geld- en kapitaalmarkt geldmarkt 34 drs. b. j. kruimel kapitaalmarkt Bij het passeren van de jaarultimo krijgen veel mensen de behoefte terug te kijken. Ten einde met een tevreden gevoel aan 1976 te kunnen beginnen kan men dit voor wat de economische ontwikkeling betreft dit jaar beter niet doen. De cijfers omtrent de werkloosheid, de industriële produktie en de inflatie zijn illustratief voor de weinig rooskleurige gang van zaken. De conjuncturele opgang welke eind 1974 reeds voor de zomer van 1975 werd verwacht, is nog steeds niet begonnen. Wel zijn de geluiden uit de Verenigde Staten reeds enige tijd positief. Ook in ons land lijkt het erop dat enige stabilisatie is bereikt. Zowel in het buitenland als in Nederland is men echter zeer terughoudend bij het uit spreken van verwachtingen voor dit (ver)schrikkel(lijke) jaar 1976. In december is de geldmarkt traditioneel krap. Dit jaar was de krapte echter bijzonder groot. Dit werd met name ver oorzaakt door omvangrijke betalingen aan het Rijk (onder andere grote afdrachten van aardgasbaten). Het saldo van 's Rijks schatkist bij De Nederlandsche Bank liep dan ook op van ƒ3,4 miljard op 1 december tot bijna ƒ4,7 miljard op 25 december. Vervolgens trad enige daling op. Ook de uitzetting van de bankbiljettencirculatie droeg bij tot de grote krapte. Ten opzichte van de stand in de laatste week van november werd deze in december bijna 1 miljard groter. De Nederlandsche Bank kwam de geldmarkt tegemoet met belangrijke liquiditeitssteun. Naast de reeds lopende spe ciale belening (van 1.097 miljoen voor de periode 28/11/ 1975 t/m 15/1/1976) werd het bankwezen op 17 december de mogelijkheid geboden tegen een rente van 5V2 in te schrijven op een nieuwe speciale belening voor de periode van 18 december tot 8 januari. Het gehele ingeschreven bedrag ad 322 miljoen werd toegewezen. Daarnaast wer den er ook marktverruimende dollarswaps afgesloten voor 254 miljoen. Naast deze vormen van liquiditeithulp ter grootte van bijna 1,7 miljard deed het bankwezen ook in grote mate beroep op voorschotten bij De Nederlandsche Bank. Op 15 december bedroegen deze bijna 1,3 miljard (exclusief 1.097 miljoen speciale beleningen). Een der gelijk hoge stand is de laatste jaren weinig voorgekomen. Tekenend voor de totale situatie op de geldmarkt was de tariefontwikkeling. Het interbancair call-geld lag gedurende een groot deel van de maand rond het tarief van het pro messedisconto evenals het tarief voor 3-maands interban- caire deposito's. Het jaargemiddelde van het laatste tarief kwam uit op 5,3 Voor de komende maanden wordt in eerste instantie een aanhoudende krapte verwacht. Daarna zal enige verruiming kunnen gaan optreden. Zodra deze in aanmerkelijke mate heeft plaatsgevonden lijkt een emissie van schatkistpapier te verwachten. De rente op de kapitaalmarkt bleef ook in de maand de cember teruglopen. De rentewijzer bedroeg 8,6% in begin december en 8,3 begin januari. Het jaargemiddelde kwam op 8,68% en ligt daarmee 1.19 punten onder dat van 1974. Zoals gebruikelijk was de emissie-activiteit op de obligatie- markt in de laatste maand van het jaar betrekkelijk gering. Na het succes van de lening van de Nederlandse Investe ringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. 75 miljoen tegen 83A en een kleine ziekenhuislening stond de inschrijving open op de vijfde obligatielening van de Staat der Nederlanden in 1975. Deze werd geëmitteerd door middel van het tendersysteem, heeft een gemiddelde loop tijd van 8 jaar en een rente van 8,5 Deze voorwaarden waren geheel conform de marktomstandigheden hetgeen ertoe leidde dat voor een flink bedrag werd ingeschreven. Dit bedrag werd vastgesteld op 604 miljoen bij een koers van 100 (tegen deze koers werd 53 toegewezen, daarboven alle ingeschreven bedragen). Het totale op de Nederlandse obligatiemarkt in 1975 geëmitteerde bedrag kwam daarmee op 5,7 miljard. Dit is circa 2,5 miljard meer dan in 1974. De Staat was met 2,5 miljard de belang rijkste debiteur. De door haar op dit geleende bedrag in de loop der jaren verschuldigde rente bedraagt bijna 2,2 miljard. De gemiddelde rente op de in 1975 door de Staat geëmitteerde obligatieleningen komt op 8,78%. In het nieuwe jaar wordt weer een groot aantal leningen verwacht. Evenals vorig jaar werd de rij geopend door de Amro-Bank welke de inschrijving heeft opengesteld op een 8% kapitaalobligatielening per 1977/1996. Tevens kan worden ingeschreven op een 9% achtergestelde conver teerbare obligatielening van VMF-Stork. De uitgiftekoers bedraagt 100%. Ten slotte staat ook nog de inschrijving open op een 8V2 lening per 1982/1985 van Eurofima ter grootte van 75 miljoen (waarvan 15-20 miljoen in het buitenland wordt geplaatst).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 36