37
schone redevoeringen
winstdeling
Fundamenten van een Romeinse villa, die
in 1907 in het Groot-Haasdal werden op
gegraven.
zonen vertoefden hier bij voorkeur en hier
werd door de zonen van Lodewijk de
Vrome een krijgsplan tegen de Noor
mannen opgesteld en werd door die zonen
het rijk van grootvader Karei in drie delen
gesplitst.
Koningin Gerberga schonk Meerssen aan
de abdij van Reims, waardoor dit land
kerkelijk bezit werd. In Meerssen deden
zich twee wonderen (mirakelen) voor waar
door Meerssen een belangrijk pelgrims
oord werd. Want was het geen wonder dat
tijdens het opdragen van de Heilige Mis
in 1222 het verzuim van de priester, die
vergeten had wijn in de kelk te doen, goed
werd gemaakt doordat uit de gebroken
hostie puur bloed in de kelk stroomde?
En was het ook geen wonder dat in 1287
toen Jan van Brabant het land van de Geul
verwoestte en ook de Kapel van Meerssen
in brand vloog, een boer dit zag en de
relikwie uit de laaiende vlammen kon red
den terwijl onderdehand zijn werk, dat hij
in de steek had gelaten, door ongeziene
krachten werd voltooid?
Op de plaats van de verbrande kapel kwam
een gotische kloosterkerk die thans het
pronkstuk „de Basiliek van Meerssen" is
geworden.
Inderdaad, „Marsena" mag met recht de
Poort van de Geulvallei genoemd worden.
Het ging er niet altijd zo erg vreedzaam toe
als in onze dagen. Ook daar kende men de
plunderende, rovende benden die zich
Bokkerijders lieten noemen. (Is dit een ver
wijzing naar de „bokkepoot" van Satan?)
Zij waren geen haar beter dan de z.g.
Meerssenerbende die ook al in de acht
tiende eeuw „opereerde" onder leiding van
beruchte gauwdieven.
In die interessante streek werd in februari
1906 de boerenleenbank Meerssen opge
richt die direct al 35 leden telde.
Men ging nu wel aan het werk, maar deug
de het gereedschap wel? Dat is een vraag
waarop „Directeur" en Voorzitter van Raad
van Toezicht het antwoord moesten vinden
namelijk: Is de Bank nu wel of niet een
rechtspersoonlijkheid? U weet dat dit van
veel belang kan zijn i.v.m. aansprakelijk
heid vooral wanneer de zaken ongunstig
zouden gaan. Dat verhinderde niet dat een
melkfabriek een voorschot van 300,-
kreeg, af te lossen in tien jaren. De zee
bestaat óók uit waterdruppels.
Diezelfde melkfabriek wil een centrifuge
kopen, vraagt dus 375,-, af te lossen met
25,- per jaar en ook die belegging werd
goedgekeurd. In 1910 bleek dat de melk
inrichting/zuivelfabriek St. Jozef de jaar
lijkse aflossing niet kon voldoen wegens
gebrek aan kasgeld.
Hoeveel zorgen en vergaderingen om, in
onze ogen, zo kleine belangen die in die
tijd en omstandigheden toch grote belan
gen waren!
En op elke vergadering worden schone
redevoeringen afgestoken; veelvuldig door
den E.H. Adviseur, afgewisseld door andere
Edelachtbare en Weledele Heeren. Men had
geduld om te luisteren, applaudiseerde gul
en ging zeer tevreden weer huiswaarts.
Toen in 1914 door den Directeur van het
Patronaat een voorschot werd gevraagd
voor vergroten van het patronaat, was dit
niet bepaald bestemd voor agrarische doel
einden. Inspecteur Dekkers wist daar wel
raad op en stelde voor dat het Kerkbestuur
dit bedrag dan maar als geldbelegging
moest vragen. Op deze kronkelweg zouden
dan wel geen dwarsbalken liggen. Dus de
aanvraag werd via een omwegje goedge
keurd. Men kan immers alle dingen van
meerdere kanten benaderen?
In de tijd toen kassiers nog kassiers waren,
zullen deze belangrijke functionarissen wel
eens geplaagd zijn, wanneer geruchten van
fraudes zich verspreiden. Zo ook na een
fraude in een nabije provincie. Kassier Um-
mels trok stevig van leer en vertelde dui
delijk dat iedereen zich van de juistheid
van zijn administratie kon overtuigen als
hij maar de moeite zou willen nemen zijn
eigen boekje te controleren!
In die tijd mochten de Boerenleenbanken
eenvierde deel van de winst afstaan voor
maatschappelijke nuttige doeleinden. Soms
werd met kleine slimmigheidjes daarvan
wel eens afgeweken. Troost voor die on
deugendheden bestond dan uit schone
dankwoorden waarin vooral de geestelijk
heid sterk was, uiteraard. Enkele van deze
winstverdelingsschema's zouden het ver
melden waard zijn, als ze niet teveel ruimte
in beslag zouden nemen. Hier volgt een
verdeling van het eenvierde deel over 1930:
Jongens- en meisjespatronaten krijgen res
pectievelijk 50,- en 25,om het ver
schil tussen jongens en meisjes te bena
drukken misschien en er werden gelden
bestemd voor een nieuwe Kapel, voor het
Schaepmanfonds en voor Jonge Boeren,
doch men verzuimde niet 130,- te reser
veren voor het zeer aanstaande jubileum
feest van de bank.
Dat feest werd in 1931 stijlvol gevierd. Er
waren jubileumredevoeringen, aan de Kerk
zouden nieuwe lampen worden geschonken
(mits de Centrale Bank deze uitgave van
750,- zou goedkeuren, maar daaraan be
hoeft niet getwijfeld te worden) en er werd
een Plechtige Hoogmis gecelebreerd voor
levende en afgestorven leden.
Dat alles is toch wel zinvoller dan pot
verteren vindt Terugblikker.
Het benoemen van een nieuwe kassier in
1942 (u merkt het; Terugblikker doet een
heel grote stap) was nog al een verwarde
toestand. Hoofdinspecteur Van Gemert van
de Centrale Bank vond dat jonge kandi
daten uitgesloten moesten worden, gezien
de grote verantwoordelijkheid. Er was
enorm veel storm in een waterglas, ver
warde kandidaatstellingen, veel gepraat,
waaraan zelfs de Deken van Meerssen en
enkele hoge functionarissen van de Cen
trale Bank mee deden; er werd als voor
waarde gesteld dat de nieuwbenoemde alle
bankaangelegenheden zelf moest opknap
pen en niet een gedeelte aan zijn echtge
note mocht overlaten (deed de aftredende
dat soms wél?) en uiteindelijk legde ieder
een zich bij alles neer.
Daarna waren bestuursvergaderingen soms,
vanwege luchtgevaar, onvolledig. Om niet
te veel meer aan deze nare tijd te denken
gaat Terugblikker zich de volgende keer
maar verdiepen in de gegevens van Berg
en Terbleyt, dat vlak bij Meerssen ligt, na
nog even te hebben geconstateerd dat de
enorme drukte ten gevolge van de geld-
sanering werd beloond met een gratificatie
van omstreeks 200,-.
Tb