vermogensaanwasdeling economische begrippen toegelicht: 14 drs. h .a. de werker doel bepaling overwinst aandeel vermogensaanwasdeling welke ondernemingen vorm van uitkering verdeling over de werknemers beheer blokkering en deblokkering fiscale aspecten In het kader van het bezitsvormingsbeleid is de uitvoering van een vermogensaan wasdeling in het verleden al diverse ma len onderwerp geweest van discussie. De belangstelling die dit onderwerp thans echter geniet is minder vrijblijvend dan in het verleden het geval was. Volgens de plannen van de regering zal namelijk nog in 1975 een wetsvoorstel inzake een vermogensaanwasdeling bij het Parlement worden ingediend. Ofschoon de tekst van dit voorstel momenteel nog niet bekend is, mogen we aannemen dat de inhoud hiervan in hoofdlijnen zal overeenstemmen met hetgeen hieromtrent naar voren is ge bracht in de in mei van dit jaar uitge brachte interim-nota Inkomensbeleid. In verband daarmee leek het ons nuttig om in deze rubriek de voornaamste aspecten van de in het vooruitzicht gestelde vermo gensaanwasdeling op een rijtje te plaat sen. Met het voorstel inzake een vermogens aanwasdeling wordt beoogd de werkne mers een aandeel te geven in de over winst van ondernemingen. Onder over winst wordt daarbij verstaan de winst die resteert na aftrek van een redelijke belo ning voor het in de onderneming werkza me eigen vermogen. Voorlopig zal de bepaling van de over winst worden gebaseerd op de fiscale winst en het fiscale vermogen. Bij de vast stelling van het percentage dat als rede lijke vergoeding van het in de onderneming werkzame eigen vermogen kan worden aangemerkt geeft de regering de voor keur aan een primaire vergoeding voor het eigen vermogen waarbij rekening wordt gehouden met een risicopremie. Wat betreft het aandeel van de overwinst dat aan de werknemers zou toevallen noemt de regering het percentage van 10. Volgens de jongste ramingen zou in de huidige verhoudingen op basis van deze 10% een bedrag van ƒ300 miljoen per jaar ten gunste van de vermogensaanwas deling resulteren. Om praktische redenen geeft de regering de voorkeur aan een regeling die alleen betrekking heeft op ondernemingen die aan vennootschapsbelasting zijn onderwor pen. Bovendien wordt gedacht aan een vrijstelling wanneer de winst lager is dan 250.000,-. De uitkering ten gunste van de werknemers dient waar mogelijk in aandelen te worden voldaan. Alleen voor zover dit niet mogelijk is, zal de vermogensaanwas moeten wor den voldaan in zoveel mogelijk op aande len gelijkende vermogenstitels. Een gedeelte van de vermogensaanwas deling is bestemd voor verdeling onder de werknemers van de betrokken onderne ming terwijl het overige gedeelte wordt aangewend voor aanvulling van de oude dagsvoorziening van alle in Nederland werkzame meerderjarige werknemers - mogelijk beneden een bepaalde inkomens grens - zolang zij nog geen 65 jaar zijn, met uitzondering van degenen die pen sioengerechtigd zijn op basis van de Al gemene Burgerlijke Pensioenwet of een daarmee vergelijkbare regeling. Bij deze verdeling wordt gedacht aan een systeem waarbij de werknemers in het afdracht- plichtige bedrijf 50% van de beschikbare overwinst verkrijgen voor zover deze over winst 5% van de loonsom in dat bedrijf niet te boven gaat terwijl zij voor het meer dere slechts 20% aanspraken zullen ont vangen. Voor de verdeling binnen de betrokken on derneming wordt uitgegaan van een gelijk bedrag per werknemer. Voor wat het beheer van de vermogens- aanwas betreft wordt gedacht aan de stichting van een groot nationaal fonds dat in beginsel wordt beheerd door verte genwoordigers van de werknemers. Dit fonds mag binnen te stellen grenzen de aan hem toevertrouwde vermogenstitels vervreemden, geld lenen en uitlenen. Voor wat betreft de blokkering van de ver mogensaanspraken van de werknemers die niet bestemd zijn voor oudedagsvoorzie ning denkt de regering aan een periode van 7 10 jaar. De overige aanspraken zullen geblokkeerd blijven tot het tijdstip waarop de deelnemer 65 jaar wordt. Het bedrag van de vermogensaanwasde ling is niet aftrekbaar voor de vennoot schapsbelasting, wel zal de ondernemer ten aanzien hiervan vrijgesteld worden van de betaling van sociale lasten. Voor wat betreft de belasting- en premie heffing bij de werknemers ter zake van de vermogensaanwasdeling wordt een bij zondere regeling overwogen. Wel zal over de opbrengst van het vermogen normaal belasting verschuldigd zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 16