een merckwaerdigh
geltspapier
mij bekent
28
f. p. r. selle
VAN NASSAU LA LECQ
f? 922
De heer F. P. R. Selle, schrijver van
het nevenstaande artikel, is een
beursman in hart en nieren. Vele
jaren reeds in het effectenbedrijf
werkzaam, eerst bij de dochtermaat
schappij N.V. Transandine Handel
maatschappij en tegenwoordig als
Hoofd van het Beurskantoor van de
Centrale Rabobank te Amsterdam.
Hij is een rasverzamelaar, niet al
leen van postzegels, oude aandelen
en weerbaarheidsloten, maar ook
van anekdotes uit zijn vak en de
randgebieden ervan. Hij meent dat
er de komende jaren veel belang
stelling zal groeien voor de histo
rische achtergronden van de effec
tenhandel in al zijn facetten, vooral
nu door het girale effectenverkeer
veel van de glamour van de vaak
fraai gedrukte en geïllustreerde stuk
ken zal verdwijnen.
Hoe ver de geschiedenis rond het
effectenbedrijf teruggaat, blijkt uit
dit boeiende verhaal over N.V. Maat
schappij van Nassau la Lecq tot ex
ploitatie van onroerende goederen.
Wanneer een effectenman zich langjarig
met de Amsterdamse beurs en met alle
mogelijke facetten van de handel in waar
depapieren heeft beziggehouden, dan komt
er bij enkelen van hen, waaronder schrij
ver dezes, soms een onmachtige woede
opwellen.
Vanwaar deze gepassioneerde stemmin
gen? Hij zou zo gaarne een aandeel van de
Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC)
willen bezitten. Dit zijn van oudsher de
eerste aandelen, welke door de toenmalige
handelaren als zodanig verhandeld werden,
en hiermede werd in feite de basis voor
onze tegenwoordige effectenhandel gelegd.
De snuffelende effectenman bezoekt vei
lingen, bladert in stapels folianten en is
een regelmatig bezoeker van antiquariaten
en boekenmarkten. Hij blijft hopen mis
schien één keer tegen het bijna onmoge
lijke aan te lopen. Op zijn weg passeren
hem stapels weerbaarheidsloten, loten Pa
leis voor Volksvlijt, oude „Russen" enz.
Een enkeling heeft in het verleden op een
der effectenveilingen nog een Loosdrecht-
sche Waterbrief te pakken kunnen krijgen;
deze obligaties werden in de 18e eeuw uit
gegeven en vertegenwoordigen tot heden
nog de normale guldensrestantwaarde. De
spaarzame lotingen en de normale coupon
betalingen worden op deze waterbrieven
steeds met de pen bijgeschreven. Zo ziet
men lange reeksen doorgehaalde bedragen
op deze effecten staan, soms ook nog met
een klein tekeningetje verlucht door de
zich op dat moment duidelijk vervelende
ambtenaar. Steeds werd na een uitloting
het nieuwe nominale bedrag der lening op
de stukken geschreven en het oude door
gehaald. Aldus geschiedde op de verval
dag der coupons.
Op een van mijn speurtochten stuitte ik op
een aandeel, dat direct aandacht trok en
zoals later bleek niet ten onrechte: Naam
loze Vennootschap: Maatschappij van Nas
sau la Lecq tot exploitatie van onroerende
goederen.
Hoewel zeer onbekend, vertegenwoordigde
het toch een zekere waarde. Ogenblikke
lijk was de nieuwsgierigheid gewekt bij
deze naam, die een bekende en toch ook
een onbekende klank in zich droeg. We
hebben hier namelijk te maken met een
aandeel waarvan de benodigde gelden
voor de dividendbetaling in oorsprong
kwamen uit de opbrengsten van de „heer
lijke visrechten" in de rivier de Lek. Uit
de oude statuten vernemen wij, dat de
maatschappij een oude zalmvisserij is, da
terend uit 1298, welke omstreeks 1890
werd omgezet in een naamloze vennoot
schap. Zij bezit van oudsher de heerlijke
visrechten van: Ammerstol, Lekkerkerk,
Bolnes-Schoonhoven, Lek-Noord Rijn en
beoefende de zalm-, paling- en witvisserij.
Thans exploiteert de maatschappij onroe
rende goederen en verpacht de visrechten.
De oudste berichten melden dat de eerste
Heer Van de Lek een jongere zoon van de
Heer Van Brederode zou zijn geweest. Hier
na verkreeg eerst het geslacht Van Tei-
lingen, daarna Van Polanen door huwe
lijk de rechten. In 1404 huwde Jenne van
Polanen van der Lekke met Engelbrecht,
Graaf van Nassau en zij bracht buiten zich
zelf, ook de „heerlijkheid" van de Lek
mede ten huwelijk. Door de opvolging
kwamen de rechten aan Maurits, Prins van
Oranje; hij vermaakte deze aan zijn natuur
lijke zoon Jonkheer Willem van Nassau,
met de last van fideï-commis op zijn wet
tige nakomelingen en bij afwezigheid ervan
kan Jonkheer Lodewijk van Nassau, even
eens een natuurlijke zoon van Maurits,
hetgeen geschiedde. Na diens overlijden in
1741 is de „heerlijkheid", tezamen met de
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
,\j tl h t s r 1] a |j ji ij
lot Exploitatie van Onroerende Goederen
Bewijs varfandeel
itöUIZEND GULDEN,