s.s.r.: met of zonder 'en/of'? 26 Na lezing van de jaarcijfers van de Stichting valt het ons op dat er jaarlijks grote bijdragen komen voor de afdeling "hinneland"welke echter niet tot uitkering komen0 Onze bank heeft dit gevaar reeds jaren voorzien en doet de jaarlijkse bijdrage dan ook ieder jaar uit drukkelijk voor de afdeling "Ontwikkeleingslanden" Zijn de doelstellingen van de Stichting ook niet speciaal gericht op de "ontwikkelingslanden" en in veel mindere mate op "binnenland"? Naar onze mening MOET deze doel stelling wel zo zijn om de banken te motiveren om bijdra gen te doen. Juist in de ontwikkelingslanden kan met deze bijdragen zo veel gedaan worden, terwijl er in eigen land zovele instanties zijn die op allerlei terrein werkzaam zijn, zodat motivering om aan binnenlandse aktiviteiten bijdragen te verlenen vanzelfsprekend beduidend minder zijn. Vele banken zullen echter zonder meer een bijdrage over boeken, welke dan door U gelijkelijk over beide afdelin gen worden verdeeld. Zou het niet wenselijk zijn dat deze scheiding in afdelingen komt te vervallen, maar dat prio riteit wordt gegeven aan de hulp aan projekten in de ont wikkelingslanden, zodat de hulp aan pjojekten in het bin nenland wordt beperkt tot enkele incidentele gevallen, waar de Rabobankorganisatie zeer nauw bij is betrekken? Onze bank is van mening dat de gelden door de Stichting Steun door Rabobanken in overgrote meerderheid dienen te worden aangewend voor projekten in de ontwikkelingslanden en slechts incidenteel voor projekten in eigen land. Door de scheiding in afdeling binneland en ontwikkelings landen te laten vervallen zal het niet meer mogelijk zijn dat een groot kapitaal op de balans komt te staan hetwelk beter kan worden aangewend voor hulp aan ontwikkelings pro gekten in het buitenland, waar men met een paar dui zend. gulden veel goed werk kan verrichten. De aandacht moet eens even gericht wor den op onze Stichting Steun door Rabo- banken. Niet om haar goede daden op te hemelen, ook niet om bij de banken bij dragen los te kloppen, maar omdat er een indringende vraag aan het bestuur van de Stichting is gesteld, die mogelijk ook bij andere banken leeft. Die vraag vindt u in het hierbij afgedrukte gedeelte van de brief, die de Limburgse Rabobank Ysselsteyn enige tijd geleden aan de SSR toezond. Dit is nu eens geen „ruzie-kwestie", zelfs geen „principiële kwestie", maar toch ook allerminst een oppervlakkige zaak. Het raakt eigenlijk de vraag, waarom en waartoe hebben wij de SSR? Om de brief van Ysselsteyn goed te kun nen begrijpen, herinner ik er aan dat de SSR volgens haar statuten zich inderdaad Uit de brief van de Rabobank Ysselsteyn L. in haar doel op twee verschillende groe pen richt namelijk die binnen Nederland en die daarbuiten. Van beide groepen wil ze de maatschappelijke ontplooiing bevor deren. In het bijzonder denkt ze daarbij aan het verlenen van financiële steun, waarbij dan weer naast elkaar onderschei den worden: a. in Nederland aan projecten of activi teiten ter bevordering van het geestelijk, lichamelijk en/of sociaal welzijn van in deze opzichten minder bedeelden; b. buiten Nederland aan projecten ten be hoeve van de landbouw en landbouwbevol king en aan projecten ter stimulering van het coöperatiewezen, in het bijzonder van kredietcoöperaties. Een andere statutaire bepaling is het spie gelbeeld van deze doelomschrijving. Want de SSR is administratief gescheiden in een afdeling Nederland en een afdeling buiten land. Alle bijdragen en andere inkomsten, welke de Stichting ontvangt, worden gelij kelijk over beide afdelingen verdeeld, ten zij is aangegeven voor welke afdeling de bijdrage is bestemd. De mogelijkheid is dus: en/of. In die laatste zin wringt dan de statutaire schoen van Ysselsteyn. De meeste bijdra gen komen binnen zonder „voorkeursbe stemming" en worden dan „automatisch" fifty-fifty aan binnen- en buitenland toe gerekend. Ysselsteyn wil, als ik het goed heb, in ieder geval dit statutaire automa tisme doorbreken, opdat uit de totale pot alles of althans meer voor de ontwikke lingslanden bestemd kan worden. En na tuurlijk is dat de kwestie waar het om draait, want de formele statutaire bepalin gen kunnen in een handomdraai gewijzigd worden. De vraag is nu, hoe we daarover denken. Ik herinner me dat, toen in het voorjaar van 1968 in kringen van de vroegere Utrechtse organisatie gepraat werd over het oprichten van een Stichting ter gele genheid van de 150ste geboortedag van Raiffeisen, aanvankelijk alleen gedacht werd aan steun aan ontwikkelingslanden. Raiffeisen had zo veel betekend voor onze organisatie en voor ons land, dat we als vanzelf de behoefte voelden om buiten ons eigen bedrijf geheel belangeloos iets terug te doen voor anderen, die ver over de grenzen nog werkelijk van alle hulp ver stoken zijn. Die gedachte vond weerklank, maar er gingen ook stemmen op - ik meen vanuit de banken zelf - die de steun niet tot het buitenland wilden beperken. Im mers in eigen land zijn er ook nog zoveel minder bedeelden - geestelijk en lichame lijk gehandicapten - die terecht op onze steun aanspraak maakten. Dat was een plausibele gedachte en de doelomschrijving werd zodanig geredi geerd dat de in april 1968 opgerichte Stich ting 150 jaar Raiffeisen zowel binnenslands als buitenslands zou werken. De Eindho- vense Stichting Internationale Ontwikke lingshulp door Boerenleenbanken, die eveneens van 1968 dateert, heeft zoals de naam aangeeft altijd alleen buitenlandse hulp bedoeld. Of ooit bij de voorbereiding ook „binnenlandse hulp" overwogen is, en zo ja, waarom dan enkel voor het buiten land gekozen is, weet ik niet. In ieder geval toen de beide stichtingen in verband met de fusie moesten samensmel ten is er geen kwestie van gemaakt. De SSR, opgericht in 1974, kreeg statutair binnen- en buitenland als werkterrein. En omdat de ervaring al wel had uitgewezen, dat de toebedeling over beide terreinen niet altijd gemakkelijk is, werd meteen maar een administratieve vuistregel opge steld: gelijke delen, tenzii de schenker zelf een voorkeur heeft. Ik mag wel zeggen, dat ik me door de brief van Ysselsteyn persoonlijk erg aan gesproken voel. Het geeft mij een „kick' als we iets voor die ontwikkelingslanden kunnen doen, en als je bedenkt hoe wei-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 28