2 Bij de voorbereiding van mijn inleiding tot de algemene vergadering in juni van dit jaar hield ik er rekening mee, dat wat ik van plan was te gaan zeggen over het toen nog niet verschenen structuur rapport, niet onbesproken zou blijven. Ik meende er echter goed aan te doen de grote lijnen, die het rapport aangaf met mijn eigen woorden en op eigen verantwoordelijkheid, maar na overleg met de Structuurcommissie, te moeten inleiden ter voorbereiding van de behandeling in onze organisatie. Achteraf heb ik er geen spijt van, dat ik het gedaan heb. Integendeel, ik geloof nl., dat mede door die inleiding het structuurrapport de grote belangstelling heeft gekregen die we sindsdien hebben kunnen constateren. In alle openheid is veel en soms heftig gedebatteerd in tal van besprekingen en vergaderingen in onze gehele organisatie. De bedoelingen van de Raad van Beheer en van de Structuurcommissie zijn op dit punt volledig beantwoord. Dat bij de discussies vele meningen en opvattingen naar voren zouden komen was vanzelfsprekend; dat niet iedereen het eens zou zijn met inhoud en strekking van het rapport kon verwacht worden; dat er misverstanden zouden ontstaan over ideeën en/of bedoelingen van de commissie is even eens begrijpelijk. Bij alle verschillen in inzicht en opvattingen en bij alle kritische beschouwingen, die te beluisteren waren, stond evenwel buiten twijfel de overtuiging, dat de coöperatieve grondslag de basis moet blijven van onze bankorganisatie, waarin soliditeit en dynamiek, inspraak en slagvaardigheid op evenwichtige wijze moeten samengaan en waarin op reële wijze inhoud moet worden gegeven aan eenheid in verscheidenheid. Dat grote waarde wordt gehecht aan een zo groot mogelijke zelfstan digheid van de plaatselijke banken is vanzelfsprekend. Er kan en mag echter geen sprake zijn van twee partijen: aan de ene kant de Centrale Bank en aan de andere kant de gezamenlijke aangesloten banken. Centrale Bank en aangesloten banken zijn deel van het geheel. De samengebundelde verslagen van de gehouden kringvergaderingen geven een goed overzicht van de voornaamste opmerkingen, die in de kringvergaderingen werden gemaakt. De Centrale Kringvergadering heeft nog eens alles overwogen en vervolgens een naar mijn mening zeer wijs besluit genomen door de Structuurcommissie nieuw huiswerk mee te geven. Na kennis genomen te hebben van de beraadslagingen in de kringvergaderingen, van de stand punten van de Raad van Beheer en van de Raad van Toezicht en gehoord de uitspraken van de Centrale Kringvergadering, zal de Structuurcommissie zich gaan zetten aan een nadere uitwerking van het structuurrapport. Zij zal duidelijke voorstellen moeten doen inzake de meest gewenste structuur van onze organisatie. Er zal nu moeten komen een duidelijke tekening voor ons toekomstig organisatiegebouw met werktekeningen tot in details en het bestek zal aanbestedingsklaar moeten worden gemaakt. Met andere woorden, de Structuurcommissie zal concrete voorstellen gaan voorbereiden met betrekking tot eventuele aanpassing van statuten en reglementen met toe lichting en zij zal duidelijk moeten maken wat bedoeld wordt met het geïntegreerde beleid. Ook de financiële verhoudingen tussen Centrale Bank en aangesloten banken en tussen de aange sloten banken onderling, zullen onderwerp van studie zijn. Er is dus weer volop werk voor de Structuurcommissie. Hopelijk zal het mogelijk zijn om in de te houden kringvergaderingen in het najaar van 1976 de voorstellen te bespreken en dat, na behan deling in de Centrale Kringvergadering definitieve besluiten kunnen worden genomen in de Alge mene Vergadering van 1977. De eerste ronde is achter de rug! Het was een levendige en spannende ronde. Ik heb van de vele contacten en discussies in kringen en Centrale Kring veel opgestoken en vooral veel geleerd. De nu ingegane ronde zal van grote betekenis zijn voor de toekomstige ontwikkeling van onze Rabobankorganisatie. Van de uiteindelijke uitslag hangt het af, of onze bank zal blijven wat ze is: de (beste) bank voor iedereen. Daaraan hoeven we thans - aan het einde van het jaar - ook niet te twijfelen. Al zijn niet al onze vragen opgelost, wij hebben er als organisatie dit jaar in de beste ver standhouding aan kunnen werken. Vanuit die gedachte wens ik al onze lezers in alle opzichten goede Kerstdagen en een gelukkig Nieuwjaar toe. C. G. A. Mertens

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 4