25
bedrijfsresultaten
diversen
Er kon dan ook een aanzienlijke produktie-
stijging worden gerealiseerd. In de loop van
het verslagjaar heeft de Centrale Rabobank
haar belang in de schadeverzekeringsmaat
schappij De Twaalf Gewesten overgedragen
aan AGO-verzekeringen. Dat de AGO even
eens een non-profit maatschappij is, heeft
hierbij een doorslaggevende rol gespeeld.
Mede in dit kader werd de samenwerking
met het AGO-concern uitgebreid in die zin.
dat naast de N.V. Interpolis en de Levens
verzekeringsmaatschappij OBF, thans ook
de AGO optreedt als primaire maatschappij
voor de Rabobanken. Daarbij is de geza
menlijke intentieverklaring van AGO en In
terpolis om op bepaalde terreinen tot sa
menwerking te geraken van groot belang.
Onder de middelen op termijn zijn verder
opgenomen de spaargelden aan toonder,
alsmede de door de Rabohypohteekbank
bij derden geplaatste pandbrieven.
Voor een verhoudingsgewijs gering bedrag
zijn hieronder verder nog door de Centrale
Rabobank opgenomen leningen begrepen.
Per saldo gaven de middelen op termijn in
het verslagjaar een daling te zien met 479
miljoen, tegenover een stijging met 2.736
miljoen in 1974.
De saldi op privérekeningen vertoonden in
het verslagjaar met 600 (432) miljoen
wederom een aanzienlijke toeneming.
Naast de, voornamelijk inflatoire, inko
mensstijging van de rekeninghouders
speelt daarbij ook de voortgaande groei
van het aantal rekeningen een rol. Het
frantal privérekeninghouders bij de Rabo-
bankorganisatie overschreed in de loop
van het verslagjaar de 2 miljoen en kwam
ultimo 1975 op 2,05 (1,93) miljoen, met een
gemiddeld tegoed van 1.535 (1.325) per
rekening. De aanhoudende inflatie zorgt
voor een gestage stijging van de vaste kern
in deze middelencategorie.
Na de geringe toeneming in de beide voor
gaande jaren, vertoonden de tegoeden op
rekening-courant van bedrijven en instel
lingen in het verslagjaar een krachtige
groei met 590 (80) miljoen. Ook indien
men deze cijfers corrigeert voor de invloed
van deposito's, tekent zich een sterke ont
wikkeling af. Een herstel in de liquiditeits
positie van veel agrarische bedrijven en de
achterblijvende bedrijfsinvesteringen vor
men daarvan de voornaamste oorzaken.
Uiteindelijk resulteerde de beschreven ont
wikkeling van de toevertrouwde middelen
in totaliteit in een toeneming met 4.585
(3.821) miljoen. Ten opzichte van de begin-
stand betekent dat een groei met 15 (14)
tot 35,5 (30,9) miljard.
Het geconsolideerde balanstotaal van de
Rabobankorganisatie steeg in het afge
lopen jaar tot 46,2 (37,4) miljard.
Dat betekent een toeneming met 24 (18) °/o.
De bedrijfsresultaten konden daarmee geen
gelijke tred houden.
De rentebaten stonden onder sterke druk
van de daling van de geld- en kapitaal
marktrente. Daartegenover stond echter een
dienovereenkomstige afneming van de ren
telasten.
Per saldo onderging de rentemarge, uitge
drukt in het gemiddeld balanstotaal, nog een
geringe groei. Ten opzichte van de vooraf
gaande jaren toonde het groeitempo van de
rentemarge echter een verdere daling.
Na een verhoudingsgewijs achterblijvende
stijging van de provisie-inkomsten in 1974,
namen deze onder invloed van de sterke
groei van de verstrekking van nieuwe le
ningen in het verslagjaar weer aanzienlijk
toe.
Uiteindelijk was de relatieve toeneming van
de rente- en provisiemarge geringer dan in
voorgaande jaren.
Daartegenover stond echter een nog ster
kere beperking van de relatieve kostenstij
ging. Dat deze in 1974 ingezette tendens
in het verslagjaar aanhield achten wij een
verheugend teken, vooral nu externe invloe
den in het verslagjaar daaraan zeker niet
bijdroegen. De matiging in de kostenstijging
was mede te danken aan een beperking in
de groei van het aantal personeelsleden.
Ook de daling van het aantal vestigingen
bevordert de matiging van de kostenstij
ging.
Tegen de achtergrond van de economische
situatie met verhoudingsgewijs sterk da
lende vermogensposities van veel bedrijven
is een verdere versterking van de solvabili
teitspositie van de banken een dwingende
noodzaak. Dat is de reden waarom een aan
zienlijk deel van de brutowinst, namelijk
125 (101) miljoen, is toegevoegd aan de
Voorziening voor Bedrijfsrisico's.
