verdeling welvaart
wordt probleem
Waar voorheen het accent werd gelegd op
een vergroting van de produktie in het
besef, dat hiermee uiteindelijk alle partijen
het meest gebaat zouden zijn, ging men
geleidelijk meer aandacht schenken aan
verdelingsvraagstukken. In eerste instantie
lagen hieraan in overheersende mate mo
tieven van neutrale verdelende rechtvaar
digheid tussen solidaire partijen ten grond
slag. Men besefte dat de welvaartsontwik
keling kansen bood hierin zoveel mogelijk
mensen te laten delen. Allengs kreeg echter
het eigen belang grotere nadruk ten koste
van het gemeenschappelijk belang. In ons
land resulteerde dit onder andere in de
loonexplosie in 1964.
Gesterkt door de ervaring dat de ernstige
gevolgen die velen hiervan verwachtten
vooralsnog uitbleven, volgde hierop ccn
ontwikkeling waarin de stijging van de loon
kosten bij voortduring belangrijk bleef uit
gaan boven de stijging van de arbeids-
produktiviteit. De aanhoudend stijgende
druk van de collectieve lasten speelde hier
bij een niet onbelangrijke rol, omdat de
aandrang tot hogere loonstijgingen, ten
einde op die manier de hogere collectieve
lasten te kunnen opvangen, hierdoor werd
versterkt. Lange tijd heeft deze ontwikke
ling zich kunnen voortzetten zonder di
recte nadelige gevolgen voor de werkge
legenheid.
Wel waren uit sociaal oogpunt ernstige
nadelige gevolgen aan deze ontwikkeling
verbonden, omdat door middel van een op
lopen van de inflatie het toenemend beslag
van de collectieve sector op het nationale
inkomen vooral ten koste ging van de niet-
waardevaste pensioenvoorzieningen en de
beleggingen in nominale schuldtitels. Dit
is als zodanig echter nooit voldoende
onderkend omdat de inflatie te veel werd
beschouwd als een op zichzelf staand ver
schijnsel. Bovendien speelde een rol dat
het hierbij ging om het belang van minder
heidsgroeperingen.
Eerst sedert het begin van de zeventiger
jaren zijn de gevolgen van de sterk stij
gende collectieve lasten en loonkosten zich
in een meer sprekende vorm gaan open
baren door middel van een voortdurend
oplopende werkloosheid.
Ook internationaal is in de loop van de
zestiger jaren het solidariteitsbesef duide
lijk op z'n retour. Steeds minder blijken de
staten bereid hun politiek af te stemmen op
gemeenschappelijke belangen. Daarvoor in
de plaats krijgt het engere eigen belang
grotere aandacht. Mede als gevolg hiervan
kwam het systeem van vaste wisselkoersen
in 1973 ten val. Voorwaarde voor een stelsel
van vaste wisselkoersen is namelijk dat
de landen hun economische politiek met
het oog op evenwichtige betalingsbalans
verhoudingen duidelijk op elkaar afstem
men.
Landen met een betalingsbalansoverschot
moeten bereid zijn een daling van dit saldo
te tolereren, terwijl landen met een tekort
er ernstig naar zullen moeten streven dit
tekort ongedaan te maken. Indien men zich
onvoldoende aan deze principes houdt is
Premier Leo Tindemans van België.
Discussiëren over is gemakkelijker dan
realiseren van een Europese eenheid.
(Belga Foto/ANP)
een systeem van vaste wisselkoersen uit
eindelijk niet te handhaven.
De afnemende bereidheid tot onderlinge
samenwerking is ook terug te vinden in
het feit dat het ideaal van de economische
eenwording in Europees verband thans
verder weg lijkt dan ooit tevoren. Sympto
matisch hiervoor is, dat het onlangs ver
schenen rapport van de Belgische premier
Tindemans over de toekomst van de EG
niet veel meer bedoelt te zijn dan een
discussiestuk. Voorlopig zal nog meer
worden gesproken over wat de negen EG-