Voor de romanlezers die het misschien in
teressant om te weten dat de arts, dokter
Wiegersma, die model stond voor het boek
„Het dorp aan de rivier" hier zijn praktijk
uitoefende.
Lithoyen bleef in de organisatie van het
landbouwkrediet zeker niet achter. In ok
tober 1904 werd de Boerenleenbank door
wethouders, pastoor, landbouwers, ge
meenteesecretaris en onderwijzer opge
richt waarop: „Wij, Wilhelmina, hebben
goedgevonden en verstaan de overgelegde
Statuten goed te keuren en deze Vereeni-
ging mitsdien te erkennen. Onze Minister
van Justitie is belast met de uitvoering van
dit besluit
De goede man had het in deze jaren wel
bijzonder druk toen zo vele Boerenleen
banken werden opgericht en ook nog
goedgekeurd!
In de notulen uit de jaren 1935-1959 laten
de ellendige crisisjaren hun sporen over
duidelijk na. (U merkt wel dat deze jaren
„jonger" zijn dan doorgaans in deze ru
briek beschreven worden.)
De inbreng van spaargelden liep zo hard
terug dat onze bestuurders enorm veel
zorgen hadden om de zaken lopende te
kunnen houden, de belangen van de, voor
het overgrote deel, goedwillende en hard
werkende leden te beschermen om toch
wanneer het helemaal niet anders kón, in
te grijpen en - gerechtelijk - uit te winnen.
Het waren dikwijls heel erg moeilijke be
slissingen waarbij toch gelukkig het Raif-
feisenbeginsel hoog in het vaandel ge
schreven bleef. En dus werd in 1936 een-
vierde deel van de winst, zijnde 88,-,
aangewend tot vorming van een crisis
fonds voor steun aan noodlijdende boeren
en werd besloten regelmatig een Heilige
Mis te laten lezen voor het welzijn van
die zwoegers.
In 1937 kreeg het steunfonds 66,- maar
moest het bestuur ook een enkele maal
tot „executie" besluiten. Dat „is alleen
te wijten aan de betrokkenen zelf. Niets
is onbeproefd gelaten door het bestuur om
alles, ook voor de borgen, tot een goed
einde te brengen". En u mag geloven dat
aan deze moeilijke besluiten vele vergade
ringen en intens overleg met deskundigen
van de Centrale Bank voorafgegaan zijn.
Te meer verdienen die bestuurders respect
die, bijna altijd zonder enige vergoeding
en gedurende dikwijls vele jaren, de aan
vaarde taak zo gewetensvol hebben vol
bracht.
In deze zeer zware jaren konden de leden
van de Boerinnenbond een grote steun zijn
voor hun echtgenoten.
Maar toch moest de rente verlaagd wor
den; anders kon de Bank niet blijven door
draaien.
Als troost werd „een sigaar aangeboden".
Hopelijk liet de schrale kas nog toe dat
aan iedere aanwezige een sigaar werd ge
geven.
De administratie en uitbetaling van crisis-
gelden legde een extra last op de bestuur
ders en, vooral, op de kassier. De alge
mene vergadering was er niet zo erg ge
lukkig mee aangezien „uitbetaling van
De Beerse overlaat was berucht bij de
Maasdorpen. In 1926 ging dokter Wieger
sma met een roeibootje zijn patiënten-
bezoeken maken.
tarwe en varkens door bemiddeling van de
Boerenleenbank een niet gering verlies
oplevert. Slechts als het niet anders kan
moet hierin berust worden terwille van
het gemak der leden".
Nóch in 1940, nóch in 1941 ook maar één
woord in de notulen over de uitgebroken
oorlog. Zou dat gekomen zijn doordat „de
lezing van de heer O. Vriens over de om
zetbelasting zoveel tijd in beslag nam dat
de agenda vlug afgehandeld moest wor
den".
Men kon nog niet bevroeden welke zware
fiscale- en andere werken zich gingen sa
menpakken.
Nadat deze vergadering (nog pas 34 jaar
geleden) gesloten is, verlaten we Kring 38
en hopen u weer te ontmoeten in Kring 39,
de Kring Maastricht.
Tb.