over gisteren gesproken
7
Vooruitzien naar morgenja!
Maar af en toe wil een mens wet
eens even terugkijkenvandaag is
immers ook de morgen van gisteren.
Deze diepzinnigheid schoot me te binnen
toen ik las wat mijn vriend Van Mameren
in deze aflevering schrijft. Want al wil ik
voor geen geld al tot de ouderen gerekend
worden, ik heb toch de tijd nog meege
maakt, dat onze banken helemaal niet aan
assurantiebemiddeling deden. Een zeer
hoog geplaatste in onze organisatie zei in
die dagen tegen mij, jong mens: dat soort
verzekeringsgedoe is eigenlijk beneden on
ze standing. Hij dacht kennelijk alleen
maar aan het postjes sluiten voor de pro
visie". En dan had hij nog geen ongelijk
ook!
Toch is dat assurantiebemiddelen in de
goede zin er gekomen. In mijn vorige func
tie heb ik zo'n tien van onze huidige vijf
tien assurantiejaren" erg intensief mogen
meemaken. Een mooie tijd, dat was het.
Maar, mensen, vooral in het begin is het
een heel karwei geweest om de banken,
wat wij noemden, „assurantie-minded" te
maken. Natuurlijk praat ik nu van uit mijn
oud-Utrechtse ervaringen, al zullen de
Eindhovense ontwikkelingen niet veel an
ders zijn geweest. We hadden in ieder ge
val op te boksen tegen onbekendheid, te
gen gebrek aan tijd of belangstelling en
tegen zg. „bestaande relaties". Het kwam
namelijk nogal eens voor dat directeuren
of ook leden van het bestuur van de bank
in privé als bemiddelaars optraden. Het is
niet eens zo vreemd, dat men daar toen
niets abnormaals in zag. De bank deed er
immers niet aan omdat het buiten haar
terrein lag en „daarom is het juist goed, dat
we onze cliënten naar een vertrouwd adres
verwijzen."
Hoeveel malen hebben we daar niet
duchtig met een bank over moeten
vergaderen, voordat ook deze hin
dernis was genomen. Het komt allemaal
weer even bij me boven. Net als laatst toen
ik op een jubileum-receptie een directeur
als een oude bekende uit mijn assurantie-
tijd tegen het lijf liep. IVe hadden vroeger
samen in de knel gelegen, zakelijk, zonder
enige persoonlijke onaangenaamheid. Het
deed me goed van hem te horen: u moet
beslist nog eens langs komen, dan praten
we over vroeger, want dat was een mooie
tijd, toen u met die assurantiezaken bij ons
kwam.
Ja, je kijkt mét verbazing rond als je je
realiseert hoever we met die assurantie
bemiddeling gekomen zijn. Ik moet me in
houden om niet te ver op mijn eigen senti-
mental journey in het verleden af te dwa
len. Alleen nog even dit: ik vind het jammer
dat er geen grotere samenwerking tussen
het onderlinge verzekeringswezen uit de
bus is gekomen. We hebben altijd naar een
goede verhouding met de onderlingen ge
streefd, maar een vergaande bundeling -
schaalvergroting, zegt Van Mameren - zat
er in mijn tijd niet in en dat schijnt ook nu
nog erg moeilijk te liggen. Deze teleur
stelling vindt echter een goede compen
satie in de opkomst en groei van De Twaalf
Gewesten.
Dat leek ons eerst ook een hachelijke on
derneming, maar ik geloof dat de Centrale
Bank met haar beide partners, die ieder
hun eigen verzekeringsmaatschappij in
brachten, daar thans toch met veel voldoe
ning op terug zien. Dat DTG nu in het
AGO-concern wordt opgenomen en dat in
verband daarmee een nauwe samenwer
king met Interpolis - ook een geslaagde
bundeling - wordt nagestreefd, is zeker
een goede stap. Een stap die toch maar
mogelijk is geworden, doordat zovelen on
der ons zich in het niet eens zo verre ver
leden als bank voor de assurantiebemidde
ling zijn gaan inzetten.
Laat ik weer snel buiten mijn vroe
gere assurantie-straatje treden. Dat
is maar een heel klein onderdeeltje
van ons gisteren, dat er nu heel anders
uitziet en morgen wel weer anders zal zijn.
De Prediker zegt wel: er is niets nieuws
onder de zon, waar ik ook kijk. Maar zo in
het dagelijkse leven hoeven we niet zo
diep te graven. We zien gelukkig telkens,
ook in ons bedrijf, nieuwe ontwikkelingen
en mogelijkheden. Dat houdt de vaart er
in. Denk maar eens aan de automatisering,
de reisbemiddeling, de vestigingen, de
nieuwbouw, het personeelsbeleid en ga zo
maar door. En vergelijk dan eens met een
aantal jaren terug net als ik met de assu
rantiebemiddeling heb gedaan. Zelfs het
splinternieuwe ontbreekt ook vandaag de
dag niet, want zo mag ik activiteiten als
makelaardij en vermogensbeheer toch wel
noemen. Ze hebben nog nauwelijks een
verleden, alleen maar een toekomst. Ook
hun heden wordt echter vanzelf weer het
gisteren van hun toekomst en in die zin
heeft de Prediker toch weer gelijk.
In ieder geval vind ik zo'n bankbe
drijf als van ons en die organisatie
daar omheen een boeiend, levend
ding. Ik denk, dat velen dat met me eens
zijn. Je komt er nooit mee klaar. We be
leefden in een roes een hele reeks van
jaren van hoog-conjunctuur - alles van
een leien dakje, zo leek het - en daar
staan we nu ineens weer voor een nieuwe
situatie: de economie stagneert, loopt te
rug. Hoe krijgen we de zaak weer krachtig
op gang? Hoe de groeiende werkloosheid
op de knieën? Straks, wanneer morgen
gisteren is geworden, weten we precies
wat we vandaag hadden moeten doen.
Maar nu in het heden komt de grote uit
daging op ons af.
Zo gaat het ook op veel kleinere schaal in
ons bedrijf, leder komt wel eens voor zo'n
kleine uitdaging te staan mits hij maar oog
heeft voor het nieuwe. Een bekend hoog
leraar schreef onlangs ongeveer: de tijd
kon wel eens gauw terugkomen, dat de
werknemers meer waardering krijgen voor
een rustige gestage werkkring, zonder die
waardering te eenzijdig aan hun loonzakje
af te meten. Daar zit wat in, maar het mee
beleven van zo'n uitdaging moet er toch
af en toe bij, vind ik. Dat geeft je immers
echt de betrokkenheid en voldoening in je
werk.
Voor wie het wil zien, is er gelegenheid
genoeg in ons eigen vakje in de maat
schappij!
J. Ft. H.