geld- en kapitaalmarkt 34 drs. b. j. kruimel en mevr. mr. h. besangon geldmarkt obligatiemarkt september Het belangrijkste binnenlandse economische nieuws dat de afgelopen maand bekend werd, waren de te verwachten economische ontwikkelingen in 1976. In de Miljoenennota en de Macro-Economische Verkenningen werd het Neder landse volk een beeld geschetst waaraan een optimistische visie niet ontzegd kan worden. Zo wordt van een groei van de wereldhandel met 8% uitgegaan en van een groei van het reëel nationaal inkomen met 3% Het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans zal op 7 miljard uitkomen tegen 4 miljard in dit jaar. Het over schot van de betalingsbalans komt meestal lager uit, door dat er (soms voor aanzienlijke bedragen) kapitaaluitvoer plaatsvindt. De prijsindex van de gezinsconsumptie zal met 10% in 1975 stijgen en met 7,5-8% in 1976. Van groot belang voor de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt is het financieringstekort van de overheid. Dit bedraagt voor het Rijk circa 14 miljard en voor de lagere overheid circa 3 miljard. Zowel de dekking van het tekort als de mogelijke verdere toename ervan zal sterk de invloed ondervinden van de toekomstige conjuncturele ontwikkelingen. De berichten omtrent het conjuncturele herstel in de meeste landen zijn nog steeds niet als erg gunstig te karakteriseren. Indien dit herstel zeer geleidelijk gaat verlopen, zal het nog geruime tijd duren voordat de kredietvraag van de particuliere sector gaat aantrekken. Dit impliceert dat de overheid een groot deel van haar te korten op de kapitaalmarkt zal kunnen dekken. Hierbij kan men denken aan een bedrag dat ligt tussen de 4% en 5% van het nationaal inkomen, dat wil zeggen tussen de 8,5 miljard en 10,5 miljard. Van groot belang is hierbij dat de regering de tekorten wil dekken zonder dat daar een rente- verhogend effect van uitgaat. Dit blijkt mede uit het feit, dat er in de begroting vanuit wordt gegaan dat de waarde van de gulden onveranderd zal blijven. Als het conjuncturele herstel langer uitblijft dan nu wordt verwacht, bestaat de kans dat het tekort nog groter zal worden. Indien de overheid erin zou slagen een aanzienlijk bedrag op de kapitaalmarkt aan te trekken dan resteert er toch nog een zeer groot bedrag dat monetair gefinancierd moet worden. Dit zal te zamen met een wellicht wat aan trekkende kredietvraag van de particuliere sector en een grote liquiditeitstoevoer uit het buitenland leiden tot een stijging van de liquiditeitenmassa die elke anti-inflatoir denkende monetaire autoriteit zal doen popelen om in te grijpen. Nadat de geldmarkttarieven gedurende een groot aantal maanden vrijwel rond hetzelfde niveau hadden geschom meld, zo lagen de tarieven voor 3-maands interbancaire de posito's vanaf eind mei tussen de 3 en 4 vond eind september een aantrekken van de tarieven plaats. Dit was met name toe te schrijven aan de grote belastingbetalingen welke traditioneel eind september/begin oktober plaats vinden. In verband hiermee beëindigde De Nederlandsche Bank haar politiek om de markt door middel van een kas- reserve te verkrappen door deze per 2 oktober op 0 te stellen. De discontoverlaging per 15 september met 1 punt (het promessendisconto is nu 572%), welke vooral door de ren te-ontwikkelingen in het buitenland (Duitsland) werd inge geven, heeft de geldmarkttarieven niet beïnvloed. Ook de obligatiemarkt werd per saldo door genoemde dis contoverlaging nauwelijks beïnvloed. De Rentewijzer be woog zich in de maand september tussen 8,90 en 9,01 De belangstelling van de belegger ging voornamelijk uit naar kortlopende leningen hetgeen in een tijd van onze kerheden niet zo verwonderlijk is. De verschillende emissies gaven nogal een wisselend ver loop te zien. De 8%% Nederlandsche Investeringsbank 1981/1985 a 9974%, waarvan de inschrijving op 3 septem ber sloot werd geen groot succes, terwijl de 972% lening van het Instituut voor Ziekenhuisfinanciering 1976/1990 a 100%, waarvan de inschrijving op 12 september sloot, evenmin goed werd ontvangen. De 9% Maasvlakte Olie Terminallening 1981/1985 a 9974 heeft, dank zij de discontoverlaging, op het laatste moment nog zoveel belangstelling gekregen dat zij geslaagd is. Een belangrijke reductie moest worden toegepast bij de 9% Nederlandsche Waterschapsbank 1980/1983 a 100%. De korte looptijd zal hierbij zeker een rol hebben gespeeld. Bij de 9 Europese Investeringsbank a 9972 waarvan de uitloting plaatsvindt in de jaren 1976/1990, moest een geringe reductie worden toegepast.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 36