opening van
amstelhotel
zaken in
het
22
In deze kolommen is een verslag van deze bijeenkomst
uitzettingen
Op de persconferentie, die op 12 januari in het Amstelhotel
door de heren Verhage, Bakx en Vlak werd gegeven waren
ruim dertig journalisten aanwezig. Zij vertegenwoordigden
de financiële pers, inbegrepen de financiële pagina's van
de grote dagbladen, maar ook allerlei organen van sectoren
uit het bedrijfsleven, zowel het agrarische als het niet-
agrarische.
nauwelijks zinvol. In allerhande publikaties hebben wij er
reeds min of meer uitvoerige stukken over kunnen lezen.
Bovendien springt men bij zo'n vraag-en-antwoorduurtje
meestal van de hak op de tak, omdat iedere vragensteller
door zijn persoonlijke interesse geleid wordt.
Natuurlijk betroffen vele vragen de zorgelijke economische
toestand en de verwachtingen voor de toekomst. Dikwijls
gebeurde dat ook in meer concrete vorm. Omdat het markt
aandeel van de Rabobanken bij de financiering van het
midden- en kleinbedrijf gestegen is, vroeg iemand hoe wij
staan tegenover de kredietwaardigheid van de cliënt. De
heer Verhage zei hierop, dat de Rabobanken het niet
zoeken in een soepeler beoordeling van de kredietwaardig
heid, doch in een goede dienstverlening. Dit laatste ver
draagt zich niet met een luchthartig oordeel over krediet
waardigheid. Wij zijn hier altijd zeer voorzichtig in. Dat
geldt ook voor kredieten aan vissers. Wij hebben ons niet
in een algemene brief afwijzend opgesteld tegen het finan
cieren van visserijbedrijven, maar zullen voortgaan met
een uiterst zorgvuldige individuele beoordeling van elk
bedrijf afzonderlijk, nu vele het onder meer door de be
perking van de visvangst moeilijk hebben.
De heer Bakx vertelde op een vraag, dat onze eigen
Bijzondere Middenstands-financieringsregeling, die wij
anderhalf jaar geleden vanwege het garantiemonopolie
van de MMB hebben ingevoerd, goed onthaald is. In het
kader van de BMF zijn enkele tientallen miljoenen verstrekt
en uitbreiding van de clientèle is niet uitgebleven. Onze
beoordelingsmaatstaven waren dezelfde als bij het over-
heidskrediet. De heren Verhage en Bakx rekenden er dan
ook op, dat het voornemen van de regering om het mono
polie voor gegarandeerde kredieten te doorbreken zal door
gaan, Het midden- en kleinbedrijf heeft recht op en belang
bij de vrijheid om zelf zijn financiële relatie te zoeken. Het
„tweede circuit" voor garantiekredieten moet er komen.
Beaamd werd verder, dat het bedrijfsleven, ook het agra
rische, behoefte heeft aan achtergestelde kredieten. Daar
voor heeft de Staat 500 miljoen gereserveerd. Uit onze
sfeer zijn enkele aanvragen binnengekomen, meest van
grotere cliënten, ook uit agrarische sfeer, want voor
deze kredietverlening is er immers een minimumgrens van
250.000,-. Deze nieuwe vorm van financiering is echter
nauwelijks op gang gekomen, zodat het nog te vroeg is om
een oordeel over het effect uit te spreken.
Er waren ook enige kleine prikvraagjes. Over de reis-
bemiddeling (ons marktaandeel een kleine 10%). Iemand
vroeg onder gelach naar de bekende weg: u bent geen lid
van de ANVR? Dat kon alleen maar bevestigd worden. En
dan over eventuele besprekingen met de Spaarbankbond.
Geen contact, de heer Verhage had zelfs niet de indruk,
dat er iets staat te gebeuren. Eerst moet blijkbaar de PTT
met zijn postbank komen, maar daarvan hoor je de laatste
tijd ook weinig. Wat wij weten komt alleen uit de krant.
Dat was ongeveer het laatste en daarmee werden de aan
wezigen onbedoeld weer even aan hun belangrijke taak
herinnerd.
Wij laten hieronder het uitgereikte perscommuniqué vol
ledig volgen.
(De gebruikte gegevens zijn ten dele ge
baseerd op ramingen en dragen daarom
een voorlopig karakter. De cijlers van de
plaatselijke Rabobanken zijn geconsoli
deerd met die van de Centrale Rabobank
en haar meerderheidsdeelnemingen en met
die van de Rabohypotheekbank N.V. Tus
sen haakjes zijn de vergelijkbare cijfers
van 1974 vermeld).
Over het gehele jaar 1975 gemeten lag de
verstrekking van nieuwe leningen door de
Rabobankorganisatie in absolute cijfers op
hoog niveau, ook in vergelijking met 1973.
Niettemin heeft de in 1974 begonnen ver
traging in het groeitempo van de krediet
verlening zich ook gedurende een groot
deel van 1975 nog voorgedaan, zij het
minder sterk dan in 1974.
Toen was de voornaamste oorzaak van
deze ontwikkeling gelegen in de krappe
financieringsruimte van de Rabobanken en
de daaruit voortvloeiende interne krediet-
beperkende maatregelen.
In het verslagjaar waren het daarentegen
vooral invloeden van buitenaf die de groei
van de kredietverlening beperkten. Daar
naast hebben ook de uit 1974 daterende
interne maatregelen in de eerste helft van
1975 nog een rol gespeeld evenals ont
wikkelingen met betrekking tot de aflos
singen. Achterstanden in aflossingen wer
den ingelopen, extra aflossingen toonden
een herstel.
De groei van de kredietvraag in de agrari
sche sector is sedert 1973 sterk beïnvloed
door de rentesubsidieregeling. Voor de
rundveehouderij geldt dit thans duidelijk in