Na belastingen ten bedrage van 170 (143)
miljoen, resteert een nettowinst van 165
(148) miljoen, welke nagenoeg geheel wordt
gebruikt ter versterking van het eigen ver
mogen van de Rabobankorganisatie.
De nettowinst en de toevoeging aan de
Voorziening voor Bedrijfsrisico's te zamen
bedragen derhalve 290 (249) miljoen, het
geen een stijging met 17 (22) betekent.
Daarbij dient te worden aangetekend dat de
resultaten van 1975 negatief zijn beïnvloed
door een incidentele extra-last als gevolg
van de verbetering van de pensioenvoor
zieningen voor het personeel van de plaat
selijke Rabobanken. Daardoor blijft de rela
tieve stijging van het bedrijfsresultaat, zeker
indien men rekening houdt met de groei
van de bedrijfsomvang en met de vereiste
versterking van de solvabiliteitspositie, dui
delijk achter bij die van 1974.
Desondanks zijn wij van mening dat de re
sultaten over 1975 als bevredigend kunnen
worden gekwalificeerd.
De werkzaamheden in de computercentra
van de Centrale Rabobank zijn ook in 1975
weer sterk in omvang toegenomen. Thans
worden circa 10 miljoen rekeningen door
middel van de computer geadministreerd.
Op spitsdagen betekent dit verwerking van
meer dan 2 miljoen mutaties per dag. In het
verslagjaar zijn twee nieuwe computers van
het type I.B.M. 370/168 in gebruik genomen.
Naast het hoofdcentrum in Zeist zal de
computercapaciteit in Eindhoven zodanig
worden vergroot en verbeterd, dat bij even
tuele grote storingen continuïteit in de ver
werking verzekerd blijft.
Bij de opleiding en voorlichting van perso
neel en bestuurderen van de aangesloten
banken werden de vele reeds bestaande ac
tiviteiten in 1975 voortgezet en geïntensi
veerd.
De uitbouw van onze internationale activi
teiten kreeg ook in het verslagjaar weer
grote aandacht. Er vond een omvangrijke
uitbreiding plaats van zaken betreffende
eurofinancieringen en handel in vreemde
valuta. Mede daardoor steeg het aandeel
van het zogenaamde buitenlandse bedrijf in
het geconsolideerde balanstotaal tot ruim
11 Ook de dienstverlening aan de inter
nationaal georiënteerde cliënten werd in
1975 verder uitgebouwd en verbeterd.
Daarbij werd belangrijke steun ondervonden
van enkele internationale samenwerkings
verbanden.
Stonden de activiteiten van de Rabobanken
op het terrein van de assurantiebemiddeling
in 1974 enigszins onder druk van het rela
tief lage niveau van nieuwe verstrekte le
ningen, in het verslagjaar was sprake van
het tegendeel.
Evenals in 1974 toonden de reisbemidde-
lingsactiviteiten van de Rabobanken een
sterke groei. Het aantal verkochte reizen
nam toe met niet minder dan 40 tot circa
138.000 (98.000). De bruto-omzet in guldens
gaf een overeenkomstige toeneming te zien.
Met name de aantallen autoreizen vertoon
den in het verslagjaar een sterke stijging.
Door deze ontwikkelingen is het marktaan
deel van de Rabobankorganisatie in de reis-
bemiddelingssector in het verslagjaar op
nieuw toegenomen.
In het betalingsverkeer blijft het gebruik van
betaalcheques sterk toenemen. Ultimo 1975
telde de Rabobankorganisatie 1,03 (0,93)
miljoen betaalpashouders. Deze gebruikten
in 1975 ruim 35 miljoen betaalcheques. De
in de loop van 1974 geïntroduceerde Euro
cheque ondervindt groeiende belangstel
ling.
Het aantal personeelsleden in dienst van de
Rabobankorganisatie nam gedurende 1975
toe met 885 (1.243) tot 20.680 (19.795) per
het einde van het jaar.
De Centrale Rabobank is lid geworden van
de Werkgeversvereniging voor het Bank
bedrijf, hetgeen mogelijk werd door een wij
ziging van de statuten en reglementen van
deze vereniging. Voor het personeel van de
Centrale Rabobank betekent dit dat zij met
betrekking tot de arbeidsvoorwaarden als
partner in de CAO voor het bankbedrijf zal
zijn vertegenwoordigd.
Door onderlinge fusies verminderde het aan
tal aangesloten banken in 1975 met 29 (54)
tot 1.050 (1.079).
Mede als gevolg van zulke fusies kon een
verdere efficiencyverbetering in het ves
tigingspatroon worden bereikt. Dit leidde er
toe dat het totaal aantal vestigingen voor het
eerst een daling onderging, en wel met 10
25), waardoor het totaal kwam op 3.145
(3.155).