13 holland in de wereld mee te komen, op dit punt samen beslist verder moeten blijven den ken. De Rabobankorganisatie is altijd vooral op het binnenland gericht geweest. Bestaat er gevaar dat het buitenlands bedrijf daarom een buitenbeentje wordt? Ik geloof niet, dat dat gevaar bestaat. Maar ik ben blij met deze vraag, want de buiten landse activiteit eist onder ons toch wel een mentale omstelling. Ik krijg wel eens de vraag, waarom moet dat buitenland nou zo nodig? We kunnen toch de taken blijven vervullen, die we altijd vervuld hebben? En dan is mijn antwoord: ja, maar om het goed te blijven doen, moeten we met de ontwikkeling in de wereld mee gaan. Zeker met de Europese ontwikkeling. Al lijkt een Europese economische en monetaire unie moeilijk te vorderen, over zeg 5 of 10 jaar moeten we toch rekenen met een volkomen vrij betalingsverkeer en een volkomen vrije uitwisseling. We zouden te kort schieten als we ons niet net als andere banken daarop zouden voorbereiden. Internationa lisatie vereist nu eenmaal een mentale Per rail of vliegtuig, per schip of wegver keer (let op het TIR-bord), de goederen stroom over de grenzen heen wordt steeds groter en daarmee ook het internationale bankverkeer. (Foto B. M. Stap) omstelling bij alle medewerkers en ook een grote know-how op internationaal ge bied. Laatste vraagje, mijnheer Verhage. Bent u tevreden of teleurgesteld over de gang van zaken van het structuurrapport? Is het moeilijk met het groter worden contact met de basis te houden? Dat zijn twee vragen. Ik begin maar met de laatste. Natuurlijk is dat contact hou den met ons groter worden moeilijker ge worden. Ik besef dat terdege, juist omdat ik in deze functie gekomen ben vanuit de basis, de lokale bank. Je kunt je in je werk gewoon niet veroorloven om iedere dag weer op stap te gaan en een of meer plaat selijke banken te bezoeken. Dat kan zijn moeilijkheden geven en zowel in de Raad van Beheer als in de Hoofddirectie beste den we daar regelmatig aandacht aan. Maar ik heb toch wel goede hoop, dat we erin zullen slagen om de band tussen top en basis niet te doen verslappen. Dat mag zeker in onze organisatie niet gebeuren. Uw tweede vraag over het structuurrap port, ligt natuurlijk wat in hetzelfde vlak. De inhoud van het rapport laat ik daar, maar duidelijk is dat een zekere modifi catie van onze structuur nodig is. Er moe ten bepaalde regels binnen de organisatie zijn, die ook bancair doorwerken. Denk bijv. aan de strengere richtlijnen van De Nederlandsche Bank. ledereen is er dacht ik, van doordrongen dat we de zelfstandig heid, de zelfwerkzaamheid van onze ban ken zo ver mogelijk moeten behouden, maar ook dat het enkele feit van een orga nisatie van leden-banken nu eenmaal haar eisen stelt. Ik loop lang genoeg in het organisatie leven mee, om te begrijpen dat als je met zo'n structuurrapport komt, daar bij nader inzien wat langer over gesproken moet worden dan aanvankelijk verwacht werd. Het is misschien omdat ik wat ouder ben en niet meer het ongeduld van de jongere heb, maar ik vind de reactie van de or ganisatie logisch. Ik had eigenlijk ook niet anders verwacht en ik ben dan ook zeker niet teleurgesteld. Ik geloof, dat een uit werking zoals het structuurrapport - de tails terzijde gelaten - ons geboden heeft, zeer nodig is voor de toekomst van de or ganisatie, maar ik geloof ook dat het goed is dat de organisatie een jaar langer de tijd gekregen heeft om het te begrijpen en er zich mentaal op in te stellen. J. R. H.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 15