23
geen exclusiviteit
vakbekwaam
vertrouwensman
Van Brienenhuis in Amsterdam: beleids
centrum van de AGO.
eerste instantie de verzekeraars zelf raakt,
doet overigens niets af aan het feit dat de
Rabobankorganisatie in zijn totaliteit
een der grootste assurantiebemiddelings-
bedrijven - er groot belang bij heeft dat
het aan haar verwante verzekeringsbedrijf
ook in de toekomst een zo hecht mogelijke
basis heeft.
De Rabobankorganisatie is bovendien een
landelijk werkzaam bankbedrijf en dit ver
draagt zich niet met een situatie waarin
een cliënt van een aangesloten bank in
een bepaalde regio niet kan worden gebo
den wat hij elders wel vindt. Daarom ook
komen in de eerste plaats landelijk wer
kende verzekeringsinstellingen in aanmer
king voor een samenwerking met de ge
zamenlijke Rabobanken.
In De Twaalf Gewesten, Interpolis en de
Onderlinge Levensverzekeringsmaatschap
pij OBF vond de Rabobankorganisatie
maatschappijen die in staat en bereid wa
ren met de Rabobankorganisatie in zijn to
taliteit afspraken te maken die landelijk
geldend konden zijn, bijvoorbeeld zowel op
het gebied van tarieven en verzekerings-
voorwaarden, als ook op dat van bemidde
lingsprovisies.
Gezien de eerder vermelde produktie van
de gezamenlijke Rabobanken en de opna
mecapaciteit van de eerder genoemde
maatschappijen leek het de Centrale Rabo
bank wenselijk om te zien naar een vierde
„primaire maatschappij" waarheen een
deel van de produktie zou kunnen worden
geleid.
Qua herkomst en doelstelling kwam hier
voor de AGO als grote landelijk werkende
instelling in aanmerking.
Het onderlinge karakter van AGO, De
Twaalf Gewesten, Interpolis en OBF sluit
uitstekend aan bij de Rabobankorganisatie
als landelijk werkend bemiddelingsinstituut.
In het persbericht van 2 september jl. is
dan ook door de medeondertekening door
de Centrale Bank het belang tot uiting
gekomen dat de Rabobankorganisatie
hecht aan de intentieverklaring van AGO
en Interpolis om op bepaalde terreinen tot
samenwerking te geraken.
De medeondertekening door de Centrale
Bank geschiedde uiteraard méde omdat zij
partij is in de fusie die aangekondigd werd
tussen AGO en DTG, gezien het feit dat
de meerderheid van het aandelenpakket in
de NV Gemeenschappelijk Belang De
Twaalf Gewesten in handen is van de Cen
trale Bank. Met de deelname in het aan
delenkapitaal van DTG, die krachtens haar
statuten gericht is op samenwerking en
bundeling van het onderlinge bedrijf heeft
de Centrale Bank van de aanvang af te
kennen gegeven open te willen staan om
als intermediair te fungeren bij het samen
gaan tussen verwante onderlinge verzeke
ringsinstellingen.
De samenwerking met de primaire maat
schappijen AGO, DTG (die binnen afzien
bare tijd in het AGO-bedrijf wordt opgeno
men), Interpolis en het OBF zal niet bete
kenen dat de Rabobankorganisatie met
uitsluiting van andere dan deze primaire
maatschappijen te werk zal gaan.
Zij stelt zich niet onderscheidenlijk op van
het overige intermediair. In ons land waar
enkele honderden maatschappijen werk
zaam zijn kiest iedei assurantiebemidde-
lingsbedrijf dat rendabel wil zijn zich een
aantal voorkeursmaatschappijen uit. Voor
de Rabobankorganisatie zijn dat de ge
noemde „primaire maatschappijen".
Wil dat nu zeggen dat zij alles op één
kaart zet en andere verzekeringsmaat
schappijen niet ziet staan?
Dat is zeker niet het geval; naast de pri
maire verzekeraars blijven goede contac
ten met andere noodzakelijk. Zeker omdat
in een organisatie als de onze steeds re
kening gehouden moet worden met een
grote verscheidenheid aan cliënten, met
een verscheidenheid aan behoeften.
Omgekeerd geldt hetzelfde: van een pri
maire verzekeraar wordt niet verlangd dat
hij met uitsluiting van anderen de Rabo
bank als alleenvertegenwoordiger ziet.
Voor de Rabobank geldt geen exclusivi-
teitsbeginsel.
Wel zal overleg mogelijk zijn om „dubbele
werkzaamheden" te voorkomen. Reeds in
de voorafgaande tijd is gebleken dat goed
overleg met primaire verzekeraars moge
lijk is om een evenwichtig vestigingsbeleid
te bewerkstelligen, zonder dat zij afzien
van (voor hen ook nodige) andere afzet
kanalen.
Een juist onderscheid tussen verzekeraar
en bank-tussenpersoon is in het belang van
de cliënten. De Rabobank is geen verzeke
raar en wenst dat ook niet te worden.
Zoals voor een verzekeraar eigen autono
me wetmatigheden gelden voor wat betreft
afzet van produkten en het aanboren van
produktiemogelijkheden, zo geldt voor de
tussenpersoon hetzelfde. Ook hij heeft be
lang bij het voor hem open staan van alle
mogelijkheden die de markt te bieden
heeft.
Wel is het mogelijk te zamen met de pri
maire verzekeraars bestendig overleg te
voeren over te brengen produkten, aanpas
sing van voorwaarden e.d., ook hier overi
gens zonder dat daarbij van de zijde van
onze organisatie exclusiviteit wordt ver
langd.
De Rabobank ziet de tussenpersoon als
onafhankelijk adviseur van zijn cliënten op
verzekeringsgebied. Hij dient thuis te zijn
in de grote verscheidenheid van maat
schappijen, verzekeringsvormen, polisvoor
waarden en premies. Hij dient te zijn de
vertrouwensman die de verzekeringsbe
hoeften van zijn cliënt in zijn geheel kan
overzien. Hij kan doordat hij niet gebonden
is aan één maatschappij zijn cliënt het
beste produkt adviseren tegen een ver
antwoorde premie.
Hij behartigt als dat nodig mocht zijn de
belangen van zijn cliënt bij de verzekeraar
in geval van schade.
Hij begeleidt de eenmaal gesloten verze
kering doordat hij periodiek nagaat of de
verzekeringen nog op peil zijn en of de ge
kozen vorm nog voldoet.
Hij is niet de provisiejager die een produkt
probeert te verkopen dat hém de hoogste
provisie oplevert. Hij is niet de agent die
uit gemakzucht zich maar beperkt tot een
afwachten of de cliënt zelf nog verande
ringen wil. Hij is echter ook niet de agres
sieve verkoper die oversluit om opnieuw
provisie te kunnen krijgen.
In ons land waar enkele honderden maat
schappijen werkzaam zijn en zo'n 30.000
tussenpersonen is dat het credo waarmee
„de bank voor iedereen" haar leden en
vervolg op pagina 30