraken van de samenleving moet proberen te verwerkelijken. We zien dan ook dat de regeringen een telkens groter deel van het bruto nationaal produkt door belastingen en sociale premiedruk afromen. Dat gebeurt in het ene land echter sterker dan in het andere. Zo bedroeg in 1973 die afroming in Italië 35 tegen 45 in Nederland, terwijl in hetzelfde jaar de gemiddelde Deen 6.805,— aan belastingen en sociale verzekeringen op tafel moest leggen en de gemiddelde Ier daarvoor slechts 1.965,nodig had. Dit is (Franse) revolutionaire propaganda van meer dan 200 jaar geleden: de boeren bevolking, die de adel en geestelijkheid op de rug draagt. Indien er, zoals hierboven aangeduid, zulke enorme verschillen in de deelnemende lan den zijn te constateren, kan van de Euro pese burgers moeilijk het saamhorigheids besef worden verwacht, dat hard nodig is om tot een werkelijke eenheid binnen de Europese Gemeenschap te komen. De ver schillen tussen het noorden en het zuiden van de Gemeenschap tonen een diepe kloof in economische ontwikkeling, maat schappelijk bestel en welvaart. Met het dichten van die kloof konden helaas in de laatste 20 a 25 jaar slechts geringe vorde ringen worden gemaakt. De ideale levensloop, welke men uit het oogpunt van belastingen en maatschappe lijke voorzieningen van de wieg tot het graf in de EEG kan uitstippelen, zou als volgt kunnen zijn: in Nederland geboren worden, in Duitsland studeren, in Engeland gaan stempelen, in Denemarken arbeidsinkom sten verwerven, in Luxemburg gaan rente nieren, in Italië dividenden gaan innen en in Frankrijk sterven. Zo'n fiscale levensloop zal wel altijd een utopie blijven. Maar we zien thans wel dat de grensstreken dichtbevolkt zijn met inwoners van buur landen die zich in vele gevallen enkel om fiscale redenen net over de grens vestigen. Voor de meesten onder ons is deze mobili teit niet weggelegd. Bedrijven en zeker de multinationale ondernemingen kunnen zulke stappen wel ondernemen. Met weinig moeite kunnen ze de fiscale en monetaire grenzen overschrijden en van de daarmede gepaard gaande financiële voordelen volle dig profiteren. Hieruit blijkt, dat belastingen belangrijk zijn. Dat was trouwens reeds in oude tijden het geval. De onrechtvaardige Taille (een grond belasting) vormde mede een aanleiding - -v* -jë&CJ?. MWfft ll i

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 19