17
ook een rentmeester
kan niet heksen
3. zij, die verbonden zijn aan ondernemin
gen, welke rentmeestersdiensten leveren,
zoals ik tot drie dagen geleden.
Groep 1 is dus werkzaam krachtens ar
beidsovereenkomst, groep 2 krachtens
lastgeving en groep 3 krachtens arbeids
overeenkomst bij onderneming, die zelf
handelt krachtens lastgeving.
Halverwege deze eeuw gold onverkort:
een rentmeester bemoeit zich met onroe
rend goed ten plattelande.
Dit onroerend goed omvat zowel land- en
tuinbouwgronden als bosgronden en na
tuurterreinen.
En zijn bemoeiingen heeft de rentmeester
namens een principaal dan wel een op
drachtgever. In wezen bestaat er geen ver
schil tussen beiden, maar ik maak dit on
derscheid om enerzijds het continue ka
rakter van de relatie met de principaal en
anderzijds de incidentele relatie met de
opdrachtgever de accentueren.
Uit deze informatieve opmerkingen haal ik
een aantal kapstokken om mijn verder ver
haal aan op te hangen.
In één adem noemde ik als werkterrein
van een rentmeester de land- en tuinbouw
gronden naast de bosgronden en natuur
terreinen.
In de praktijk is men er steeds van uitge
gaan en gaat men er heden ten dage er
nog van uit, dat één en dezelfde rentmees
ter in staat kan zijn op dit wijde werkter
rein werkzaam te zijn.
Naar mij zelf en om mij heen gekeken
hebbende constateer ik al lang, dat het
voor één en dezelfde rentmeester altijd
een heksentoer is om het rentmeester
schap van beide categorieën van gronden
te behartigen. Er bestaan mensen, die
heksentoeren kunnen uithalen - ik ken ze
- maar ze geraken zeldzaam. Gelukkig
worden ze tegenwoordig niet meer ver
brand.
De oorzaak van het combineren van beide
categorieën van gronden binnen één rent
meesterschap schrijf ik toe aan de be
hoefte van principalen om de relatie prin
cipaal-rentmeester eenvoudig en over
zichtelijk te houden. Een dergelijke over
weging geldt heel dikwijls voor de rent
meester in vaste dienst van een particu
lier. Maar ook rechtspersonen kennen dit
verlangen.
De omvang van beide categoriën van
gronden is dan meestal te gering om voor
elke categorie afzonderlijk een beheers-
functionaris aan te stellen. Men berust
dan in het feit, dat de rentmeester op een
gedeelte van zijn werkterrein minder doel
matig functioneert. Of men is het zich
niet bewust!
Zodra nl. voldoende oppervlakten beschik
baar zijn, worden de land- en tuinbouw
gronden en de bosgronden en natuurter
reinen in afzonderlijijke rentmeesterschap
pen ondergebracht.
Jammer dat de kleuren moesten wegvallen,
maar zo zag Pieter Breughel de jongere
(1564-1636) de rentmeester. Geïnspireerd
door Lucas 16:1 +8?
Zo is dat het geval met de Rijksgronden,
die hetzij onder de Dienst der Domeinen,
hetzij onder de Dienst van het Staatsbos
beheer vallen en beheerd worden door
rentmeesters dan wel houtvesters. In we
zen bestaat tussen beide functionarissen
geen verschil, zij verschillen alleen in de
gespecialiseerdheid van hun werkterreinen.
Ik zag, dat bij het voeren van een rent
meesterschap van de combinatie van bei
de soorten gronden de spanningen steeds
toenamen. Ook hierin weerspiegelt zich
de ingewikkeldheid van de maatschappe
lijke ontwikkeling in de laatste kwarteeuw.
Wettelijke bepalingen, fiscale voorschrif
ten, arbeidsrechtelijke regelingen, techni
sche methoden, nieuwe gebruiksvormen,
het wederwoord van de tegenpartij, het
meespreken door buitenstaanders, werpen
ten aanzien van het beheer van beide
soorten gronden zodanig verschillende
vragen op, dat één en dezelfde rentmees
ter daarop steeds bezwaarlijker niet al
leen het juiste, maar ook het tijdige ant
woord kan geven. Slagvaardigheid in het
beheer raakt achterop.
Vanzelfsprekend is hierop in de praktijk
toch gereageerd. In het verleden zijn reeds
werkzaamheden door rentmeesters afgesto
ten: effectenbeheer komt praktisch niet
meer voor, voor fiscale aangelegenheden
is de belastinconsulent te hulp geroepen