uit onze historie 35 en nu naar nistelrode 1 In de notulen van vele banken komen wij herhaaldelijk de Geestelijk Adviseur tegen. Dat zit zó; In de eerste jaren van oprichting van boerenleenbanken hadden in de bestu ren doorgaans plaatselijke geestelijken zit ting. Om zeer te respecteren redenen werd het, vrij spoedig daarna, door de R.K. ker kelijke overheid niet meer gewenst geacht dat deze toestand bleef voortbestaan, m.a.w. een geestelijke mocht niet langer bestuurs lid blijven. Wél mocht hij de bestuurders van advies blijven dienen, wat ook alweer logisch is, gezien zijn bekendheid met per sonen en toestanden ter plaatse. Zijn nieuwe positie was geenszins onaan zienlijk. We lezen in een huishoudelijk re glement dat hij moest worden uitgenodigd tot alle vergaderingen. Hij heeft recht van beroep op bestuursbesluiten bij de raad van toezicht, die binnen acht dagen zou moeten beslissen. Van besluiten van de raad van toezicht be staat beroep op de Algemene Vergadering, welke binnen veertien dagen uitspraak zou moeten doen. In die tussentijd kan de Advi seur de respectieve besluiten schorsen. In geen van de vele doorgelezen notulen las Terugblikker maar iets van een „schor sing". Hoogstwaarschijnlijk is het samen spel van bestuurders met adviseur dus wel soepel verlopen. Wanneer u aan Nistelrode denkt, denk dan maar aan een gemeenschap met vele acti viteiten. Dat is niet altijd zo geweest. Nog in 1846 vertelde een aardrijkskundig woor denboek dat Nistelrode ligt, rondom in een groote onvruchtbare heide. De gemeente telde 2300 inwoners, bijna allen linnenwe vers, onder welke vele behoeftigen gevon den werden. De overigen „zijn landbou wers die zich sterk toeleggen om de on vruchtbare heidegronden te bebouwen en vruchtbaar te maken Ook heeft men er eene bierbrouwerij, eene leerlooierij, eenen koren- en twee oliemolens. De heide is met allerlei keisteentjes als bezaaid Zoo zouden er naar men zegt diamanten ge vonden worden, welke in alles met de Lo- chemsche diamanten overeenkomen Men heeft die diamanten waarschijnlijk maar gelaten voor wat ze waren want geld maakt ook niet gelukkig. Dit woordenboek geeft wel een ander beeld dan het gemeentebestuur geeft in een overzicht van januari 1975, waardoor de schrijver werkelijk zeer verbaasd werd. Niet alleen kan men dierkadavers aange ven en heeft men (dientengevolge?) een milieu-inspecteur die toch wel een dagtaak heeft, maar ook de toename van het aan tal misdrijven, aanrijdingen en andere on gerechtigheden wijst er op dat Nistelrode niet achterblijft in de vaart der volken. Dit, nog afgezien van een zeer groot aantal verenigingen, instellingen, stichtingen en werkers op het gebied van alle mogelijke gemeenschapsactiviteiten. Heel duidelijk is de bank Nistelrode ont sproten uit den lokalen Christelijken Boe renbond die op 12 januari 1897 werd opge richt en reeds op 21 januari aan den bur gemeester het erevoorzitterschap aan bood. Hoe groot de kloof is tussen nu en toen, toont het volgende „sfeerbeeld" van februari 1897 toen de president (van den Boerenbond) opmerkte „dat de boeren stand nog zoo slecht niet was, als de boe ren maar in kleedij en in onderhoudt naar de vroegere leevenswijze terug wilde, maar dat het daar toch niet heengebracht zou kunnen worden". „De geestelijk adviezeur wilde dat den Pre- ziedent wel toegeven, doch dat nam niet weg dat den boer door zijn eerzaam be drijf en meer nog omdat hij onbetwist het fondament of liever nog de boomstam was uit welker takken alle leeden der maat schappij hun bestaan moeten putten een beter lot verdienden; dat indien de land bouwer door meer en meer d'ondergang zijner stam niet kon houden, de geheele Het is 1929 en vrouw Van Rooy tapt water bij de dorpspomp op het dorpsplein. De pomp is later afgebroken bij de bouw van het huidige gemeentehuis. maatschappij ontegensprekelijk eene vree- zelijke schok moest ondervinden, zoo niet in het niet wegzinken De bedoeling is helemaal duidelijk, mede in de tijd van een zeer zware Europese landbouwcrisis, die toch mede aanleiding gaf tot het oprichten van de Boerenbond en de daaruit voortgekomen Raiffeisen- Boerenleenbanken. Ook in deze notulen van de christelijke Boerenbond komt herhaaldelijk tot uiting, hoe zeer het nodig was dat de boeren zich in organisaties verenigden, om te voorkomen dat zij nog langer het slacht-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 37