uit onze historie
35
De naam Ravenstein kwamen wij al eerder tegen als een oord dat zelfstandig bleef ten
tijde van de Kerkhervorming en waar de uitoefening van de R.K. godsdienst ongestoord
kon voortgaan.
Ook hier zijn de oudste notulenboeken vermist of verbrand en kan dus helaas niets bericht
worden over de bank die, zoals vele, ook in 1897 werd opgericht.
Wel stuurde directeur Verbruggen het boekje „Spieghel Historiaal geschreven door Hans
Sluyters, ter inzage. Aangezien het „de kleine dingen zijn die het doen" is Terugblikker
voor dit gebaar zeer dankbaar.
„Onze Historie" begon vele eeuwen geleden en bestrijkt beslist niet alleen het verhaal
van onze banken. U houdt het dan maar ten goede dat ook de historie van de plaatsen
van vestiging een belangrijk deel van deze beschouwingen inneemt.
De gravure is vervaardigd door Hendrik
Spilman in 1741 naar een tekening van
Jan de Beijer. Het betreffende kasteel werd
in 1360 gebouwd en in 1818 afgebroken
(dit laatste onder groot protest van de
bevolking).
Slechts de gracht en de eveneens op de
gravure zichtbare kerk (1735) met torens
zijn gespaard gebleven. Cynische noot:
de sloper ging tot groot genoegen van de
bevolking in 1824 failliet.
De afdruk van deze gravure werd ons
beschikbaar gesteld door de heer Brands,
oud-directeur van Schayk bij Oss.
Wij vernemen dan dat Stad en Heerlijkheid
hun naam ontlenen aan het slot dat door
een zekere Walraven van Valkenburg in
1360 werd gebouwd. Daarvóór heette deze
streek: Land van Herpen. De Heren van
Herpen waren niet bepaald salonjonkers.
In 1159 bewonderde men de daden van
Adolf in de Grimbergsche Oorlog aldus:
,,hem sach men uten sadele werpen
menighen man, met suiker nide (woestheid)
dat hem die ribben in die side
moesten bughen ende craken
Een opvolger had ook al een ietwat harde
hand. Toen hij in 1481 de jonge Philips
de Schoone tot ridder moest slaan, deed
hij dat vermoedelijk een weinig te geest
driftig en gaf dientengevolge een flinke tik.
Het adellijke knaapje, voelend dat het ge
slagen werd, sprong, tot grote hilariteit van
de aanwezigen, de Heer van Ravenstein
Het oude miniatuurstadje Megen met rechts
de gevangentoren.
met zijn degentje op het lijf. Deze Heer
schrok daarvan heftig uiteraard.
U denkt toch niet dat het bij deze enkele
twist bleef?
Oorlogen, plunderingen, corruptie van alle
zijden, moordende vetes, in 1606 een brand
die alles, behalve het kasteel, verwoestte
en ga zo maar door. Het is een wonder dat
de mensheid, overal ter wereld de slagen
te boven komt en steeds weer opnieuw
begint met her- en opbouw totdat de vol
gende klappen vallen. In 1672 werd het
stadje definitief ontmanteld. Omstreeks
1700, tijdens het bewind van Karei Philips
van de Paltz bloeide de plaats op. Een lo
terij om - noodzakelijk - de RK kerk te
vergroten bracht tot groot verdriet van de
Staten van Holland en Zeeland, die nu
eenmaal tegen verlotingen gekant waren,
zoveel op dat daaruit ook nog de Latijnse
School kon worden bekostigd en ook aan
de stadsdoctoor een toelage kon worden
gegeven voor verloskundige hulp, verleend
aan 's lands armen
In de twintiger jaren van onze eeuw werd
het gebied uitgebreid met negen kerk-
Kastkxl m Stad Ravxhstxih.