de colportagewet 32 mr. h. j. wemekamp doel van de wet soorten colportage verplichting tot inschrijving bij kamer van koophandel en fabrieken Nu de donkere dagen van december zijn aangebroken, schijnt een aantal lieden zich wel licht ten gevolge van het minder overvloedige daglicht aangetrokken te voelen om met nog meer inspanning dan in zonniger jaargetijden hun nering aan de man of in vele geval len met name aan de vrouw te brengen. Diegenen, die wel eens het genoegen hebben gesmaakt met een huis-aan-huis verkoper in aanraking te komen, is dit niet altijd goed bekomen. Maar al te vaak blijkt hetgeen, wat met veel verve door de colporteur als een goed artikel aan de deur werd verkocht, niet te beantwoorden aan wat daaromtrent bij de verkoop werd voorgesteld. Bovendien wordt men er in vele gevallen vanwege de aantrekkelijkheid van het aanbod toe verleid om totaal overbodige artikelen te kopen. Teneinde de ongewenste bijverschijnselen, welke naar het schijnt, steeds aan de huis- aan-huis verkoop verbonden zijn, zoveel mogelijk te beteugelen, heeft de overheid door middel van de Colportagewet paal en perk gesteld aan de huis-aan-huis verkoop. Daar wij allen het risico lopen met een colporteur in aanraking te komen, leek het mij een goede zaak de Colportagewet, wel ke deels op 1 augustus en deels op 1 no vember van dit jaar in werking is getreden, eens nader onder uw aandacht te brengen. Het doel van de Colportagewet is niet zo zeer colportage in al haar vormen ten enen male te verbieden, maar veeleer om mis bruiken bij colportage tegen te gaan. Voor een juist begrip van de Colportagewet is het van belang te weten, wat onder col portage verstaan wordt. Het belangrijkste element van colportage is hierin gelegen, dat het gaat om een persoonlijk bezoek met de bedoeling iemand tot een overeen komst te bewegen, met andere woorden men praat iemand iets aan. Colportage heeft alleen betrekking op par ticulieren; vertegenwoordigers, die zaken of ondernemingen bezoeken vallen der halve niet onder dit begrip. Wel valt daar entegen onder colportage het trachten te verkopen op speciaal daarvoor georgani seerde bijeenkomsten, waar bijvoorbeeld de goederen gedemonstreerd worden. Ook ten aanzien van de soorten transacties geldt een beperking: uitsluitend wanneer roe rende zaken of diensten verkocht worden is de Colportagewet van toepassing. Niet onder het begrip colportage vallen de vertrouwde leveranciers van elke dag, zoals de melkboer, bakker, slager, kruide nier en de groenteboer. De wet onderscheidt drie soorten van col portage: de afbetalingscolportage, de con- tantcolportage en de kredietcolportage. De afbetalingscolporteur is degene, die een particulier tracht te bewegen aan een af betalingstransactie deel te nemen; de con- tantcolporteur is degene die tracht te be wegen tot het anders dan om niet ver schaffen van het genot van een roerende zaak of dienst en de kredietcolporteur is degene die tracht te bewegen tot het deel nemen aan een overeenkomst van krediet verlening. Van deze drie vormen is de kredietcolpor tage zonder meer verboden. Dit houdt in, dat én de kredietcolporteur en degene die hem laat colporteren (de kredietgever) strafbaar zijn. Dit betekent bovendien dat de door bemiddeling van een kredietcol porteur tot stand gekomen kredietovereen komst vernietigbaar is, zulks echter uit sluitend op verzoek van de kredietnemer. De kredietnemer kan door middel van een schriftelijke mededeling aan de kredietge ver de nietigheid van de overeenkomst in roepen, mits hij dit doet binnen één jaar na de totstandkoming van de overeenkomst. Alsdan zal de kredietgever de ontvangen rente moeten terugbetalen. De kredietge ver kan wel de hoofdsom terugvorderen; de rechter kan voor de terugbetaling echter termijnen vaststellen. Al met al zal de kre dietcolportage, gezien de daaraan ook voor de kredietgever-colporteur verbonden risico's, niet veel meer voorkomen. Voor de afbetalingscolportage en de con- tantcolportage heeft de wet een andere re geling gegeven. Ter voorkoming van mis bruik, voortvloeiende uit deze vormen van colportage, wordt eerstens bepaald dat deze vormen van colportage verboden zijn, tenzij de colporteur als zodanig bij een Kamer van Koophandel en Fabrieken staat ingeschreven. In de tweede plaats geeft de wet een aantal voorschriften, waaraan colportagecontracten dienen te voldoen. Bovendien kan de afnemer, indien het transacties betreft van 75,- of meer, bin nen de zogenaamde afkoelingstermijn ont binding van de overeenkomst eisen. De inschrijving van een colporteur bij de Kamer van Koophandel heeft tot doel ze kere waarborgen te scheppen dat alleen personen die zich niet aan onbehoorlijk gedrag hebben schuldig gemaakt, als col porteur kunnen optreden. Van de in schrijving ontvangt de ingeschrevene een bewijs, dat hij tijdens zijn werkzaamheden bij zich moet hebben en op verzoek van de bevoegde opsporingsambtenaar aan deze moet tonen. Een al te grote betekenis kan aan de verplichting tot inschrijving niet worden toegekend. Om ingeschreven te kunnen worden dient men slechts aan enkele vereisten te vol doen: een minimumleeftijd van 21 jaar en de overlegging van een verklaring omtrent het gedrag overeenkomstig de Wet op de justitiële documentatie en op de verkla ringen omtrent het gedrag (Bewijs van goed gedrag). Indien gebleken is dat een colporteur zich aan onbehoorlijk gedrag schuldig gemaakt heeft bij de uitoefening van zijn werkzaam heden, kan dit tot gevolg hebben dat zijn inschrijving door de Minister van Econo mische Zaken vervallen wordt verklaard. Onder onbehoorlijk gedrag wordt door de wet verstaan: een gedraging, welke in strijd is met hetgeen een goede colporteur in het maatschappelijk leven betaamt. Wat onder deze normatieve omschrijving in de praktijk precies verstaan dient te worden valt thans nog niet te zeggen. Dit zal eerst mogelijk zijn wanneer er enige jurispru dentie gevormd is of zich een bepaalde code ontwikkeld heeft over het begrip onbehoorlijk gedrag. Wel zijn bij algemene maatregel van bestuur een aantal gedra gingen aangewezen, die in het algemeen als onbehoorlijk worden aangemerkt. Zo dient de colporteur zich onder meer te onthouden van onjuiste of misleidende op merkingen over de produkten, die hij ver koopt of de diensten die hij aanbiedt. Wat onder onbehoorlijk gedrag verstaan wordt, is met name van belang omdat on behoorlijk gedrag kan dienen als grond voor de bezwaren, welke afnemers tegen een colporteur bij de Minister van Econo mische Zaken kunnen indienen. Terzijde zij nog opgemerkt, dat het verbod om als colporteur werkzaam te zijn, tenzij men bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven, niet geldt voor colportage van boeken, grammofoonpplaten, geluids banden en dergelijke. Deze goederen kun nen bestemd zijn om gedachten en ge voelens openbaar te maken, met het ge volg dat een vereiste van inschrijving van colporteurs die deze artikelen verkopen, strijdig zou zijn met artikel 7 van de Grond wet, dat de vrijheid van meningsuiting waarborgt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 34