het goud
akkoord
15
drs a. h. a. van der meer
drs. j. van der zwaai
In een vorig artikel1 is een overzicht ge
geven van de verschillende vormen van in
ternationale liquiditeiten en daarbij kwam
naar voren dat het goud een belangrijke
rol vervulde. Begin september 1975 is
echter binnen het Internationale Monetaire
Fonds overeenstemming bereikt over de
toekomstige positie van het goud in het
internationale monetaire bestel, waardoor
de betekenis van het goud in de toekomst
zal gaan afnemen.
Het goudakkoord is een onderdeel van een
drietal voorstellen, waarover in Washington
is gesproken. Deze punten betreffen:
1. De ontwikkeling van het wisselkoers
systeem.
2. De stemrechten van de OPEC-groep2.
3. De rol van het goud in het internationale
monetaire bestel.
Deze drie punten hangen nauw met elkaar
samen. Slechts wanneer over alle onder
delen overeenstemming is bereikt, zal het
akkoord over anderhalf jaar officieel
worden goedgekeurd. Op de volgende ver
gadering van het IMF-interim comité, die in
januari 1976 te Jamaica wordt gehouden,
zal de wisselkoersproblematiek verder
moeten worden opgelost.
Dit vraagstuk van de toekomstige ontwik
keling van de wisselkoersen is een belang
rijke zaak, daar bij de discussies over de
positie van het goud de meningen hierom
trent tussen de Amerikanen en de Fran
sen nogal sterk uiteen liepen. Terwijl op
andere punten een compromis tot stand
kwam, werd de oplossing van deze pro
blematiek naar een later moment ver
schoven.
Wat de stemrechten binnen het IMF be
treft, welke zoals bekend samenhangen
met de quota-verdeling, is overeenstem
ming bereikt. De OPEC-groep, die thans
5 van het totale aantal stemmen heeft,
krijgt voortaan 10%. Deze 5% extra
gaat ten laste van het stemtotaal van de
industrielanden. Gezien de financiële ont
wikkeling van de laatste jaren is dit wel
reëel. Een gevolg van deze herverdeling
is dat de Verenigde Staten daardoor onder
1 Drs. A. H. A. van der Meer: Internatio
nale liquiditeiten. Rabobank, oktober 1975.
2 Zie hierover dr. M. van den Adel: Een
kartel op zijn retour? Rabobank, septem
ber 1975.
de grens van 20 van de stemmen ko
men, waardoor zij hun vetorecht verliezen.
Daarom is tevens besloten het vetorecht te
verlagen tot 15% van het stemtotaal.
Het goudakkoord zelf houdt in dat alle ar
tikelen over het goud uit de statuten van
het IMF worden geschrapt. De goudhandel
tussen de centrale banken zal niet meer
geschieden tegen de officiële goudprijs
van 42.22 per troy ounce fijn goud, maar
tegen de vrije marktprijs, welke momenteel
ongeveer 145 is. Wat de goudvoorraad
van het IMF betreft, is bepaald dat een
derde deel zal worden verkocht op de
volgende wijze:
Een zesde deel - 25 miljoen troy ounces
- zal worden teruggegeven aan de lid-lan
den tegen de oorspronkelijke prijs van 35
per troy ounce. Tevens zal een zesde deel
worden verkocht tegen de vrije marktprijs
en met de opbrengst hiervan zal een fonds
in het leven worden geroepen ten behoeve
van de arme landen. Een groot probleem
dat zich hierbij voordoet is dat een groot
scheepse goudverkoop de prijs flink zal
doen dalen, waardoor de verwachte op
brengst sterk zou kunnen tegenvallen.
De ontwikkeling van de goudprijs op de
vrije markt, wordt behalve door deze insti
tutionele veranderingen ook nog beïnvloed
door technische factoren. Een voor de
goudprijs belangrijke technische factor is
de termijnhandel in goud.
Het Congres van de Verenigde Staten heeft
in 1974 het besluit genomen om het goud-
bezit aan ingezetenen weer toe te staan.
Dit resulteerde in het ontstaan van de
grootste handelsplaats voor termijnaffaires
in goud op de internationale geldmarkt van
Chicago. De sterke prijsdaling van het
goud in het derde kwartaal van 1975 is
mede tot stand gekomen door de gedwon
gen afwikkeling op de contante goud-
markt van termijnaffaires. Deze gedwon
gen afwikkeling vindt haar oorsprong in
de zo geheten hefboomwerking. De hef
boomwerking maakt het mogelijk flink van
een goudprijsstijging te profiteren.
Momenteel wordt minimaal één vijfde van
het contractueel vastgelegde aankoopbe
drag als inleg vereist. Een stijging van de
goudprijs leidt dan bij verkoop tot een
procentueel vijfvoudige verdienste indien
de verkoopwinst gerelateerd wordt aan de
inleg.
Daling van de goudprijs kan ertoe leiden
dat in uiterste consequentie het vijfvoudige
van de inleg wordt verloren! Wanneer de
termijnaffaire is aangegaan, wordt de spe
culant gedwongen bij een dalende goud
prijs zijn inleg aan te vullen, zodat weer
aan de contractuele verplichting kan wor
den voldaan.
Indien de speculant het verschuldigde be
drag niet kan of wil voldoen, zal de ge
dwongen afwikkeling van de termijnaffaire
de dalende goudprijs nieuwe impulsen ge
ven. Het dieptepunt in de prijsontwikke
ling zal met gevolg lager zijn dan zonder
de mogelijkheid termijnaffaires in goud
aan te gaan.
Geruchten in de markt, die verband hou
den met de politieke besluitvorming op
hoog niveau, waarbij een verdere demo-
netisering van het goud en eventueel
aanbod van goud uit de officiële reserves
op de vrije markt ter sprake komen, zullen
tot sterke schommelingen in de goudprijs
aanleiding geven. De beïnvloeding van het
marktgedrag op de korte termijn heeft in
het derde kwartaal van 1975 voor een
snelle prijsdaling gezorgd. Deze prijsda
ling werd versterkt door de consqeuenties
rond de termijnaffaires in goud.
Wanneer het goudakkoord te zijner tijd
zal worden bekrachtigd, gaat dit betekenen
dat op het internationale vlak de rol van het
goud steeds meer wordt teruggedrongen
ten gunste van de Special Drawing Rights:
het papieren goud. Aangezien de SDR een
zeer belangrijke plaats gaan innemen bin
nen de groep van internationale liquiditei
ten, moet er voor worden gewaakt dat de
mate van SDR-creatie aan duidelijke richt
lijnen is gebonden.