de ene coöperatie
is de andere niet
31
j. v. d. beukei jr.
De woeste pracht van Sardinië, die onder
alle historische wisselingen in het lot van
het eiland, dezelfde is gebleven.
(Foto Kees Scherer)
Coöperatie en publiciteit. Over dit onder
werp werd van 13 tot en met 17 oktober op
het Italiaanse eiland Sardinië een congres
gehouden, georganiseerd door de CEPFAR,
het Europees Centrum voor Promotie en
Vorming in de Landbouw en op het Platte
land. Vijfentachtig heren en één dame (bij
coöperaties heeft de emancipatie blijkbaar
nog weinig vaste voet gekregen!) uit acht
EEG-landen hebben zich een werkweek ge
bogen over de vraag hoe de coöperatie op
de beste wijze in de publiciteit kan worden
gebracht.
Daarbij ging het niet alleen over de public
relations en publiciteit van de bedrijven, die
door de coöperaties worden uitgeoefend,
maar zeker en vooral ook over de vraag hoe
de coöperatie-gedachte het beste kan wor
den verspreid.
In dit laatste aspect vooral heeft het con
gres zich verdiept, want wat is eigenlijk
een coöperatie en welke principes liggen
eraan ten grondslag? Daarbij werd het de
deelnemers gaandeweg duidelijk dat een
coöperator bijvoorbeeld in Italië wel eens
pleegt uit te gaan van enigszins andere
principes dan zijn collega in Nederland of
Duitsland: de ene coöperatie is de andere
niet.
De indruk werd verkregen dat coöperatie-
land in Europa als het ware in twee ver
schillende stukken kan worden verdeeld.
Enerzijds vinden we landen als Italië,
Frankrijk en (in mindere mate) Engeland
en Ierland, waar de coöperatie een zwaar
der accent legt op haar economische ach
tergrond: het behalen van hogere prijzen,
het maken van betere produkten, het be
dingen van betere condities, het verlenen
van meer service voor en aan de leden.
Een ander zwaartepunt hebben de opvat
tingen van Nederlanders en Duitsers - met
sterke ondersteuning van Belgen en De
nen - namelijk dat coöperatie niet eindigt
met hét economisch aspect, maar in wezen
een overtuiging is met maatschappelijke,
én economische doelstellingen.
Waar zou immers de coöperatie, die louter
op economische leest is geschoeid, blijven
als de particuliere concurrent het (door
welke omstandigheden dan ook) op com
mercieel vlak net iets beter zou doen?
Het congres heeft het niet gemakkelijk ge
had met het verbinden van deze twee
nuances. Bovendien bleek men in de di
verse EEG-landen niet even ver te zijn met
de ontwikkeling van de coöperaties zelf.
Wel hebben de deelnemers een uitgebreid
inzicht gekregen in de problematiek waar
mee collega's in Zuid-Europa te worstelen
hebben, en die enigszins te vergelijken is
met de vragen waarmee wij hier te lande
in een niet meer zo nabij verleden werden
geconfronteerd.
De meningen die naar voren zijn gekomen
kunnen een belangrijke aanzet zijn tot een
nieuwe discussie over de doelstellingen
van de coöperatie en tot een beter weder
zijds begrip van de coöperaties in de EEG-
lidstaten onderling. In dit verband werd
door de deelnemers sterke druk uitge
oefend op de aanwezige vertegenwoordi
gers van de Europese Commissie om te
komen tot de oprichting van een commu
nicatiecentrum op Europees niveau, spe
ciaal gericht op coöperaties. Zulk een cen
trum zou een belangrijke rol kunnen spelen
in het uitwisselen van ervaringen en ziens
wijzen en het uitdragen van de coöperatie
gedachte.
Daarnaast kregen de deelnemers een glo
baal overzicht van wat de coöperaties in
de diverse landen op publiciteitsgebied
doen. Ideeën werden opgedaan en erva
ringen uitgewisseld.
Een nuttig en vooral leerzaam congres.