15 slijter een grotere concurrentie en een be derf van de marge betekent. Een en ander houdt wel in, dat het aantal bedrijfsslui tingen in deze branche de eerste jaren sterk zal toenemen. De horecasector had zich juist een beetje hersteld van de gevolgen van de autoloze zondagen en de 1 november-wet. Deze ac cijnsverhoging betekent, dat de horecasec tor weer een moeilijke tijd tegemoet gaat. De staatsssecretaris heeft echter toege zegd de horeca op een ander punt meer tegemoet te treden door aan het verschijn sel van de ,,paracommerciële instellingen" (het verkopen van alcoholhoudende drank in jeugd-, clubhuizen enzovoort), te doen wat mogelijk is waardoor aan deze vorm van concurrentievervalsing een halt wordt toegeroepen. De verhoging van de accijns op tabak heeft nooit een erg negatief effect gehad op het gebruik van deze produkten. De verhoging van de wegenbelasting Deze verhoging zal voor het gevestigde garagebedrijf een verdere daling van bezet ting van de werkplaats met zich meebren gen. Ondanks het aantrekken van de auto verkopen, zal het voor het garagebedrijf de komende jaren moeilijk zijn. in het bedrijf geïnvesteerde vermogen een afgescheiden vermogen is. En niet alleen zou dit voor de vermogensbelasting zo moeten zijn, maar ook voor de inkomsten belasting in verband met de inflatie. Met dit punt onder andere zal een commis sie onder voorzitterschap van prof. Hofstra zich bezighouden. Hij zal hierover een ad vies uitbrengen aan de regering om de fiscale benadeling van zelfstandigen ten opzichte van werknemers weg te nemen; - het fiscale regiem van de meewerkende echtgenote zal verder worden verbeterd, dat wil zeggen dat de vrouw een lager aan tal uren behoeft te werken om eenzelfde percentage winst toegerekend te krijgen. Naast de hiervoor genoemde nieuwe maat regelen wordt voorgesteld enige tijdelijk verleende fiscale faciliteiten ook voor 1976 volledig toe te passen, zoals met name: - zelfstandige aftrek van 1.200,-; - verruiming van de vervroegde afschrij ving op bedrijfsgebouwen buiten de Rand stad blijft gedurende twee jaar 25 procent. Samenvattend kan gesteld worden, dat een aantal maatregelen van groot belang zijn voor het midden- en kleinbedrijf en dat de Moeilijke tijden voor de slijter: kleine marge, grote concurrentie. Als positieve punten kunnen in het bijzon der worden aangemerkt: - de verhoging van het reserveringsper centage voor de fiscale oudedagsreserve. Over de eerste 30.000,- inkomen een ver hoging van 10 procent naar 11,5 procent. Zoals echter al eerder vermeld, komt een kwart van de ondernemers niet boven het minimumloon en levert deze extra moge lijkheid tot reserveren nauwelijks iets op; - vrijstelling voor het bedrijfsvermogen van zelfstandigen van 50.000,- in 1975 tot 90.000,-. Dit is daarom zo belangrijk, omdat de overheid hiermee erkend, dat het zwakkere bedrijven hiermee wel geholpen zijn. Dit is natuurlijk een goede zaak. Maar in het totaal wordt er, zoals ook de drie ondernemersverbonden stelden, te weinig gedaan om het voortbestaan van gezonde bedrijven te verzekeren. Zij zijn vooral te leurgesteld over de voorgenomen verzwa ring van de belastingdruk en overige las ten welke juist erg zwaar drukken op de middengroepen in de categorie zelfstan dige ondernemers.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 17