met succes beleggen in aandelen: kunst of wetenschap? 25 c. bontekoning van dividend-rendement naar k/w De consument is de spil waar alles om draait. Hoe meer hij in de welvaart vooruit gaat of door een economische recessie wordt afgeremd, hoe groter de veranderin gen en schommelingen in het koopgedrag zich manifesteren. Zo zal de huidige eco nomische situatie zowel koper als verkoper dwingen tot een voorzichtig afgestemd en tactvol beleid. Bedrijfseconomische onder zoeken, gericht op rentabiliteit en omzet ontwikkeling zijn ongetwijfeld van het hoogste belang. Een naar tijd, omstandig heden en omgeving verantwoord assorti ment, de kwaliteit van het vestigingspunt, de concurrentieverhoudingen, de inrich ting van het bedrijf, het voorraadbeheer, de in- en verkooppolitiek, de administra tieve begeleiding en de actieve verkoop bevordering zijn stuk voor stuk belangrijke aspecten, welke in hoge mate mede be palend geacht moeten worden voor een rendabele ondernemer. Voor een goed be grip van de ondernemer is zowel voor de ondernemer zelf, als voor het beeld dat de consument zich van hem vormt, van belang zich te realiseren, dat de ondernemer geen meester kan zijn op alle wapens en dat zij zich derhalve moeten laten bijstaan door goede medewerkers. Golden tot voor kort handelskennis, vak bekwaamheid en kredietwaardigheid als de belangrijkste normen voor het uitoefe nen van het ondernemerschap; meer en meer is een goed inzicht in het bedrijfs- gebeuren van eveneens groot belang ge worden. De ondernemer zal zich doorlopend op de hoogte dienen te stellen van het gebeuren om hem heen, teneinde zijn werkelijke be staansmogelijkheden en eventuele groei kansen bij een dreigende economische te ruggang af te tasten. Daar tegenover zal hij in perioden van economische groei in alle nuchterheid zijn kansen waarnemen. Ondanks alle maatschappelijke en econo mische ontwikkelingen blijft het midden- en kleinbedrijf zijn kansen behouden, mits de ondernemer zelf zijn kansen weet te grijpen. Een voordeel voor het midden- en kleinbedrijf is, dat het flexibel is. Een ver sneld en verantwoord saneringsproces sti muleert de aflossing van de wacht en voorkomt het gevaar van verstarring. Bo vendien bezit deze sector zoveel eigen eigenschappen, dat het met zijn specifieke plaats en taak binnen onze samenleving, ondanks alle werkelijke problemen en on danks alle politieke geharrewar, met een zeker optimisme de toekomst tegemoet kan gaan. Op deze IFA-congresdag was ook de Rabobank aanwezig. In het hoofdpaviljoen van de Flevohof was een van uitgebreid voorlichtingsmateriaal voorziene stand in gericht, die bemand was door enige spe cialisten van de Centrale Bank. Overigens was het opvallend in het betoog van de heer Switzar dat in zijn bijna com pleet overzicht van instanties die het mid den- en kleinbedrijf adviseert en/of finan ciert, de Rabobank niet genoemd werd. Dit is daarom zo verwonderlijk gezien het feit dat onze organisatie voor ruim 4,5 miljard gulden in het midden- en kleinbedrijf heelt gefinancierd. Het raadsel van de titel zal de lezer in dit artikel wel niet helemaal opge lost vinden. Maar het zal hem in ieder geval boeien te lezen wat er .tussen kunst en wetenschap" alle maal vast zit aan het goed beheren van een effectenportefeuille. De schrijver, de heer Bontekoning, is hiermee op zijn eigen terrein. Hij is verbonden aan Effectenzaken, Af deling Vermogensbeheer, van de Centrale Bank. Die Afdeling Vermo gensbeheer is begin dit jaar met haar werkzaamheden naar buiten getreden, „operationeel geworden" Dat voor deze afdeling een brede en verantwoordelijke taak is wegge legd blijkt impliciet uit het stuk van de heer Bontekoning. Bij vermogens beheer zoals de Centrale Bank dat thans in een toenemend aantal ge vallen voor de cliënten van onze banken voert, gaat het om de actie ve, voortdurende begeleiding van doorgaans grote elfectenportefeuil- les en om het beheren van grote be dragen aan liquiditeiten, die be stemd zijn om te worden belegd in effecten. Om dit voortdurend doel matig, slagvaardig en, zo mogelijk, succesvol te doen is tijd, interesse en kennis nodig. De doe-het-zelver ontbreekt het daar maar al te vaak aan. Vandaar de mogelijkheid om die begeleiding en belegging aan de Afdeling Vermogensbeheer op te dragen. Natuurlijk is dit vermogens beheer alleen voor grotere vermo gens gedacht en niet bedoeld voor bezitters van kleine portefeuilles. Het gaat immers om een voortdu rende begeleiding en dat betekent dan ook een zeer arbeidsintensieve vorm van dienstverlening door de bank. Iedere Rabobank zal haar geïnteres seerde cliënten gaarne nader inlich ten omtrent de mogelijkheden en werkwijze van onze Afdeling Ver mogensbeheer. Een van de Simpelste maar tevens meest veelomvattende beursgezegdes luidt: „Ge moet aandelen kopen als de koersen laag zijn en verkopen als ze hoog zijn". Men hoeft derhalve „slechts" vast te stellen of de koersen hoog danwel laag zijn om succesvol op de aan delenmarkt te opereren. Over dit boeiende onderwerp zijn in de loop der jaren vele tien tallen boeken geschreven, waarin de meest uiteenlopende theorieën zijn ontwikkeld. Deze theorieën variëren van het verband tussen de roklengte en de beurskoersen tot zeer inge wikkelde wiskundige berekeningen. Vooral na de tweede wereldoorlog heeft de beleg gingsanalyse, want daarop doelen wij uiteraard, een grote vlucht genomen. Zoals op zoveel gebieden zijn ook op het terrein van de „beleggingsindustrie" de Amerikanen toon aangevend. Het is interessant om de belangrijkste ont wikkelingen die zich in de loop der jaren op het gebied van de beleggingsfilosofie en -strategie hebben voorgedaan eens aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Tot de tweede wereldoorlog was het over het algemeen gebruikelijk dat het dividend rendement op aandelen hoger was dan de rente op eerste klas obligaties. Dit werd gemotiveerd door te wijzen op het grotere risico dat aandelen geven, zowel wat de koersontwikkeling betreft als de mogelijk heid van wisselende dividenduitkeringen. Een alleszins aanvaardbare redenering, vooral als men in aanmerking neemt dat er in het begin van deze eeuw tamelijk jonge ondernemingen waren, waarvan het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 27