27 enkele vragen cedure die daarvoor wordt gevolgd bij de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek is als volgt. Bij de uitnodiging ontvangt de kandidaat een introductiefolder. In deze folder wordt onder meer - in grote trekken - beschre ven welke regels het instituut in acht neemt en hoe het onderzoek zal verlopen. Tijdens het onderzoek wordt hij geconfron teerd met een aantal schriftelijke tests en voert hij gesprekken met twee medewer kers van het bureau. De schriftelijke tests zijn in twee soorten te verdelen. Bij de eerste ligt het accent op de prestatie die gemeten kan worden aan het aantal goede en foute antwoorden en de hoeveelheid verricht werk. De tweede categorie is er op gericht meer inzicht te krijgen in de opstelling van de kandidaat ten opzichte van zijn omgeving en zijn aanpak van een probleem waarin een aantal gegevens moe ten worden verwerkt. Bij de mondelinge onderzoeken wordt naast het voorleggen van enkele opgaven een ruime plaats inge ruimd voor een gesprek over de studie- en werkgeschiedenis van de kandidaat. Elk onderzoek wordt zoveel mogelijk beperkt tot het verzamelen van die gegevens wel ke van belang zijn voor de functie waar voor wordt onderzocht. Ongeveer tien dagen na het onderzoek wordt aan de opdrachtgever het advies in de vorm van een rapport uitgebracht. Dit bevat een argumentatie waarin uiteenge zet wordt waarom de kandidaat in meer dere of mindere mate in aanmerking komt voor de functie, leder advies loopt uit in een conclusie waarin wordt gesteld of de kandidaat al dan niet wordt aanbevolen. Bij het schrijven van een rapport wordt er op gelet dat alleen die informatie wordt verstrekt, welke nodig is voor de ontvan ger om de geschiktheid voor de functie te beoordelen. Er is dus terughoudend heid als het gaat om persoonlijkheidsas pecten die niet duidelijk ter zake zijn. Wij menen niettemin dat de rapporten als strikt vertrouwelijk dienen te worden be schouwd, wat betekent dat een zo beperkt mogelijk aantal medewerkers inzage moet hebben en dat het rapport na gebruik zorgvuldig opgeborgen moet worden. Geldt dit zeker in geval de kandidaten reeds in dienst zijn van de bank, ook bij sollicitan ten dient de privacy volledig gerespecteerd te worden. Wij zijn van mening dat ieder een het recht heeft geïnformeerd te worden over de inhoud van het rapport dat over hem of haar aan derden wordt uitgebracht. De tot nu toe meest gebruikelijke proce dure hiervoor is dat kandidaten nadat de sollicitatieprocedure is afgesloten in een gesprek met een medewerker van het bu reau - meestal diegene die het rapport ge schreven heeft - op de hoogte wordt ge bracht van de inhoud. Daarbij kan even tueel gelegenheid worden gegeven tot in zage van het rapport. Om de ruimte te scheppen voor een gesprek waarbij de kandidaat met meer persoonlijke c.q. ver trouwelijke gedachten naar voren kan ko men houden wij hierover een strikte ge heimhouding aan. Ook ten opzichte van de opdrachtgever die het onderzoek heeft aangevraagd. Overigens moet nog wel wor den opgemerkt dat, aangezien wij - zoals hierboven vermeld - ons beperken tot het verzamelen van die gegevens die van be lang zijn voor de uitoefening van de func tie, de kandidaat niet van ons moet ver wachten dat wij op alle soms zeer per soonlijke vragen een afdoend antwoord zullen kunnen geven. Bij gesprekken over psychologische on derzoeken komt een aantal vragen min of meer frequent aan de orde. Een vraag die regelmatig gesteld wordt betreft de waarde van een psychologisch advies. Zoals al eerder aangeduid wordt een psychologisch rapport geschreven te gen de achtergrond van een zo nauw keurig mogelijk omschreven functie: de functie waarvoor de kandidaat wordt on derzocht. Dit betekent dat uitspraken ge daan in een rapport ook altijd moeten wor den gezien tegen de achtergrond van die functie. Zo kan het voorkomen dat men de admi nistratieve capaciteiten van een kandidaat positief waardeert voor bijvoorbeeld een binnendienstfunctie in de assurantieafde ling terwijl indien dezelfde kandidaat on derzocht zou worden voor een functie van intern controleur zijn capaciteiten juist op dit punt als te zwak beschreven zouden worden. Met andere woorden: bij het ach teraf toetsen van een psychologisch ad vies zal men zich voortdurend bewust moe ten zijn van de eisen die destijds werden gesteld. Dit is vaak een moeilijke zaak in een organisatie die sterk aan veranderin gen onderhevig is en waar ook de ver- schillende functies de neiging hebben - zeker gerekend over enig tijdverloop van inhoud te veranderen. In organisaties die stabiel zijn en waar de taken duidelijk omschreven zijn is een verificatie gemakkelijker. Van alle onderzoeken, die bij de Neder landse Stichting voor Psychotechniek wor den verricht wordt systematisch nagegaan in hoeverre het advies gevolgd is en in welke mate, bij eventuele aanstelling, de medewerker in de functie voldoet. Deze gegevens vormen voor onze research-af- deling een waardevolle bron van informa tie. Het blijkt onder meer dat van de kan didaten die door ons zijn aanbevolen een duidelijk hoger percentage slaagt in de uitoefening van de functie dan van dege nen die ondanks ons negatieve advies zijn aangesteld. Dit lijkt voor de hand te lig gen, maar men dient zich hierbij wel te vervolg op pagina 35, 1e kolom

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 29