bezinning
en vooruitzien
17
en dan vraag je je af
De heer Van Maldegem - privé - als
gastschrijver. Hij aarzelde aanvanke
lijk, maar we zijn blij dat hij onze
uitnodiging heelt aanvaard. Om hem
te „lokken" hebben we hem alleen
maar ons eigen commentaar, dat in
het vorige nummer stond, van te
voren toegestuurd. Wat hij zou
schrijven was ons onbekendhet is
zoals men zegt helemaal buiten
verantwoordelijkheid van de redac
tie".
Maar wij juichen het zonder meer
toe, dat hij geschreven heelt. An
deren kunnen dat ook doen, zover
onze plaatsruimte strekt. Over het
rapport is veel gepraat, er is een
stapel vergaderstukken, maar een
eigen mening op papier geeft tóch
altijd een aparte, verfrissende di
mensie. Een dimensie, die wij van
de zijde van de Centrale Bank niet
alleen kunnen brengen. Dat lijkt
gauw te eenzijdig en te veel op een
monoloog. Nu de structuurcommis
sie weer begonnen is, zou er best
iets meer dialoog mogen komen.
Het oordeel van de heer Van Mal
degem? In een paar woorden vatten
wij het samen: positief, niet teleur
gesteld, maar ergens is er wel wat
„pijn". Lees maar!
Een uitnodiging in de dagen rond de jaarwisseling om een bijdrage te schrijven voor het
tebruarinummer van Rabobank over „structuur" aanvaard ik enerzijds met de gedachte
dat het misschien nut heeft ook „zomaar eens" hardop te denken, anderszijds toch ook
wel met veel schroom. Het eerste heeft het in mijn twijfel over het wel ot niet doen ge
wonnen van het laatste. Niet omdat ik (toevallig, ook een ander had die uitnodiging kunnen
en mogen krijgen) nu zo nodig behoefte heb, maar wel omdat onze structuurproblematiek
u, met name de hoofdredacteur zowel als mij en met ons ontelbaar veel anderen zozeer
aan het hart gaat. De wetenschap, dat bij herhaling toch ook wel gevraagd wordt om meer
tussentijdse openheid geeft voldoende ondersteuning om het tekort aan vrijmoedigheid
te overwinnen.
P. G. van Maldegem
Twee jaar arbeid in een structuurcommissie.
Een aantal dagvergaderingen van de com
missie, haar voorzitter, hoofddirectie (ge
deeltelijk), begeleidingscommissie en rap
porteurs). Ik meen 12 dagen. Natuurlijk een
portie huiswerk en/of denkwerk. Aantal
dagen is niet ter zake en ook niet interes
sant.
Slotfase begint met de openingsrede van
de voorzitter van de Raad van Beheer op de
Algemene Vergadering; kort daarna publi-
katie van het rapport, de bestudering in de
kringen en/of groepen van banken; 44
kringvergaderingen en de Centrale Kring
vergadering op 27 november. Oogstresul-
taat voor de structuurcommissie is 300
bladzijden tekst van verslagen enz. en een
verzoek van de Centrale Kringvergadering
om alle conclusies en aanbevelingen op
nieuw in beschouwing te nemen, daarbij het
een en ander in aanmerking nemend (o.a.
die 300 bladzijden), leder heeft het gelezen
in het verslag van de Centrale Kringverga
dering,
Bezinning voor jezelf is na die twee jaar
vanzelfsprekend. Je ontkomt niet aan de
vraag: waar ben ik mee bezig geweest? En
waarom doe ik het? Wat is mijn motivatie,
om dit modewoord ook maar te gebruiken.
Ik vind geen antwoord op die vraag en heb
daar ook vrede mee. Het zal zo zijn, dat
zeer veel mensen ergens diep weg beschik
ken over een stukje verborgen energie dat
hen in staat stelt, los van alles wat met am
bitie, functie, carrière, materiële welstand
te maken heeft, bezig te zijn met werk
waarvan de motivatie niet te verwoorden is.
Dat is een groot goed en tevens de stille
kracht, waaruit verenigingen kunnen func
tioneren. Ook onze coöperatieve onderne
mingen, zeker ook onze bankorganisatie,
zelfs ook een structuurcommissie.
Als je dan vervolgens jezelf afvraagt of je
teleurgesteld bent dan zeg ik neen: beslist
niet. Maar in alle openhartigheid: toch wel
wat pijn. Kijk, al die commissieleden heb
ben ongeveer vijf kringvergaderingen mee
gemaakt. We zijn in onze verantwoordelijk
heid voor het rapport op deze manier nauw
betrokken geworden bij de discussies. De
kringen hebben deze werkwijze geaccep
teerd, we waren oprecht van harte welkom.
Fijn. Merendeels zeer goede vergaderingen.
Het was niet zo dat de kringvergaderingen
nu direct met ons de kachel hebben aange
maakt, maar toch wel zo dat we ook geen
extra kachel nodig hadden om op tempera
tuur te blijven. Vele, bijzonder goede, en
door het lezen van het rapport ook bijzonder
goed gemotiveerde sprekers beluisterd. Ik
heb de indruk dat er nog zelden zoveel stu
die van een rapport gemaakt is.
Zoveel positiefs op die vergaderingen en
toch wat pijn. Natuurlijk over die zelfstan
digheid of autonomie. De kritiek, soms zelfs
het verwijt, dat deze commissie, maar ik
voel dit ook persoonlijk, bezig zou zijn de
basis aan de top te verkopen. Want daar
gaat het in wezen om. Het is daarom dat we
het „onaanvaardbaar" zoveel vuldig gehoord
hebben. We kunnen daaraan niet voorbij
gaan. In Haverkamp's commentaar staat
hetzelfde met andere woorden: aan de aan-