12 voedselsituatie in de wereld eten door de poederberg zuinig op de europese gemeenschap voedsel, internationaal Dit in meerdere mate vertrouwen op eigen macht, hoe juist ook op zichzelf, betekent dat de ontwikkelingssamen werking kritischer wordt bekeken. Het is begrijpelijk dat daardoor de westelijke landen ook wat minder belangstel ling voor de ontwikkelingssamenwerking krijgen. Op de Nederlandse rijksbegroting is van deze verminderde belangstelling geen sprake. De totale hulp neemt toe en dat geldt ook voor de voedselhulp. Het is nog niet zo lang geleden dat de agrarische kant van het ontwikkelingsvraagstuk sterk onderbelicht was. Dat gold voor de voedselhulp die werd beschouwd als een slechts zeer kort werkend middel dat bovendien meer in het belang zou zijn van de westelijke landbouw die daar door op een goedkope manier van de overschotten af komt. Ook de landbouw in de ontwikkelingslanden zelf werd als een blok aan het been gevoeld, waarmede in economisch en politiek opzicht maar weinig eer mee valt te behalen. Dit beeld is radicaal gewijzigd. Vorig jaar pruttelde de oude gedachte nog wat na in de memorie van toelichting maar ditmaal worden de reserves naar de achtergrond gedron gen. De voedselhulp wordt nu van harte en ook in con crete vorm gesteund. Ook wordt er een hoge prioriteit aan de ontwikkeling van het platteland in de ontwikkelingslan den gegeven. De FAO, waarvan in november de twee-jaarlijkse vergade ring wordt gehouden, heeft wederom de voedselsituatie van de wereld weergegeven. Voor het jaar 1975/76 ver wacht de FAO een toename van de voedselproduktie in de wereld van 5%, aangenomen dat ook de rijstoogst welke nu nog niet binnen is, gunstig zal zijn. Bij het percentage van 5 gaat de FAO overigens uit van een graanoogst in de Sovjet Unie van 195 miljoen ton terwijl meer recente schat tingen van 170 miljoen ton spreken. De 5 toename noemt de FAO „nauwelijks voldoende" om de teruggang van 4% van vorig jaar te compenseren. Het blijft dus balanceren op het scherp van de snede. Ook op langere termijn zijn de FAO-cijfers niet bemoedi gend. Wanneer de voedselproduktie zich blijft ontwikkelen als de afgelopen jaren dan neemt de produktie in de ont wikkelingslanden tot 1980 jaarlijks met 2,6% toe. De be volking neemt dan jaarlijks met 2,4 toe; hierdoor zou dus een kleine verbetering in het gebruik per hoofd kun nen optreden. De koopkrachtige vraag neemt echter ster ker toe 3,4%, waardoor of de aankopen in de westelijke wereld zullen toenemen of er treedt een inflatoire prijs verhoging van voedingsmiddelen op. Een werkelijke oplos sing zou uiteraard zijn een grotere toename van de voed selproduktie in de ontwikkelingslanden dan de huidige trend aangeeft. De bovenstaande percentages gelden voor alle ontwikke lingslanden; er is echter een groot verschil tussen de re gio's waarin de derde wereld kan worden verdeeld. In Afri ka, het Verre Oosten (exclusief China) en Latijns Amerika neemt de voedselproduktie minder toe dan de bevolking. Het gemiddelde van alle ontwikkelingslanden wordt in dit opzicht betrekkelijk gunstig omdat de voedselproduktie in het Nabije Oosten en in o.a. communistisch China met jaarlijks rond 3% omhoog gaat en de bevolkingstoename daarbij achterblijft. De FAO verwacht dat er in 1980 750 miljoen ondervoede mensen zullen zijn en dat er voor een aanvaardbare voe ding - in granen gerekend - 20 miljoen ton extra nodig zal zijn. Voedselhulp mag uiteraard niet afhankelijk zijn van het be staan van overschotten in het westen. Nu er een melkpoe- derberg in de EG is, wordt de aandacht weer eens geves tigd op het tegelijk bestaan van overvloed en honger. In een rapport van een speciale studiecommissie van het Productschap van Zuivel wordt voorgesteld om van de nood een deugd te maken en de bestaande voorraad in de EG van 1 miljoen ton melkpoeder als startpunt te nemen van een langdurig programma waarbij jaarlijks 200 tot 250 miljoen ton ter beschikking wordt gesteld. Het Productschap heeft zelf een bedrag van 1 miljoen gul den voor hulp in de vorm van melkpoeder ter beschikking gesteld. Op de begroting van minister Pronk staat een be drag van 20 miljoen gulden voor hulp in de vorm van melk poeder. In het rapport worden nog eens alle valkuilen aangegeven waarin men bij voedselhulp kan vallen. Daar behoort wat melkpoeder betreft bv. bij het ontbreken van vitamines in dit deelprodukt van melk. Daar zal een voorziening voor moeten worden getroffen. De EG zou een belangrijke bijdrage voor voedselhulp kun nen leveren maar in de Gemeenschap is de sfeer daarvoor bijzonder slecht. Alles wat met uitgaven te maken heeft, stuit op grote weerstand van West-Duitsland. Toen begin oktober de Raad van Ministers de begroting van de EG besprak, werd een groot aantal kortingen aangebracht. Het sociale en regionale beleid moest met minder doen dan de Commissie voorstelde en ook de uitgaven voor ontwik kelingshulp en voedselhulp zijn aanzienlijk gekort. De land bouw ontsprong de dans maar kreeg wel een waarschu wing in de vorm van een verklaring waarin op algemene Rijstplanten op het eiland Hainan, China.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 14